Ze knabbelde op een botje dat ze had meegenomen. Normaal gezien zou ze de karkassen van haar voedsel altijd opruimen, maar dit botje was best lekker om op te knauwen zo na het eten. Nettleleaf sprong soepel door het territorium heen. Ze had eventjes geen last gehad van Mockingpaw, wat maar beter was ook. Nu had ze weer vrij spel. Daarom had ze zichzelf een dag rust gegund en liep nu wat rond door het territorium van Shadowclan. De afgelopen paar dagen was het warm geweest, drukkend warm bijna. Greenleaf was echt in volle gang bezig.
Ze wandelde langs de rivier, toen ze bij een paar platte stenen aangekomen was. Op een van de stenen, lag een gitzwarte kattin te slapen. Nettleleaf grijnsde eventjes en wandelde langs de steen, naar een andere steen toe. "Je staat in me zon" werd er scherp naar d'r gemiauwd, terwijl er een grijns op het gezicht van de gestreepte kattin verscheen. "Dus? Denk je echt dat mij dat wat boeit?" miauwde ze kalmpjes, terwijl ze voor de kattin ging zitten en daarmee een grote schaduw over dr wierp. "De zon is van iedereen," snauwde ze daarna kattig erachter aan.