Sobek had gehoord over de Bloodclan van Scourge. Maar hij was niet zo als de andere rogue's, hij wou juist NIET bij de Bloodclan. Hij vond de Clans überhaupt niets, en de Bloodclan was voor hem ook gewoon een doodnormale clan, en hij vond het ergste dat de harde kern van de Bloodclan, wraak als smoes gebruikten om alle rogue's te verenigen in een clan. 'Wat wil die kat?' vroeg hij zich een beetje geërgerd af in zichzelf terwijl hij vanaf de heuvel waarop hij zat neerkeek op Scourge en zijn volgelingen. 'Het is niets meer als een sekte, bedrog.' mompelde hij gefrustreerd in zichzelf. Misschien haatte hij de Bloodclan omdat zijn broer erbij zat, maar hij kon er ook niet tegen dat vrije katten eigenlijk gewoon in een clan werden gestopt. Verbonden van katten onderling vond hij wel ok, maar deze 'clan' had ook al echt een groepsterrein, iets wat de echte clans ook allemaal hadden, en dat maakte deze groep van katten zo raar volgens Sobek, ze waren tegen alle clans, maar in de praktijk verschilde niks tussen hen en de clans. Sobek zuchtte. Hij hoopte dat ooit nog een andere kat dit ook zou inzien. Tot die tijd zou hij met deze gedachte rond moeten lopen.