Specklepaw liep vrolijk naar de 4 grote eiken. Hij was hier al één keer geweest en hij wist nog steeds niet wat voor plek het was of wat je daar moest doen. Hij keek naar het dal dat beneden hem lag. De tabby kater haalde diep adem en liep op de bomen af. In plaats van te stoppen voor het rotsblok krabbelde hij erop en probeerde bij de dichtsbijzijnde boom te geraken.
Zijn nagels schraapten over het gladde oppervlak en hij probeerde houvast te vinden. Toen hij dat vond hees hij zich op. Het was de eerste keer dat hij in een boom klom. Hyperactief van opwinding klom hij moeizaam naar een tak waarop hij kon zitten. Hijgend keek hij naar beneden, wat hij beter niet had gedaan. De hoogte waarop hij zat was... heel hoog. Specklepaw werd misselijk en het duizelde hem. Door die duizeligheid verloor hij zijn evenwicht en viel de tak af. Met een harde smak kwam hij op de grond terecht waar hij verbaasd en pijnlijk bleef liggen. Niet in staat om zich te bewegen.