De zilveren poes sloop traag door het territorium van de ThunderClan, terwijl ze haar oren spitste om elk geluidje op te pikken. Ze was er in haar eentje op uit gegaan om te jagen en ze wou liever terug naar het kamp met een hele lading verse prooi. Ze dook ineen toen ze de struiken hoorde ritselen en de geur van muis drong binnen in haar neus. Lichtvoetig sloop ze naar het dier toe, dat haar nog niet had opgemerkt. Ze versmalde haar ogen en wachtte op het juiste moment voor de sprong. Het muisje krabbelde even op een boomwortel, dat boven de grond uitstak en hief plotseling zijn kop op, in de richting van Mistblow. De poes aarzelde nog geen moment en dook op haar prooi af. Ze drukte het diertje tegen de grond aan en doodde het met een snelle beet, nog vóór hij het woud kon waarschuwen met zijn angstige gekrijs. De poes schraapte een beetje aarde over haar prooi heen, zodat ze het later weer kon ophalen. Snel liep ze verder, op zoek naar ander teken van prooi. Ze spitste haar oren en snoof de bosgeuren op. Plotseling werd haar aandacht door iets getrokken. Het was de geur van een ThunderClanner. Ze draaide zich om, richting de geur en zag tussen de struiken door de gestalten van een kat.
Open