Clangrenzen? Daar had Phantom niet zoveel boodschap aan. Dat die clankatten deze grenzen met hun leven bewaakten? Dat vond hij slechts amusant. Het vroeg er gewoon om om je er niet aan te houden. En zich eraan houden, dat deed Phantom dus niet. De heide streek zachtjes langs zijn vacht terwijl de sneeuw stilletjes kraakte onder zijn pootkussentjes. Het terrein was perfect voor hem. Nu de winter eindelijk aangebroken was, had hij de perfecte schutkleuren in de bleke kleuren. Maar nog altijd kleefde er een milde irritatie aan hem. De kater die hem ten schande had gemaakt in een gevecht, Fireheart, hij had de fluisteringen gehoord. Dat mormel werd binnenkort leader. Hierdoor zou het 9 maal lastiger worden hem een kopje kleiner te maken. Maar... Het zag ernaar uit dat zijn probleem met zijn frustratie langzaam opgelost zou worden, dat hij zijn woede af kon reageren. Een Windclan poes zat daar, eenzaam en alleen. Eventjes bleef hij toekijken door vernauwde ogen, de situatie beoordelende. Maar hierna zette hij een onschuldig gezicht op, zijn ogen geschrokken opengesperd. Tijd voor een stukje toneel... Daarna kon de lol beginnen. Hij liep voorzichtig de struiken uit, zijn kop laag houdende. "H-hallo?" Miauwde hij, zelfs ietsjes mank lopende met zijn poot. "Z-zou je me kunnen helpen?" Nog steeds hield hij een geschrokken blik in zijn ogen.