Spinnend lag Sammie in haar mandje. Ze vond het best fijn in haar nieuwe tweebeen huis. 4 dagen geleden was ze hier voor het eerst gekomen, nadat haar nieuwe tweebenen haar hadden meegenomen in een soort klein rennend huisje waar ze in zaten. Sindsdien woonde ze hier, zonder haar moeder en zusjes. Niet dat ze dat erg vond, want ze was hun al bijna helemaal vergeten. En dit huis was veel leuker en gezelliger. Als het erg koud was ging ze, net als nu, in haar mandje bij het getemde vuur in een kooi liggen. Dat was erg prettig. Nu gebeurde er echter iets raars. Haar vrouwelijke tweebeen pakte haar op. Sammie liet een tegenstribbelig mauwtje horen. Maar het hielp niet. Nu deed de mannelijke tweebeen de deur open en zette de vrouw haar buiten. Ze trokken de deur weer dicht. Nu zat Sammie daar. Alleen, in de kou. Mauwend liep ze een paar keer langs de deur, maar de tweebenen waren duidelijk niet van plan haar nu binnen te laten. Ze besloot dat het geen zin had, en liep een paar rondjes door de tuin om warm te blijven. De grond was een soort koud wit spul, dat indeukte als je er een stapje in zette. De tweebenen noemde het sneeuw. Toen zij nog in haar oude huis woonde was er geen sneeuw. Het was wel grappig om in te spelen, maar ze hield toch meer van gewoon gras. Ze hoopte maar dat het snel weg ging. Ze maakte een paar koprolletjes en zat achter sneeuwvlokken aan. Na een tijdje begon dat te vervelen en besloot ze op onderzoek uit te gaan. Ze klom onder een hekje door en sprong over een struik. Een vreemde geur drong haar neus binnen. Een andere kat! Misschien wou die wel met haar spelen! Ze volgde de geur en kwam in een klein tuintje uit. Ja hoor, daar stond een andere kat. 'Hallo daar', riep ze enthousiast 'Ik ben Sammie, wie ben jij?'