Een tak zwiepte heen en weer. Een pak sneeuw viel naar beneden. Hoewel de bomen nu wel kaal waren, was het toch moeilijk de kat te zien die erdoor hupte. Featherleaf sprong van tak naar tak, van boom naar boom. Ze had het gevoel dat ze vloog, haar lange vacht achter haar aan wapperend. De poes wist niet meer precies waar ze was, hoe lang ze al onderweg was. Haar gedachten had ze uitgeschakeld, even nergens meer aan denken. En op dat moment voelde alles volmaakt aan, gewoon zij, de bomen en de wind die door haar vacht woei. Even later werd dit gevoel bruut verstoord door een geur die haar neus bereikte. ShadowClan! Was ze de grens al overgestoken? In paniek klauterde ze onhandig uit de boom en zocht de grens. Beverig liet ze haar adem ontsnappen, die ze blijkbaar ingehouden had. De grens lag een vossenlengte van haar af.