Hopelijk duurde het niet té lang. Als hij een warrior zou willen worden zou hij wel vaker vroeg op moeten staan. Ah, daar kwam hij al aan. "Goed, nu ben ik er, wat nu?" Een grijns sierde zijn zwarte bek. 'We gaan trainen. Jij bent al bijna Warrior, maar je moet wel vroeg op kunnen staan' zei hij vriendelijk. Hij duwde zijn pootje vrolijk even tegen de apprentice aan. 'Zullen we even gaan jagen?' vroeg hij. 'Ik heb nog niet helemaal gezien hoe goed je het al doet, maar ik vertrouw er wel op dat je goed bent getraind' hij rekte zich even uit en trippelde alvast het kamp uit, met de vertrouwen dat de apprentice achter hem aan liep. Hij duwde met zijn kop wat struikjes opzij en negeerde de kou. In de morgen was het altijd wat fris, maar daar moest je toch wel tegen kunnen. Kort keek hij om, om te kijken of Ashpaw hem volgde.