|
| Cees C: 1120 Actief
| |
| Onderwerp: // Story // Survival // vr 21 jun 2013 - 13:46 | |
|
*Zucht* Wat doe ik mezelf aan, ach ja, whatever. Ja, ik ga het weer proberen, een verhaal schrijven. Deze keer geen cavia's xD Ik ga proberen er eens een beetje realistisch verhaal van te maken, nu ja, voor zover mijn concept realistisch is, ghege. Nou ja, in ieder geval. Hoop dat jullie het goed vinden. De inleiding, tja... Het laat eigenlijk nog maar weinig los over het verhaal zelf c: Maar in ieder geval geef ik jullie wel al wat leesvoer xD
- Inleiding:
Langzaam wandelde ze over het paadje naar haar school. De bomen die aan weerszijde van dit wegje geplant waren, hadden prachtige roze bloesems en de vogels die er in zaten tsjirpten luid. Het meisje hief haar hoofd even op en bleef staan. Even bleef ze kijken naar een klein musje dat vrolijk zijn liedje aan het zingen was. Borst vooruit en luidkeels. Tot het een grote kraai in de gaten kreeg, snel fladderde het weg. Ze volgde hem met haar ogen en draaide haar lichaam met het diertje mee, zodat ze het zo ver mogelijk kon volgen. Nadat het beestje uit haar zicht was verdwenen, draaide ze zich weer om, weer in de richting van het gebouw. Ze richtte haar blik een beetje doelloos op de grond en zuchtte. De weg leek lang te duren en tegelijkertijd zo kort. Toen ze aankwam bij de grote, ijzeren poot van de school, bleef ze even staan. Het grote, witte gebouw met het donkerblauwe dak, had dezelfde kleuren als haar uniform. Het zag er zo groot en indrukwekkend uit, ze voelde zich zo klein tegenover de mensenmassa die hier rondliep. De meesten kenden het hier al jaren en zij? Zij moest het doen met het schamele zicht dat ze had als ze in haar kamer stond. Eerst had ze drie jaar op een andere school gezeten, maar deze was in vlammen opgegaan. Stilletjes keek ze om zich heen, iedereen stond in groepjes bij elkaar, niemand die op haar lette. Waarschijnlijk had niemand haar ook maar opgemerkt. Ze hield haar tas met twee handen vast en beet even zachtjes op haar lip. Waarom moest er nu net brand uitbreken in de school waar zij had gezeten? Ze wist dat niemand van haar vrienden naar deze school was gegaan. De school waar zij naar toe waren gegaan, lag dichter bij hen, maar verder van haar. Haar moeder was het helemaal niet eens geweest met die andere school. Ze had haar gedwongen hierheen te gaan. Even slikte ze en zette een paar stappen vooruit, tot midden op het plein. Angstig en niet goed wetend wat te doen, keek ze rond. Haar grote, blauwe ogen straalden de angst uit die ze vanbinnen voelde. Ze kon ook niks geheim houden van haar gevoelens. Alles was zo op haar gezicht af te lezen. De bel was haar verlosser. Ze moest opzoek naar haar lokaal en stond niet meer zo doelloos op het plein rond te kijken. Snel haastte ze zich naar binnen, door de mensenmassa heen. Stevig hield ze haar bruine tas vast en keek om zich heen. Alles leek zo op elkaar, hoe zou ze hier ooit haar weg vinden. Er begonnen steeds minder mensen om haar heen te lopen, iedereen was al een lokaal binnengegaan. Gespannen liep ze door, zoekend naar het lokaal waar ze moest wezen. Uiteindelijk kwam ze uit bij het lokaal waar ze als eerste al had voor gestaan, maar waarvan ze toen niet gezien had, dat ze daar moest zijn. Traag opende ze de deur, welke gesloten was, en schrok een beetje toen ze zag hoe ongeveer twintig hoofden naar haar waren gedraaid. Direct werd ze geheel rood, beseffend dat ze te laat was gekomen. 'S..Sorry' stotterde ze en keek even in de richting van de leerkracht. Die gebaarde dat het goed was en dat ze kon gaan zitten. Met een dankbare blik ging ze zitten aan een bank helemaal achteraan. De leerlinge die voor haar zat, draaide zich om en bekeek haar even. 'Wie ben jij? Ben jij hier al lang op school?' fluisterde ze zachtjes. Het meisje schudde haar hoofd, 'Ik kom van de school in Kana,' was het antwoord. De leerlinge knikte even, 'Ik ben Lana trouwens.' Een lichte glimlach verscheen op het gezicht van de nieuweling, 'Lily' sprak ze. Misschien was deze school toch nog niet zo erg. 'Lana, wil je je alsjeblieft weer naar voren draaien en opletten?' klonk plots een zware en licht dreigende stem. Een beetje geschrokken keken beide meisjes op. Lana zuchtte, knikte wat en draaide zich terug naar voren. Een beetje beduusd staarde Lily naar haar bank, tot ze tot het besef kwam dat ze haar boeken nog uit haar tas moest halen. Direct bukte ze zich en klikte de sloten van haar tas open. Ze haalde de boeken er uit die ze nodig had en bladerde voorzichtig tot de bladzijde die ze nodig had. Chemie, even rilde ze, ze begreep er werkelijk geen snars van. Ze richtte haar blik naar voren en luisterde even naar wat de leraar allemaal te vertellen had. Allerlei stoffen en atomen en moleculen. Prachtig, maar niet heus. Haar aandacht begon langzaam van de les af te glippen en de buitenwereld werd plots veel interessanter. De grijze lucht voorspelden niet veel goeds, maar voor nu was het nog droog en kon ze de roze bomen in de verte zien staan. Niet ver daar achter lag het bos, met ernaast het dorpje waar zij woonde. Het bos... Ze was er zo vaak geweest, had er zoveel gespeeld, gelopen en gedaan met vrienden en familie. Een zachte zucht ontsnapte uit haar longen, terwijl ze zo naar buiten staarde. Haar gedachten verlieten het klaslokaal en zwierven door haar herinneringen van haar oude school, haar vrienden, de dingen die ze had meegemaakt en wat had kunnen zijn. Ze had dan ook totaal niet door toen de bel voor de pauze was gegaan. Ze was blijven zitten, terwijl iedereen het lokaal verliet. Pas toen de leraar haar haast wakker schudde, keek ze geschrokken op. 'De bel is gegaan' zei hij kalmpjes, waarna hij zich omdraaide en het lokaal uitliep. Even bleef ze versuft zitten, maar al snel veegde ze al haar boeken bij elkaar en propte ze in haar tas. Snel liep ze het lokaal uit en keek een beetje voorzichtig rond. Lana was in de verste verten niet te zien en ze stond er dus weer geheel alleen voor. Even zuchtte ze. Nog even draaide ze haar hoofd van links naar rechts om dan maar wat doelloos door de gangen te zwerven. Overal om haar heen stonden jongeren in groepen bij elkaar te praten. Over gisteren of morgen, over anderen of over zichzelf, over hun huisdier of nieuw computerspel. Een beetje verveeld bleef Lily even tegen een muur leunen, vlak naast een groepje dat net bezig was de laatste roddels te bespreken. Ze hadden het er over dat er een plan zou komen van de wereldlijke leiders om de hoeveelheid mensen en de ontzettend snel evoluerende technologie tegen te gaan. Het plan zelf kwam niet ter sprake, waarschijnlijk was dat niet eens bekend. Met een beetje glazige ogen keek ze in hun richting, maar toen een iemand van het groepje terug keek, verplaatste ze haar blik snel. Een beetje twijfelend liep ze voorbij het groepje. Haar lange, bruine haar verborg een groot deel van haar gezicht. Nog maar een tiental minuutjes en ze mocht weer de klas in. Nog maar tien minuutjes. Haar oog viel op een leeg raamkozijn, groot genoeg om op te zitten. Met een zwaai belande haar tas erop en al snel sprong ze er zelf ook op. Met haar knieën opgetrokken staarde ze naar buiten. Wat zouden haar vrienden nu doen? Ze zouden zich in ieder geval niet vervelen. Zij hadden elkaar. Ze voelde hoe een krop in haar keel kwam te zitten. De eerste uren op een nieuwe school waren altijd al ellendig, maar zeker als je midden in het jaar, midden in je schoolcarrière aankwam. Vrijdag 27 februari 2043. Nooit zou ze die verschrikkelijke datum vergeten.
---
- Hoofdstuk 1:
Gewoon deze dag. Dat was wat er door Lily's hoofd heen ging. Alleen deze dag en het zou weekend zijn. Met glazige ogen staarde ze uit het raam, tot ze gewekt werd door de bel. Versuft keek ze op om dan langzaam haar tas te pakken en recht te gaan zitten. Ze kwam van de verhoging bij het raam af en keek om zich heen. Deze keer zou ze niet te laat komen. Met vastberaden en stevige passen stevende ze op het lokaal af, deze keer op tijd. Rustig liep ze naar binnen en ging zitten. Er waren dit keer nog maar een paar personen in de klas en een beetje opgelucht haalde ze haar boeken voor het volgende uur er uit, waarna ze haar blik door de klas liet gaan. Hier en daar hing een poster, er stond een houten kast vol met boeken met daar bovenop een oude, verstofte wereldbol. Achterin de klas stond een nep geraamte, gemaakt van kunststof, maar het zag er belachelijk echt uit. De houten banken waar ze aan zat waren een beetje gelakt, maar daar hield het ook bij op. Enkel de elektrisch bedienbare rolluiken, de tv en beamer lieten zien dat deze school eigenlijk toch wel vrij modern was. Ook het slot van de deuren. Al lang gebruikten ze geen echt sleutels meer. Het piepen van het krijtje op het oude, zwarte schoolbord deed haar opschrikken. De les was begonnen, gelukkig nog maar net. De leraar schreef met het witte krijt het onderwerp van de dag op het bord en begon te vertellen over van alles en nog wat, wat haar geen moer kon interesseren. Hoezo zou het haar interesseren hoe je vuur maakt als je in een bos zit? Je neemt gewoon een lucifer en steekt iets in de fik, zo, toen had je vuur! Haar blik verplaatste zich toen maar weer naar buiten. Wel zorgde ze ervoor dat ze deze keer niet te ver zou afdwalen, zodat ze de bel deze keer wel zou horen. Ergens hoopte ze dat deze niet te lang op zich liet wachten en aan de andere kant. Wat moest ze dan als de bel was gegaan? Wat moest ze dan doen? Weer wat ronddwalen? Ze wou gewoon naar huis, ze wou op haar bed ploffen en gewoon slapen. Gewoon even niks doen. Echter was het Lana, wie haar van haar wegdromen afhield. 'Hey' fluisterde ze, 'Hey, wat was je naam ook al weer?' Even keek Lily haar alleen maar een beetje aan, pas toen de vraag geheel was doorgedrongen begon ze te antwoorden, 'Eehh' begon ze zacht, 'Lily!' Dat was te luid. De leraar keek haar even een beetje geïrriteerd aan en gebaarde naar Lana zich om te draaien. Maar zodra hij zijn rug weer naar haar toe had gekeerd, draaide ze zich weer om. 'Juist ja, je weet de mijne toch nog, Lana? Ik zal het proberen te onthouden!' Lily knikte wat en wou nog wat zeggen, maar het meisje had zich al weer omgedraaid. Dan zou ze maar proberen wat op te letten in de les. Wiskunde was nu aan de beurt. Maar de leerstof die hij gaf, had ze al lang gezien. Zou haar school hebben voorgelopen op hen of zouden zij het gewoon in een helemaal andere volgorde te zien krijgen. Ergens gokte ze op dat laatste, maar hoopte ze het eerste. Immers zou dat betekenen dat ze nog een heleboel moest inhalen. Hij bleef maar praten en bleef maar praten. Soms was hij even stil en keek dan de klas rond op zoek naar een slachtoffer voor zijn volgende vraag. Haar duidde hij nooit aan, waarom wist ze niet. Misschien wel gewoon door het feit dat hij haar naam niet wist. Het zou haar anders niets verbazen. Zijn blik ging weer eens door de klas en hij duidde een willekeurig iemand aan. Deze keer de jongen die schuin voor haar zat, naast Lana. Hij mompelde dat hij geen idee had van wat het antwoord was en daar hield de leraar het maar op. Hij verschoof zijn blik naar de andere kant van de klas en duidde daar iemand aan, wie aan een ontzettend moeilijke oplossing begon, die zo makkelijk kon zijn. Lichtelijk verveeld en een beetje moe ondersteunde ze haar hoofd door haar hand. Haar potlood ging een beetje over een geruit blad heen. Het gevolg was dat er na een paar minuten een beetje snel geschetste boom op haar blad stond. Een beetje zo'n boom als je bij kleuters tegenkwam. Niks betekenend, een doodgewone, saaie boom. Haar potlood ging verder over het blad, deze keer kleinere bewegingen makend. Wat moest je anders met zo'n geruit blad dan die ruitjes inkleuren? Even keek ze op, met haar ogen zoekend naar een klok. Als de tijden hetzelfde waren als bij haar oude school, zou het nog zo'n 10 minuten duren. Nauwkeurig en in alle rust vouwde ze het vol gekleurde blad in twee. Nog een keer vouwde ze het dubbel, om het dan tussen haar wiskunde boek te steken. Ook haar pennenzak ritste ze dicht, misschien ging ze volgende keer meer opletten, maar niet nu. Ze moest nog veel te veel wennen aan deze nieuwe omgeving. Het zag er anders uit, had andere gewoontes, andere regels en meest van al, andere mensen. Ze voelde zich hier niet echt op haar gemak. Ze legde haar hand op haar pennenzak en keek nog een keer naar de klok. Niet lang daarna klonk de stem van leerkracht luid en duidelijk dat hij nog even iets had mee te delen, 'Het volgende uur hebben jullie uitval, dus jullie hoeven niet direct naar de klas te komen.' Oke, dit was haar kans. Ze wist dat ze tijdens uitval de school mocht verlaten. Nou als ze dat toelieten, moesten ze het er maar ook mee doen dat zij vandaag niet meer terug kwam. Niet meer lettend op hoeveel minuten er nog over waren propte ze haar pennenzak en boeken in haar tas. Rustig ging ze op zoek naar haar sleutels. Immers zouden haar ouders waarschijnlijk toch niet thuis zijn. Al snel had ze de glimmende dingen gevonden en een vrolijke grijns verscheen op haar gezicht. Weer wierp ze een blik op de klok, nog maar 2 minuten. Nog even draaide ze zich naar voren en deed alsof ze zeer goed aan het opletten was. Echter waren haar oren alles behalve aan het luisteren. Niks drong echt tot haar door. Het enige wat nu telde was de bel, de bel die haar zou vrijlaten. Nog maar een paar seconden. Een beetje gespannen pakte ze haar tas al met een hand vast om dan bij het kleinste beetje gerinkel van de bel weg te zijn. De meesten moesten alles nog opruimen, maar zij was weg. Klassen stroomden leeg op dit moment. Iedereen ging op zoek naar een goed plaatsje om te zitten en hun eten op te eten. Echter met het volgende uur uitval mocht zij de school verlaten. Met een grote grijns op haar gezicht wandelde ze door het grote hek. Vrij, eindelijk. Ze vertraagde haar pas en liep het bospaadje weer op. Deze keer bleef ze echter niet kijken naar een musje dat aan het zingen was. Haar doel was om thuis te komen. Haar doel was om op haar bed te ploffen en niet meer aan die school te hoeven denken. Nou dat zou wel lukken. Met haar blik recht voor haar uit en stevige passen liep ze recht in de richting van haar huis. Het was maar een tiental minuutjes lopen, dan zou ze de sleutel in het slot kunnen steken, naar binnen kunnen en gewoon niks doen. Ze pakte haar tas wat steviger vast en begon te rennen. Ze wou naar huis, gewoon naar huis. - Hoofdstuk 2:
Met haar ogen gesloten plofte ze op haar bed. Hoe lang ze daar precies was blijven liggen, wist ze niet, maar toen ze haar ogen open deed, was haar uitval uur al lang voorbij. Ze moest in slaap gevallen zijn. Ze draaide zich op haar buik en haalde haar tablet van onder haar kussen vandaan. Ze klikte het internet open en begon een beetje rond te surfen tot haar oog op een of ander artikel viel. Rustig klikte ze het open. Het ging over hetzelfde als dat ene groepje op de gang het had over gehad. Ze draaide zich weer op haar rug met haar tablet voor haar ogen en begon te lezen. Het was allemaal nog maar vrij vaag, ze kon er niet echt uit afleiden wat er ging gebeuren. Maar er was een plan en dat was al in gang gezet. Niet dat het gewone volk ook maar enige hoogte van het idee kreeg, maar men werd er rustig aan toch al op voorbereid. Het zou later duidelijk worden, dat werd er gezegd in ieder geval. Nou, ze was benieuwd wat die gekken die zogezegd de macht hadden, nu weer hadden verzonnen. Ze hoopte gewoon dat het geen compleet geschift idee was. Nog even bleef ze naar het artikel staren, waarna ze haar tablet weglegde. Het was 3 uur precies, haar moeder zou over een half uur thuis komen. Ze kwam weer recht en liep naar beneden. Voorzichtig tikte ze met haar vinger op het zwarte beeldscherm dat direct aanflitste. Ze opende haar eigen profiel en daarna tikte ze Dalavina open, het chatprogramma dat al haar vrienden gebruikten. Niemand van haar vrienden online, wat kon ze anders verwachten. Die zaten waarschijnlijk bijna allemaal bij elkaar in de klas en zaten nu braafjes les te volgen. Een beetje verloren keek ze naar de tafel waar de computer op stond en sloot toen haar profiel maar weer af. Ze draaide zich om en liep naar de deur. Dan zou ze het bos maar een bezoekje brengen. Terug naar school zou ze niet doen. Een keertje spijbelen kon toch geen kwaad? Voorzichtig legde ze haar hand op de deurknop en beet even zacht op haar lip, maar wat als iemand haar zag? Ze kon beter de achterdeur nemen. Als ze dan over het hek klom, zat ze immers direct in het bos. Het meisje knikte, dat was het beste. Haar schoenen tikten zacht op de houten vloer. Ze wierp nog vlug een blik op de kamer en opende toen de achterdeur. Een golf van frisse lucht overspoelde haar en voorzichtig zette ze een paar stappen buiten. De tuin lag er nogal overwoekerd bij. Hij was maar klein en ze deden er haast nooit iets in. Dat was misschien ook wel de reden dat haar ouders er geen aandacht aan besteedden. Samen met dat ze er niet echt tijd voor hadden dan. Ze zouden er tijd voor kunnen maken, maar niemand die er nog maar op lette, dus waarom zouden ze. Het kon haar helemaal niets schelen dat ze haar schooluniform nog aan had. Het was niet echt dat ze er ook maar iets om gaf als dat ding kapot ging. Rustig liep ze naar de ladder, klom er op en sprong toen lenig over de schutting heen. Kort keek ze om zich heen. Ze kon de grijze lucht door de bomen heen zien, maar ze zou zich er niet door laten afschrikken. De bomen droegen nieuwe, jonge, frisgroene blaadjes of waren versierd met vele prachtige, wit of roze bloemen. Een klein glimlachje verscheen op haar gezicht, terwijl ze haar lichaam weer in beweging zette. Ze snoof de boslucht goed op en bleef toen weer even staan. Ze had het gevoel gehad dat ze iets had gehoord, maar toen ze niks zag, schreef ze het af als een konijn of ander dier. Bladeren kraakten onder haar voeten, welke steeds sneller vooruit gingen. Steeds verder weg en steeds dieper het bos in tot ze niet meer kon. Licht hijgend plofte ze op de grond en ging tegen een boom zitten. Normaal gesproken kwam ze hier altijd met haar vrienden, maar nu moest ze hier alleen komen. Nu was er niemand anders behalve zij. Alles door die moeder van haar. Verslagen richtte ze haar blik op de kruinen van de bomen. Als je goed keek kon je de steeds donkerdere lucht erdoor zien. Ook was het gewoon te merken aan het donkerder worden, maar dat terzijde. Het zou gaan regenen en niet zo'n beetje ook. Echter bleef het meisje koppig zitten tot de eerste druppels vielen. Eerst nog maar zachtjes, maar al snel kwam het met bakken uit de hemel zetten. Kalmpjes stond ze op, geen zin om naar huis te gaan. Ze wist dat ze ziek zou worden als ze hier te lang bleef, maar misschien was dat nog niet eens zo'n slecht idee. Misschien was haar moeder al thuis. Ze had geen flauw idee hoe laat het was. Aan de zon had ze niks, die zat immers achter de wolken verborgen. Daarbij kon ze nooit echt goed inschatten hoe laat het was. Meestal zat ze er wel een uur of twee naast. Slenterend liep ze terug naar huis. Het water maakte haar kleren doorweekt en zorgde ervoor dat haar haren aan haar hoofd plakten. Ze kreeg het koud, maar kon zichzelf er niet toe krijgen sneller te gaan lopen. Ze zou het wel halen, misschien een kleine verkoudheid aan overhouden, maar dat was dan ook wel alles. Het was op zijn minst een half uur wandelen, als het niet meer was. Een half uur door de stromende regen, welke maar niet wou ophouden. Als klap op de vuurpijl kwam er ook nog eens donder en bliksem bij. Alleen kon het Lily allemaal niks meer schelen. Ze wist niet goed hoe ze het had vandaag, maar het was duidelijk dat ze niet in een goede stemming was. Even bleef ze staan, maar een verblindende bliksemflits dwong haar verder te lopen. Ze kon voelen hoe zelfs haar sokken tot in het kleinste puntje kletsnat waren. Het water sopte in haar schoenen en de regen liep als tranen over haar gezicht. Natuurlijk moest dit haar weer overkomen. Haar benen voelden ijskoud aan en het uniform kleefde tegen haar lichaam. Maar ze zei niets en mopperde niet. Niks ging er nu in haar gedachten om. Alsof ze er even niet was. Alsof haar hersens voor een heel kort tijdje niet werkten.
- Hoofdstuk 3:
Het duurde een tijdje voor ze eindelijk de voordeur van haar huis bereikte. Op de oprit stond de rode auto van haar moeder en zuchtend bleef ze ernaar kijken. Pas na een tijdje kwam ze weer in beweging. Die twee minuten die ze langer in de regen stond, zouden immers het verschil niet maken. Het was haast pikkedonker en de regen viel nog harder uit de lucht dan eerst. Straten stonden blank en het beekje dat door het bos stroomde was uit zijn oevers getreden. Niet dat dat veel kwaad kon. Het was zo'n klein beekje dat je er nauwelijks last van zou hebben. Maar toch was het wel een meetpunt van hoe hard het wel niet regende. De bliksem verlichtten om de zoveel tijd de donkere straten van het dorpje en de donder sloeg op zijn trommels alsof zijn leven er vanaf hing. Zacht duwde ze op de bel, net bij de volgende donderslag. Zuchtend duwde ze nog een keer, er van uitgaand dat haar moeder het toch niet had gehoord. Al snel zwaaide de deur open en stond de vrouw voor haar. 'Kom binnen!' sprak ze vluchtig, 'Je wordt nog ziek zo! En waar is je tas?' Oh ja, volgens haar kwam zij natuurlijk van school. 'Thuis,' mompelde ze een beetje binnensmonds, 'We hadden het laatste uur uitval' Goed, dat was niet waar, maar niemand die dat ging zeggen. Haar moeder knikte en trok haar naar binnen. 'Trek nou maar vlug wat droge kleren aan en ga dan onder de douche!' Lily zuchtte, de logica van haar moeder. Zij draaide de volgorde liever om. Ze trok haar schoenen uit en zette ze aan de kant. Hopelijk waren ze morgen droog. Traag stommelde ze de trap op. Ze trok wat kleren uit de kast, maar liet haar oog al snel vallen op haar pyjama. Direct legde ze de kleren weer terug. Het was vijf uur, nu al direct een pyjama aandoen, kon geen kwaad. Ze greep hem van haar bed en liep in de richting van de badkamer. Daar bleef ze even voor de spiegel staan, starend naar haar eigen spiegelbeeld. Lag het aan haar? Had zij iets gedaan waardoor dit alles gebeurde? Voorzichtig trok ze haar kleren uit. Dat voelde ergens toch beter aan dan die plakkerige, natte brei om haar heen. Ze zette de douche aan en bleef nog even wachten, haar hand steeds onder het water houdend om te voelen wanneer hij warm was. Wanneer hij de juiste temperatuur bereikt had, stapte ze er onder. Ook deze keer stroomde het water weer langs haar lichaam. Maar dit keer was het warm en aangenaam. Pas nu besefte ze hoeveel ze haar vrienden echt miste. Ze waren uit elkaar gerukt door een brand. Misschien moest ze ze uitnodigen in het weekend. Maar zouden ze wel tijd hebben? Zouden ze wel willen? Of zouden ze al meer dan genoeg andere vrienden hebben gevonden en haar helemaal zijn vergeten? Tranen prikten achter haar ogen en ze ging zitten. Het kon haar niet schelen of ze zo schoon werd of niet. Een traan rolde langs haar wang. En al zag deze er net zo uit als de andere druppels die over haar gezicht liepen, toch had deze een betekenis. Hij liep er niet voor niks, hij liep er niet om haar schoon te maken. Of misschien wel. Misschien om haar schoon te maken van binnen, al het verdriet op te ruimen. Ze slikte, terwijl er nog meer tranen over haar wangen stroomden. Ze had het al heel de dag ingehouden. Haar brein had het verdriet genegeerd tot nu. Nu was het tot haar doorgedrongen. Ze had haar lippen tegen haar knieën aangedrukt, proberend zo weinig mogelijk lawaai te maken. Haar grote, blauwe ogen probeerde ze open te houden, want elke keer als ze knipperde, stroomde er weer een traan langs haar wang. Echter hield ze dit niet lang vol. Al snel belande haar voorhoofd op haar knieën en kneep ze haar ogen dicht, huilend. De tranen stroomden nu echt over haar wangen. Waarom net haar? Waarom moest haar moeder zo koppig doen? Ze had dit nooit gewild en toch was het gebeurd. Pas na een twintigtal minuten ging haar huilen over in snikken. Ze tilde haar hoofd weer op en keek naar de doorschijnende deur van de douche. Licht trillend stond ze recht. Maar had moeite haar tranen weer in te houden. Nog half snikkend ademde ze even diep in en uit. Haar hele lichaam schokte erdoor. Ze voelde hoe er een krop in haar keel was gekomen. Ook haar ogen voelden nog vochtig aan, alsof de tranen elk moment weer konden komen. Ze trilde. Ze trilde van het verdriet en het snikken. Ze voelde zich ellendig, zelfs de gedachte aan Lana, wie zich toch op z'n minst had voorgesteld, konden haar niet eens een klein beetje opvrolijken. Toen ze eindelijk was opgehouden met snikken, keek ze een beetje naar het water dat in het gootje verdween. Haar blik verplaatste zich naar de knop om het water uit te zetten. Langzaam ging haar hand in de richting van het ding om dan snel een eind te maken aan het water. Haar ogen gingen even naar de douchekop, waar nu helemaal geen water meer uitkwam. Daarna draaide ze zich om en duwde de deur open. Haar babyblauwe handdoek hing klaar. Ze rukte het ding van het rek en hield hem tegen haar aangedrukt. Het duurde even voordat ze zich er toe wist te brengen zich ook daadwerkelijk af te drogen. Haar blik ging naar de spiegel, waar ze al snel haar rode ogen van het huilen te zien kreeg. Snel keek ze weg en zuchtte. Snel trok ze haar pyjama aan en liep in de richting van haar kamer, waar ze op haar bed plofte. Echter kon ze niet lang blijven liggen. Het eten was klaar. Zuchtend stond ze weer op en wierp nog even een blik op de spiegel. Het rood in haar ogen was alweer aan het wegtrekken en traag stommelde ze de trap af. De geur van spaghetti dreef haar neus in. Normaal was ze er naar toe gelopen, maar vandaag liet het haar koud. Traag slofte ze de kamer binnen en plofte op haar stoel neer. De iets te lange pony verborg haar ogen, terwijl ze naar haar bord keek. Ze draaide een beetje met haar vork in de slierten en het duurde even voordat ze een hap nam. Haar ouders waren aan het praten over van alles en nog wat. Zij bleef stil, bang dat ze weer zou beginnen snikken als haar ouders over school en vrienden zouden beginnen. Echter bleef haar stilte niet onopgemerkt. 'Alles goed, Lily?' klonk haar moeders stem plots, 'Je bent zo stil.'
- Hoofdstuk 4:
Geschrokken keek ze op en knikte wat. Haar vader haalde zijn schouders op en gebaarde dat ze haar beter met rust konden laten. Een beetje met tegenzin stak Lily nog een hap van haar eten in haar mond. Daarna at ze niet meer. Het enige wat ze deed was een beetje met haar vork draaien in het nog half volle bord. Ze merkte dat haar moeder een beetje bezorgde blik op haar wierp, maar ze bleef stil. Gelukkig maar. Plots hield Lily op met draaien en legde haar vork neer. Zonder nog een woord te zeggen stond ze op en slofte de trap op. Het haar hing nog steeds half voor haar ogen en het had dan ook niet veel gescheeld of ze was boven aan de trap onderuit gegaan. Ze liep haar kamer in en plofte op haar bed. Licht trillend pakte ze haar tablet en slikte even. Zou er nu iemand online zijn? Haar vinger kon het icoontje van het chatprogramma haast niet meer aanraken door het beven. Vier van de vijftig online. Ze keek er even naar, toen gingen haar ogen naar diegene die online waren. Haar tante, een vriendin van het lager waar ze haast nooit meer mee sprak, een jongen met wie ze eigenlijk helemaal geen band had en haar vader, omdat die dat chatprogramma altijd open had staan. Zacht beet ze op haar lip en legde haar tablet weer weg. Haar hoofd plofte in het kussen en een tijdje bleef ze naar het plafond staren. Dit was dus wat ze kreeg. Dit was waar haar leven naar toe ging. Een leven geheel alleen. Gewoon door die ene brand en haar stomme moeder. Haar vader kon het immers toch niet schelen waar ze naar school ging. Doodstil bleef ze liggen, tot ze besefte dat haar deur nog niet dicht was. Direct kwam ze overeind en liep er naar toe. Met een tikkeltje te veel kracht duwde ze hem dicht en draaide de sleutel om. Ze had even geen zin in bezoek van haar ouders. Nog een paar tellen bleef ze staan, maar daarna draaide ze zich om en viel met haar hoofd in haar kussen weer op haar bed. Zacht begon ze weer te snikken. Alles zat vandaag gewoon tegen. Nu ja, daar had ze het gevoel van. Maar als ze er over nadacht, was het niet eens zo veel. Het waren gewoon zo'n grote dingen, dingen die ze niet zo gemakkelijk kon loslaten. Al snel stroomden de tranen weer over haar wangen, voor zo ver ze over haar wangen konden stromen. De meeste maakten gewoon direct haar kussen nat. Nog half huilend viel ze in slaap. De volgende dag werd ze wakker door hard gebons op haar deur. Direct veerde ze recht. Haar blik ging naar haar klok. Half twaalf. Had ze zo lang geslapen? Weer dat gebons. Langzaam stond ze op en liep naar de deur, waar ze de sleutel omdraaide en ze een paar stappen achteruit zette. De deur zwaaide open en haar vader keek haar zuchtend aan. 'Zeg slaapkop, kom je nog uit je bed of hoe zit het?' Even keek ze de man aan, om dan snel te knikken en de deur weer dicht te doen. Snel zocht ze wat kleren bij elkaar en sprong er haast in. Daarna denderde ze de trap af en liep naar de keuken. Ze trok de kastjes open, greep een boterham en legde die op een bord. Een beetje gehaast zocht ze verder naar de chocoladepasta. Het duurde een tijdje, maar toen ze hem eindelijk had, zette ze hem naast haar bord. Ze zuchtte, liep nu wat rustiger naar de lade met bestek en pakte een mes. Het meisje ging zitten en begon traag een dikke laag op haar boterham te smeren. Al de ophef die ze gister had gemaakt, was ze al weer half vergeten. Rustig begon ze haar eten op te eten en keek met nog half slapende ogen om zich heen. Na het eten stond ze op en liep naar het raam waar de gordijnen nog steeds dicht waren. Ze trok ze open en keek met een glimlach op haar gezicht naar de stralende zon die scheen in de al even blauwe lucht. Dat was wel wat anders dan gisteren. Gisteren... Ze zuchtte even, daar kon ze beter niet aan denken. Ze liep door de achterdeur naar buiten en klom over het hek heen. Weer liep ze door het bos, net zoals gister. Alleen nu rustig en niet zo verdrietig. Plots struikelde ze over iets. Geschrokken keek ze naar achter. Een laag touw was evenwijdig aan de grond gespannen. Niet begrijpend keek ze ernaar. Wat moest dat hier? Een man met een felgeel vestje kwam naar haar toe. 'Kijk je wel een beetje uit? Het is niet de bedoeling dat je dat touw kapot maakt, begrepen?' zijn zware stem klonk dreigend en geschokt keek ze hem aan. 'Waarom is dat touw hier eigenlijk?' vroeg ze, vermoedend dat hij hier iets mee te maken had. De man bekeek haar even van top tot teen en sprak toen, 'Voor niets dat kleine kinderen moeten weten.' Ze was misschien niet groot, maar ze was niet klein meer! Ze was 15. Echter besloot ze haar mond te houden en licht geïrriteerd liep ze door. Wat deed die man hier met een touw dat niet kapot mocht, midden in een bos op een zaterdagmiddag? Ze besloot het maar te laten zoals het was. Waarschijnlijk niks belangrijks. Ze liep er een eindje vandaan en kwam al snel op een open plek. Enkel in het midden stond een boom. Vrolijk rende ze er naar toe en greep met haar handen de onderste tak vast. Met haar armen trok ze zichzelf op en keek even naar de volgende tak. Die was makkelijk te bereiken, niet al te hoog. Ze klom dus wat hoger, tot ze een prachtig uitzicht had. Het was een zeer hoge boom, hij torende zeker een meter of twee boven de andere bomen uit. Zij zat net op de tak vanaf waar ze over het bos kon uitkijken. Haar ogen gingen van links naar rechts. Ze kon haar school zien, maar ook de plek waar haar oude school hoorde te staan. Ze zuchtte en keek naar beneden. Het was minstens vijf meter tot de grond als het niet meer was. Ze leunde een beetje tegen de stam aan en keek nog wat rond. Bijna was ze uit de boom gedonderd, toen ze wat beter had gekeken. Aan de andere kant van de stad was een dikke, grijze muur opgetrokken. Wat had die daar te doen? Het leek wel alsof ze de stad begonnen af te schermen van de buitenwereld. Immers maakte hij een lichte ronding, alsof ze hem gingen doortrekken, helemaal rond de stad! Was misschien dat touw... Nee, dat kon niet! Ze gingen de stad toch niet afschermen van het bos? Dat was gewoon gek! Maar wat zouden ze er anders mee willen? Voorzichtig slikte ze, haar ogen nog steeds gericht op de grijze muur. Ze zou het straks aan haar ouders vragen. Ze moest gewoon weten wat dit te betekenen had.
- Hoofdstuk 5:
Snel klom ze terug naar beneden en begon te rennen. Haar voeten gingen snel over de zachte bosgrond. Bladeren werden door haar voeten lichtjes opgewaaid en takken ritselden elke keer als ze voorbij kwam. Met een klein sprongetje liep ze over het touw heen en bleef doorrennen tot aan haar huis. Met een harde knal kwam ze tegen de deur terecht, waardoor ze haar evenwicht verloor en al snel op de grond zat. Met haar rechterhand ging ze over een licht rood wordende plek. Dat zou waarschijnlijk een bult worden, niks aan te doen. Ze zuchtte. Ondertussen had haar moeder de deur open gedaan en keek haar een beetje verbaasd aan. 'Wat zit jij daar op de grond te doen?' vroeg ze rustig. 'Eehm.. Niks' was haar antwoord, terwijl ze nog even over de pijnlijke plek wreef. Snel stond ze op en probeerde met haar ogen even naar haar voorhoofd te kijken, wat natuurlijk niet lukte. Ze veegde rustig het vuil van haar broek en keek haar moeder toen strak aan. 'Mam, weet jij toevallig wat die halve muur rond de stad daar staat te doen?' vroeg ze doelgericht en keek haar moeder recht in de ogen voor zover dat kon. Maar deze keek lichtelijk weg en ging uit de weg om haar door de deur te kunnen laten lopen, alsof ze de vraag niet eens gehoord had. 'Kom toch binnen,' klonk haar stem vriendelijk. Dat was het? Geen antwoord? Misschien had ze het echt niet gehoord. 'Ik vroeg wat' sprak ze kalmpjes, maar haar moeder antwoordde niet, ze keek niet eens op. Achterdochtig hield ze haar blik op haar moeder gericht, toen ze toch maar naar binnen liep. De vrouw sloot de voordeur en liep door de volgende deur naar de woonkamer, waar ze op de bank plofte en haar blik op haar richtte. 'Wil je nu antwoorden?' vroeg ze nog een keer rustig, maar wel met een glimp van wantrouwen in haar stem. Weer geen antwoord. Oost-Indisch doof, dat was haar moeder gewoon. Zo gewoon op de bank gaan zitten alsof er helemaal niks aan de hand was! 'Hallo?' Vroeg ze nog terwijl ze de kamer binnenliep, 'Wat doet die halve muur daar? Ga je nog antwoorden? Desnoods dat je het niet weet!' Ze was nog net niet aan het roepen, maar veel scheelde het niet. Echter bleef haar moeder koppig doen alsof ze de vraag niet hoorde, alsof die vraag nooit was uitgesproken. Vanbinnen begon de woede al snel te borrelen. Wat verborg ze toch? Ze wist er iets van, dat moest haast wel! Wat in hemelsnaam wou ze niet met haar delen? Dit was toch iets wat de hele stad aanging of niet soms? Er werd een gigantische muur rond de stad gebouwd en ze kon er niet over praten. Wat was er toch mee? Wat was er met haar? Waarom mocht zij er niks van weten? 'Heej!' riep ze nu haast kwaad naar haar moeder, 'Krijg ik nog antwoord of hoe zit dat?' Haar stem sloeg over en woest keek ze haar moeder aan, welke haar even aankeek. 'Je moet maandag niet je uniform aan naar school.' sprak ze en glimlachte even, 'De school heeft gebeld.' Ongemerkt was ze een paar passen achteruit gedeinsd, terwijl ze haar moeder ongelovig aankeek. Wat... Wat was dit? Waarom ontweek ze die vraag? Waarom zei ze niet waar het op sloeg? Waarom zei ze niet eens dat ze het niet wou zeggen? Nee, gewoon doen alsof ze de vraag nooit had gesteld. Gewoon doen alsof ze niet op haar aan het schreeuwen was. Gewoon verder gaan met het gesprek alsof er nooit iets gezegd was. Opzet bleef ze staan en wist alleen maar haar moeder ongelovig aan te kijken. Geen woord wist ze te zeggen. Te bewegen lukte ook al niet. Normaal zei haar moeder alles tegen haar. Normaal was haar moeder overbezorgd over alles. Waarom nu niet? Wat gebeurde er? Wat was er in godsnaam aan de hand? Wat ging er gebeuren? Haar gedachten gingen terug naar de man die ze in het bos was tegengekomen. 'Voor niets dat kleine kinderen moeten weten.' Het antwoord dat ze had gekregen. Hij ontwijkte de vraag ook, maar minder. Hij gaf tenminste een soort van antwoord. Het felgele vestje. Een bouwvakker? Hij moest er iets mee te maken hebben. Beiden ontwijkten ze een vraag en als die man een bouwvakker was, dan beiden over de muur. Ze wist het nu haast zeker. Ze gingen de stad van de buitenwereld afschermen, maar waarom? Verward en bang schudde ze haar hoofd. Nee, dat kon niet. Dat konden ze nooit doen. Zou het voor die vernieuwingen zijn? Maar waarom hadden ze daar een muur voor nodig? Dat hoefde toch helemaal niet? Was dat niet alleen maar slechter? Weer deinsde ze een paar passen achteruit. Dat mocht niet! Dat kon niet! Haar moeder keek haar even aan, 'Is er iets, Lily?' vroeg ze met een glimlachje dat haar helemaal niet beviel. Ze betrapte zich er zelf op dat er tranen in haar ogen begonnen te staan. Nog een paar seconden bleef ze verward en angstig staan, maar daarna rende ze weg. De kamer uit. Met een veel te grote kracht trok ze de deur open en liep naar buiten. Ze hoorde hoe de deur met een gigantische klap tegen de muur aankwam, maar het kon haar allemaal niet meer schelen. Wat was dit? Pas in het centrum van de stad begon ze een beetje rustiger aan te lopen. Haar adem schokte en ze plaatste haar handen op haar knieën om even wat uit te rusten. Na een tijdje keek ze op, misschien dat iemand uit de stad haar kon helpen. Op een drafje liep ze naar een oude vrouw toe, 'Mevrouw?' vroeg ze vriendelijk en glimlachte liefjes. De oude vrouw keek even op, 'Wat is er meisje?' vroeg ze met een krakerige stem. 'Ik heb een vraagje,' begon ze voorzichtig, 'Weet u toevallig waarom er een muur rond de stad wordt gebouwd?' De vrouw leek even te schrikken bij die vraag, wierp nog een blik op haar en zei toen luid, 'Vraag het iemand anders!' Zonder ook nog maar iets verder te zeggen, liep ze verder. Verbaasd keek ze het vrouwtje na. Het zou ook wel. Misschien dat het man in pak aan de overkant van de straat iets wou loslaten. Haar blik ging snel van de ene naar de andere kant van de straat en stak toen snel over. 'Meneer!' riep ze en zag dat hij omkeek, 'Mag ik u iets vragen?' De man bekeek haar even van top tot teen en knikte toen rustig, 'Natuurlijk, ga je gang, wat wil je weten?' vroeg hij. Even keek Lily naar haar tenen, maar daarna keek ze de man strak aan. 'Weet u toevallig waarom er een muur rond de stad gebouwd wordt.' En toen was het stil. De man keek haar nog even aan en sprak toen haastig, 'Eehm... Ik heb het nogal druk, sorry, ik moet snel door!' Hij ook al? Verward en niet begrijpend keek ze hem na. Waarom ontweek iedereen die vraag zo? Was zij trouwens de enige die er niets van wist?
- Hoofdstuk 6:
Het duurde een hele tijd voordat ze haar lichaam weer in beweging zette. Allerlei vragen spookten door haar hoofd. De vreemdste ideeën over de muur martelden haar. Ze was iemand die graag wou weten wat er om haar heen gebeurde en dat was niet echt wat er nu gebeurde. Ze kon er maar geen vat op krijgen. Ze begreep het maar niet. Ze kon het maar niet loslaten. Er gebeurde iets. Er ging iets gebeuren. Iets waar niemand over wou spreken. Iets wat niemand waarschijnlijk zelfs wou, maar wat zich toch zou afspelen. Een muur, wat kon men met een muur doen? Iets afschermen. Maar waarom zou men zich van de buitenwereld willen afschermen? In de tijd waar ze leefden, was dat alles behalve handig. De handel zou moeten worden stopgezet. Mensen zouden niet meer op reis kunnen. Waar waren ze mee bezig? Wat dachten ze te doen? Geschrokken keek ze op toen er plots een jongen van ongeveer haar leeftijd tegen haar aanbotste. 'Sorry,' mompelde hij en liep rustig door. Even keek ze hem na. Misschien wist hij iets, of niet, maar dan was ze in ieder geval niet alleen. Snel rende ze achter hem aan. Bij hem aangekomen, twijfelde ze nog even, maar uiteindelijk raapte ze al haar moed bij elkaar en tikte hem voorzichtig op zijn schouder. 'Eehm, mag ik iets vragen?' vroeg ze zachtjes, toen hij zich had omgedraaid. De tiener zuchtte en knikte, 'Doe maar' bromde hij. Je kon aan zijn gezicht zien dat hij dat liever niet had gehad. Haar blik was nog een tijdje op de grond gericht, maar daarna keek ze weer op. Hij was iets groter dan zij, dus ze moest omhoog kijken. 'Weet jij toevallig waarom er een muur rond de stad wordt gebouwd?' Haar stem trilde licht. Niet begrijpend keek hij haar aan en grijnsde even. 'Waar heb jij het nou weer over?' sprak hij verbaasd, 'Sinds wanneer wordt er een muur rond de stad gebouwd? Je moet zeker aan het dromen zijn geweest!' Lachend draaide hij zich om om door te lopen. 'M.. Maar het is echt waar!' riep Lily nog uit. Hij draaide zich weer om en keek haar een beetje verveeld aan. 'We zitten niet in de middeleeuwen, meisje,' was zijn antwoord koeltjes. Dat was wel waar, ze kon het niet ontkennen. Beduusd keek ze naar haar voeten, maar waarom geloofde hij haar nou niet? Misschien was het ook wel een beetje onlogisch. Maar ze had het toch zelf gezien! 'Maar...' bracht ze nog uit. De tiener draaide zich voor een laatste keer om en sprak toen rustig, 'Laat me die geweldige muur van je dan eens zien.' Hij geloofde het nog steeds niet, dat was duidelijk te horen. Echter was er wel een glimpje hoop op Lily's gezicht te lezen. Ze was in ieder geval niet de enige die er niets van af had geweten en ze kreeg nu de kans hem te laten zien dat ze geen onzin sprak. Waar begon de muur ook al weer? Westzijde van de stad, dat was wel een kwartiertje lopen, nou ze ging nu niet terug spartelen. Snel greep ze hem bij zijn arm en trok hem door de straatjes mee. Ze had er goed de pas in gehouden tot zijn stem plots weer klonk. 'Wat is je naam eigenlijk en waar gaan we in godsnaam heen?' Ze keek achterom en vertraagde haar pas wat. 'Lily' zei ze, terwijl ze zijn arm losliet. Ze vertrouwde er nu wel op dat hij mee zou komen. 'En als ik het me goed kan herinneren, begint de muur tot nu toe aan de westkant. Maar wat mag jou naam dan wel niet zijn?' Een lichte glimlach verscheen op haar gezicht. 'Joel' Ze knikte, de kans dat ze het zou onthouden, was klein, maar ze zou het proberen. Een lange tijd was het stil. Ze liepen gewoon door de stad. Van drukke straten tot verlaten steegjes. Ze bekeek hem nog eens. Ergens kwam zijn gezicht en zijn bruine haar haar bekend voor. Maar het zat zo vaag in haar geheugen dat ze het niet echt meer ergens kon plaatsen. Waarschijnlijk had ze hem ooit al eens gezien in de stad, dat zou haar niks verbazen. Een zachte zucht verliet haar lichaam en ze richtte haar blik weer op de weg voor haar. De westkant leek ontzettend ver weg op dit moment. Soms wou ze een afstandsbediening om momenten door te spoelen, of juist te vertragen, om terug te spoelen in het verleden of naar de toekomst. De westkant was de rijkste kant van de stad, maar ook de kant met de minste tieners en kinderen. Vooral ouderen woonden daar of van die rijkelui zonder echt gezin. Alleen wonende mannen of vrouwen die dan zo'n heel domein voor zichzelf hadden. Haast altijd hadden ze eerst nog een oprijlaan van een kilometer en was de tuin bezaaid met fonteinen, meertjes, beekjes en standbeelden. Het huis zelf, als je dat al kon zien staan, was haast altijd wit. Soms waren de vensterbanken in een goudachtige kleur geverfd of donkerblauw. Haar blik ging van links naar rechts door de haast verlaten, brede straten van de wijk. 'Blij dat ik hier niet woon,' klonk het plots. Even keek ze haar metgezel aan en knikte toen instemmend. 'Zo leeg' vulde ze aan, normaal gezien was het nu niet ver meer. Gewoon deze wijk door. Niet veel verder kon ze hem zien staan, een grote grijze massa die boven de witten huizen uittorende. Ze stootte Joel aan. 'Zie je wel!' sprak ze en wees met haar vinger naar de betonblok. Met zijn mond half open keek hij naar het ding. Een lange tijd bewoog hij niet tot ze even met haar hand voor zijn ogen zwaaide. 'Wat doet dat daar!' riep hij uit en keek nog een keer naar. Lily haalde haar schouders op, maar voor ze echt antwoord kon geven, trok hij haar mee. 'Kom mee, dit gaan we even van dichterbij bekijken! Misschien zijn daar wel mensen die het ons kunnen uitleggen.' Ze wou zeggen dat ze het zelf al aan meerdere mensen had gevraagd, maar hield uiteindelijk toch maar haar mond. Hij zou er vanzelf wel achterkomen. Bij het ding aangekomen keek ze omhoog. Het was zeker zo'n 15 meter hoog. Waarom deden ze dit? Samen volgden ze hem tot aan het punt waar hij was begonnen. De muur ging er loodrecht naar beneden en er was geen bouwvakker te zien. 'Ze bouwen waarschijnlijk de andere kant op' zei ze. Joel knikte, 'Dan gaan we aan de andere kant kijken!' was het antwoord. Een beetje verbaasd keek ze hem aan. Was hij helemaal gek geworden? Ze waren vast al verder dan daarnet en ze had daarnet niet eens goed gekeken tot waar hij door ging. 'Weet je niet hoe ver dat kan zijn? Voor hetzelfde geld is dat 10 kilometer verderop!' protesteerde ze, maar hij haalde enkel zijn schouders op alsof dat 10 kilometer helemaal niks was. 'Nou en?' vroeg hij, 'Dan hebben we direct onze beweging voor vandaag wel gehad!'
- Hoofdstuk 7:
Ze zag al snel in dat het weinig zin had om tegen hem in te gaan, hij bleek zo koppig als een ezel. Ze maakte wat gebaren met haar handen dat het haar al niet meer kon schelen en rustig gingen ze op weg. 'Hoe laat is het?' vroeg hij toen. Ze haalde haar schouders op, 'Geen flauw idee van.' Joel wierp nog even een blik op haar, maar keek toen weer voor zich, 'Fijn' bromde hij. Waarschijnlijk was het al lang middag geweest. Ze kon gewoon de leegte in haar maag voelen. Ze hoefde nog maar een lichte geur van eten op te vangen en ze zou flippen. Een grommend geluid ging door haar lichaam. Gelukkig had hij het niet gehoord, ergens zou ze zich dan wel schamen. Weer bekeek ze hem, ze wou nu toch echt eens weten waarvan ze hem herkende. Of toch vaag herkende. Het leek haar een beetje onlogisch dat ze hem gewoon een keer op straat had gezien. Die mensen herkende ze haast nooit! Al liepen ze vijf keer langs haar. Zou hij misschien bij haar in de klas zitten? Nee, dan zou ze hem wel herkend hebben. Eigenlijk wou ze niet meer naar school. Ze wou dat het weekend eeuwig bleef duren. Vroeger had ze er geen last mee gehad, maar nu wou ze niet meer. Ze had het niet al te makkelijk met vrienden bij elkaar sprokkelen. Op haar oude school was het makkelijker gegaan, omdat niemand elkaar toen kende. Maar hier kende iedereen elkaar. Het verbaasde haar eigenlijk ook een beetje hoe goed ze met Joel om kon. Haar gedachten gingen naar de dag van de brand. Zij en haar vrienden hadden in een groep bij elkaar gestaan, bang en niet goed wetend wat ze nu moesten doen. Het enige wat ze op dat moment konden doen was staan kijken naar het gebouw dat helemaal opging in de vlammen en zorgen dat ze de brandweer niet in de weg liepen. De vlammen hadden het gebouw lijken op te slokken. Het had niet lang geduurd. Het was begonnen met een klein vlammetje, maar zodra iedereen het gebouw uit was, had het gebouw al bijna helemaal in lichterlaaie gestaan. De brandweer was er niet op tijd bij geweest. Het was allemaal ook zo snel gegaan! Een leraar was door de brand omgekomen, hij was niet snel genoeg geweest. Meneer Delare was ook al zo oud geweest, het volgende jaar zou hij met pensioen zijn gegaan. Altijd had die oude man een lach op zijn gezicht en was hij goed gehumeurd geweest. Ze had van zijn lessen gehouden. Hij kon zo goed uitleggen en er was niemand die hem ooit gehaat had. Ze had stiekem wel een beetje om hem gerouwd, ook al gaf ze dat niet zo snel toe. 'Lily' klonk het plots, geschrokken keek ze op. Ze had in dromenland gezeten. 'Waar zat jij met je gedachten? Ik heb je wel vijf keer geroepen!' sprak hij lachend. Ze wist een klein glimlachje op haar gezicht te toveren en zuchtte toen. Ze voelde zijn ogen in haar nek prikken, maar zei niks. 'Alles goed?' vroeg hij. Ze knikte alleen maar, ze moest niet zo aan het verleden denken. Dat maakte haar alleen maar verdrietig, dat was zeker. 'Alles prima,' mompelde ze stil. Joel haalde zijn schouders op en richtte zijn blik weer op de weg voor hen. 'Als jij het zegt' Ze had niet zo moeten wegdromen. Ze moest er nu even bij blijven. Het verleden was gebeurd, het lag achter haar. Ze moest nu door met haar leven. Dat was het beste voor haar en het beste voor de mensen om haar heen. Waar waren ze trouwens? Ze keek even achterom en zag dat ze al een heel eind van het begin verwijderd waren. Joel had haar waarschijnlijk zien kijken en sprak rustig, 'Zo'n kilometer verder.' Voorzichtig keek ze hem aan en glimlachte even licht. Waarom liep ze eigenlijk met hem mee? Ze kende hem nog maar net en het was hij die naar de andere kant wou, niet zij. Ze had er werkelijk geen idee van, maar nu weglopen zou vrij onbeschoft zijn. Zwijgend bleven ze maar doorlopen, maar aan de muur kwam maar geen einde. Lily had werkelijk geen flauw idee hoe lang ze liepen, een uur, twee uur? Het westelijke gedeelte van de stad waren ze in ieder geval al lang voorbij. Ze kwamen steeds dichter bij het gedeelte waar zij woonde. 'Er komt ook geen eind aan dit ding!' begon Joel plots te klagen. 'Jij wou naar de andere kant,' merkte ze koeltjes op. Hij rolde even met zijn ogen, 'Ja' begon hij, 'Maar ik denk dat ik me toch maar ga bedenken. Ik had mijn moeder beloofd om over een paar uur weer terug te zijn.' Een lichte grijns sierde zijn gezicht, 'Dat is iets uitgelopen.' Hij moest even lachen en keek in haar richting. 'Ik denk dat ik moet gaan, zie je nog wel eens!' Ze glimlachte en knikte. Een paar seconden keek ze hem na, maar ging toen snel zelf op weg. Terug naar huis, haar maag schreeuwde om eten. Een ding wist ze nu in ieder geval zeker. Ze was niet de enige die er niks van af had geweten en dat was vrij prettig om te weten. Misschien dat zij met twee de enige waren, maar dat was beter dan alleen. Thuis aangekomen drukte ze op de bel. Eigenlijk kwam ze de laatste tijd wel vrij vreemd thuis, vandaag geheel uitgehongerd, vanochtend ontzettend gehaast en wantrouwend en gisteren geheel doorweekt. Ze grinnikte even bij die gedachte en keek haar moeder toen aan, wie voor de verandering de deur open deed. Niet zo vreemd, haar vader kwam altijd net voor etenstijd thuis. Rustig liep ze naar binnen en wierp een blik op de klok die in de keuken hing. Het was vijf uur en ze had sinds haar ontbijt niks gegeten. Logisch dat ze honger had. Het zou nog een uur duren voor haar vader thuis was en ze dus zouden eten. Misschien was het beter daar op te wachten. Behalve als het niet te eten was natuurlijk. Die uitdaging ging ze aan. Ze zou er niet aan dood gaan. Een middagje niet eten. Ergens was ze blij dat haar moeder niet altijd vroeg waar ze was geweest. Immers kon ze eigenlijk niet zo goed liegen en als ze de waarheid ging zeggen, zou haar moeder sowieso in de lach schieten. Gewoon om het feit dat ze ongeveer de hele middag met een geheel vreemde jongen had rondgehangen. Ze voelde zich lichtelijk stom, maar ze kon het toch niet meer terug draaien. Rustig draaide ze zich om en liep naar boven, waar ze op haar bed plofte en maar weer eens naar het plafond ging staren. Dit hield ze toch niet een heel uur vol, maar iets beters te doen wist ze niet. Ze had geen huiswerk, of tenminste toch niet gehoord en veel te doen hier was er niet. Eigenlijk zwierf ze veel liever alleen door de stad, maar wat moest ze daar doen? Toch besloot ze dat dat het beste was. Ze liep weer naar beneden en de deur door. 'Ik ben nog even weg!' riep ze naar haar moeder, welke haar nog even gedag wuifde, voordat ze de deur achter haar dichttrok. Zonder er ook bij na te denken, liep ze in de richting van de stad. Al snel was ze geheel in haar eigen gedachten verzonken en liep ze maar een beetje rond tot ze tegen iemand op botste. Snel deinsde ze een paar stappen achteruit en keek even naar de persoon waar ze was tegengelopen. Het was Joel weer, wat moest hij hier, hij zou toch naar huis gaan? 'Wat moet jij hier?' vroeg hij. Rustig keek ze hem aan. 'Ik woon hier nog geen 500 meter vandaan,' antwoordde ze kalm. 'Oh, dat verklaart.' Even rolde ze met haar ogen, 'Maar waarom ben jij hier, je zou toch naar huis gaan?' Joel haalde zijn schouders op. 'Toen ik mijn moeder vroeg of zij iets wist over die muur, bleef ze maar zwijgen. Toen ben ik maar weer weggegaan.' Ze wou nog knikken, maar schrok zich toen kapot, toen plots een man haar en Joel meetrok. 'Meekomen' siste hij en keek met zijn sluwe oogjes snel om zich heen.
- Hoofdstuk 8:
De man trok hen mee naar een donker, niet erg gezellig uitziende kroeg en duwde hen op een bank in de hoek. Verstijfd bleef Lily zitten, niet eens durvend Joel aan te kijken. Haar blauwe ogen waren angstig op de man gericht die op de stoel tegenover hen ging zitten. Zijn blik ging snel van links naar rechts en bleef toen weer haken op de twee tieners. 'Kijk,' fluisterde hij, 'De meesten zullen het er niet mee eens zijn dat ik jullie dit vertel.' Hij stopte even toen de barman aan hun tafel kwam staan, duidelijk klaar om een bestelling op te nemen. 'Niet nu, Harry,' siste hij en keek even naar de man, 'Kom op, wegwezen jij.' Onverschillig haalde de barman zijn schouders op en liep weer weg. Lily keek even van de ene naar de andere, maar richtte haar ogen al snel weer op de man. Ze was bang en dat was waarschijnlijk te merken ook. Immers moest de man even kort en zachtjes lachen en sprak toen met een grijns, 'Wat zit je er bij, meisje. Ontspan toch een beetje.' Even slikte ze. Ze kon er niet aan doen. Ze was het niet gewend om plots een café binnengetrokken te worden door een wildvreemde man. Ze kon niet ontspannen. Niet op dit moment. 'Goed,' begon hij rustig, 'Ik wil het met jullie hebben over die muur. Immers staat hij er niet zomaar. Alle volwassenen weten het. Tenminste, normaal gezien. Ik wil jullie' De man kon zijn zin niet afmaken, want die barman stond er weer. Deze keek even van de man naar de twee tieners en richtte zich toen weer op de man. 'Jacob, ze gaan je toch niet geloven. Laat ze toch gaan, zie je niet hoe bang ze zijn?' De man trok zijn ogen tot spleetjes en keek hem aan, 'Hebben ze niet het recht op z'n minst de waarheid gehoord te hebben?' vroeg hij zacht sissend. Lily keek van de ene naar de andere, terwijl ze verder gingen met de discussie, welke steeds meer op een ruzie begon te lijken. Echter schrok ze zich kapot, toen Joel haar plots meetrok. 'Kom mee, we zijn hier weg,' fluisterde hij zacht, 'Ik weet niet of dit te vertrouwen is.' Hij had zijn ogen van haar afgedraaid en liet geen enkele emotie in de rest van zijn lichaam zien. Maar ergens had ze het gevoel dat ook hij angst had voor dit tweetal. Hij trok haar mee naar buiten, langs de twee mannen. Ze keken niet naar hen, ze hadden het veel te druk met het uitschelden van elkaar en hun eigen standpunt verdedigen. Aan de ene kant wou ze weten wat de man te vertellen had, maar aan de andere kant wou ze zo snel mogelijk van hem af zijn. Daarbij had de barman gezegd dat ze het toch niet zouden geloven, was het dan zo onlogisch? De realiteit was soms niet te geloven, dat was zeker waar. Maar wat zou hier achter zitten. 'Ik ga denk ik maar naar huis.' De stem van Joel liet haar opschrikken uit haar gedachtes. Hij had zijn blik op de grond gericht en zuchtte even zacht. 'Nog een fijne dag verder,' sprak hij, terwijl hij zijn blik voor een paar seconde op haar richtte. Het was niet lang, maar ze meende er een glimp van spijt in te zien. Niet goed wetend wat ze nu moest zeggen, keek ze hem na. Misschien zag ze hem wel nooit meer terug. Het zou haar in ieder geval verbazen. Ze woonde hier al sinds haar geboorte, maar kon zich niet herinneren dat ze ooit met hem gesproken had voor vandaag. Toch was er iets dat ze herkende, al wist ze niet goed wat en waarvan. Misschien moest ze er niet zo over nadenken en gewoon naar huis gaan. Immers zou het ook niet lang meer duren tot haar vader thuis was, toch? Sloom slenterde ze terug naar huis, ondertussen bedenkend wat ze misschien zouden eten. Maar ook dacht ze na over wat de man had gezegd, over de muur, de bouwvakker, het was dus inderdaad geen toeval. Het werd donkerder. Straatlantaarns flitsten aan en sterren verschenen aan de hemel. Ze was nog steeds niet thuis. Rustig keek ze op en liet haar blik over de plaats gaan. Ook handig, ze was haar huis gewoon straal voorbij gelopen. Zuchtend draaide ze zich weer om en begon terug te lopen tot plots een auto vlak naast haar stopte. Een beetje verbaasd keek ze naar de auto en herkende hem al snel. Het raampje ging open en de man die ze haar vader noemde, keek haar rustig aan. 'Hier zit je,' bromde hij, 'Stap snel in, we gaan eten!' Met een vage grijns op haar gezicht, opende ze de deur. Dat werd in ieder geval een stukje minder lopen. Ze ging naast haar vader zitten en sloot de deur weer. Haar ogen gingen naar de tijd. Bijna zeven uur. Was ze echt zo lang weggeweest? Voor haar gevoel had het nog niet eens een uur geduurd. Maar het verklaarde wel waarom het al zo donker was. Het bleef stil tussen hen twee en al snel drukte haar vader de radio dan ook maar aan. Net zoals altijd stond zijn favoriete zender op. Die met die muziek uit de jaren '60. Maar ze zou er deze keer niks op zeggen, ze had er geen zin in. Meestal won hij toch. De woorden van de man galmden nog steeds in haar hoofd, 'Immers staat hij er niet zomaar. Alle volwassenen weten het.' Haar moeder dus ook, haar vader dus ook. Ze had het wel geweten. Haar moeder had het voor haar verborgen gehouden, of geprobeerd. Hoe lang zou ze het al weten? Wat zou ze weten? Haar moeder kon niet verbergen dat ze iets wist wat zij wou weten. Dan ontweek ze de vraag altijd. Net zoals nu. Maar waarom zou ze het niet gewoon vertellen? Waarom wou geen enkele volwassene, behalve die man dan, ook maar iets kwijt over de muur? Welk groot geheim ging er schuil achter die muur? Waarschijnlijk verbood de regering hen er ook maar iets over te zeggen. Maar waarom werd het dan verteld? Moesten ze zich er op voorbereiden? Hadden de volwassenen er iets mee te maken? Ze zuchtte en staarde wat uit het raam. Ze waren bijna thuis, maar ze wist niet goed of ze daar blij mee was. Het geheim van die muur hield haar stevig in zijn greep en ze kon haar gedachten maar moeilijk op iets anders krijgen. De auto stopte. Ze bleef nog een paar tellen zitten, maar schoot toen toch in actie. Ze stapte uit en sloeg de deur dicht. Daarna liep ze rustig naar binnen. Het was een vrij lange dag geweest en ze was eigenlijk wel benieuwd wat het zondag zou worden. Haar moeder verwelkomde haar met een grote glimlach op haar gezicht. Misschien wel om de ruzie van deze middag te verbergen. Echter kon ze niks anders dan zelf ook even naar haar te glimlachen. Ooit zou ze er achter komen. Dat stond vast. Ze zou proberen het te weten te komen, al had ze zo'n vermoeden dat het deels om haar ging en dat ze het dus zou te zien krijgen ook.
Ik hoop op toch enkele reacties n.n Zeg maar gerust wat je er van vind!
Xx Ceesje
Ps. Als jullie willen kan je het ook hier lezen, moesten jullie dat handiger lezen vinden.
Laatst aangepast door Timefall op ma 1 jul 2013 - 15:20; in totaal 10 keer bewerkt |
| | | Cees C: 1120 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // vr 21 jun 2013 - 15:08 | |
| Hoofdstuk 1 toegevoegd :3 - Hoofdstuk 1:
Gewoon deze dag. Dat was wat er door Lily's hoofd heen ging. Alleen deze dag en het zou weekend zijn. Met glazige ogen staarde ze uit het raam, tot ze gewekt werd door de bel. Versuft keek ze op om dan langzaam haar tas te pakken en recht te gaan zitten. Ze kwam van de verhoging bij het raam af en keek om zich heen. Deze keer zou ze niet te laat komen. Met vastberaden en stevige passen stevende ze op het lokaal af, deze keer op tijd. Rustig liep ze naar binnen en ging zitten. Er waren dit keer nog maar een paar personen in de klas en een beetje opgelucht haalde ze haar boeken voor het volgende uur er uit, waarna ze haar blik door de klas liet gaan. Hier en daar hing een poster, er stond een houten kast vol met boeken met daar bovenop een oude, verstofte wereldbol. Achterin de klas stond een nep geraamte, gemaakt van kunststof, maar het zag er belachelijk echt uit. De houten banken waar ze aan zat waren een beetje gelakt, maar daar hield het ook bij op. Enkel de elektrisch bedienbare rolluiken, de tv en beamer lieten zien dat deze school eigenlijk toch wel vrij modern was. Ook het slot van de deuren. Al lang gebruikten ze geen echt sleutels meer. Het piepen van het krijtje op het oude, zwarte schoolbord deed haar opschrikken. De les was begonnen, gelukkig nog maar net. De leraar schreef met het witte krijt het onderwerp van de dag op het bord en begon te vertellen over van alles en nog wat, wat haar geen moer kon interesseren. Hoezo zou het haar interesseren hoe je vuur maakt als je in een bos zit? Je neemt gewoon een lucifer en steekt iets in de fik, zo, toen had je vuur! Haar blik verplaatste zich toen maar weer naar buiten. Wel zorgde ze ervoor dat ze deze keer niet te ver zou afdwalen, zodat ze de bel deze keer wel zou horen. Ergens hoopte ze dat deze niet te lang op zich liet wachten en aan de andere kant. Wat moest ze dan als de bel was gegaan? Wat moest ze dan doen? Weer wat ronddwalen? Ze wou gewoon naar huis, ze wou op haar bed ploffen en gewoon slapen. Gewoon even niks doen. Echter was het Lana, wie haar van haar wegdromen afhield. 'Hey' fluisterde ze, 'Hey, wat was je naam ook al weer?' Even keek Lily haar alleen maar een beetje aan, pas toen de vraag geheel was doorgedrongen begon ze te antwoorden, 'Eehh' begon ze zacht, 'Lily!' Dat was te luid. De leraar keek haar even een beetje geïrriteerd aan en gebaarde naar Lana zich om te draaien. Maar zodra hij zijn rug weer naar haar toe had gekeerd, draaide ze zich weer om. 'Juist ja, je weet de mijne toch nog, Lana? Ik zal het proberen te onthouden!' Lily knikte wat en wou nog wat zeggen, maar het meisje had zich al weer omgedraaid. Dan zou ze maar proberen wat op te letten in de les. Wiskunde was nu aan de beurt. Maar de leerstof die hij gaf, had ze al lang gezien. Zou haar school hebben voorgelopen op hen of zouden zij het gewoon in een helemaal andere volgorde te zien krijgen. Ergens gokte ze op dat laatste, maar hoopte ze het eerste. Immers zou dat betekenen dat ze nog een heleboel moest inhalen. Hij bleef maar praten en bleef maar praten. Soms was hij even stil en keek dan de klas rond op zoek naar een slachtoffer voor zijn volgende vraag. Haar duidde hij nooit aan, waarom wist ze niet. Misschien wel gewoon door het feit dat hij haar naam niet wist. Het zou haar anders niets verbazen. Zijn blik ging weer eens door de klas en hij duidde een willekeurig iemand aan. Deze keer de jongen die schuin voor haar zat, naast Lana. Hij mompelde dat hij geen idee had van wat het antwoord was en daar hield de leraar het maar op. Hij verschoof zijn blik naar de andere kant van de klas en duidde daar iemand aan, wie aan een ontzettend moeilijke oplossing begon, die zo makkelijk kon zijn. Lichtelijk verveeld en een beetje moe ondersteunde ze haar hoofd door haar hand. Haar potlood ging een beetje over een geruit blad heen. Het gevolg was dat er na een paar minuten een beetje snel geschetste boom op haar blad stond. Een beetje zo'n boom als je bij kleuters tegenkwam. Niks betekenend, een doodgewone, saaie boom. Haar potlood ging verder over het blad, deze keer kleinere bewegingen makend. Wat moest je anders met zo'n geruit blad dan die ruitjes inkleuren? Even keek ze op, met haar ogen zoekend naar een klok. Als de tijden hetzelfde waren als bij haar oude school, zou het nog zo'n 10 minuten duren. Nauwkeurig en in alle rust vouwde ze het vol gekleurde blad in twee. Nog een keer vouwde ze het dubbel, om het dan tussen haar wiskunde boek te steken. Ook haar pennenzak ritste ze dicht, misschien ging ze volgende keer meer opletten, maar niet nu. Ze moest nog veel te veel wennen aan deze nieuwe omgeving. Het zag er anders uit, had andere gewoontes, andere regels en meest van al, andere mensen. Ze voelde zich hier niet echt op haar gemak. Ze legde haar hand op haar pennenzak en keek nog een keer naar de klok. Niet lang daarna klonk de stem van leerkracht luid en duidelijk dat hij nog even iets had mee te delen, 'Het volgende uur hebben jullie uitval, dus jullie hoeven niet direct naar de klas te komen.' Oke, dit was haar kans. Ze wist dat ze tijdens uitval de school mocht verlaten. Nou als ze dat toelieten, moesten ze het er maar ook mee doen dat zij vandaag niet meer terug kwam. Niet meer lettend op hoeveel minuten er nog over waren propte ze haar pennenzak en boeken in haar tas. Rustig ging ze op zoek naar haar sleutels. Immers zouden haar ouders waarschijnlijk toch niet thuis zijn. Al snel had ze de glimmende dingen gevonden en een vrolijke grijns verscheen op haar gezicht. Weer wierp ze een blik op de klok, nog maar 2 minuten. Nog even draaide ze zich naar voren en deed alsof ze zeer goed aan het opletten was. Echter waren haar oren alles behalve aan het luisteren. Niks drong echt tot haar door. Het enige wat nu telde was de bel, de bel die haar zou vrijlaten. Nog maar een paar seconden. Een beetje gespannen pakte ze haar tas al met een hand vast om dan bij het kleinste beetje gerinkel van de bel weg te zijn. De meesten moesten alles nog opruimen, maar zij was weg. Klassen stroomden leeg op dit moment. Iedereen ging op zoek naar een goed plaatsje om te zitten en hun eten op te eten. Echter met het volgende uur uitval mocht zij de school verlaten. Met een grote grijns op haar gezicht wandelde ze door het grote hek. Vrij, eindelijk. Ze vertraagde haar pas en liep het bospaadje weer op. Deze keer bleef ze echter niet kijken naar een musje dat aan het zingen was. Haar doel was om thuis te komen. Haar doel was om op haar bed te ploffen en niet meer aan die school te hoeven denken. Nou dat zou wel lukken. Met haar blik recht voor haar uit en stevige passen liep ze recht in de richting van haar huis. Het was maar een tiental minuutjes lopen, dan zou ze de sleutel in het slot kunnen steken, naar binnen kunnen en gewoon niks doen. Ze pakte haar tas wat steviger vast en begon te rennen. Ze wou naar huis, gewoon naar huis.
|
| | | Esmee 243 Actief
| |
| | | | Cees C: 1120 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // vr 21 jun 2013 - 19:23 | |
| Yaay, ben blij dat je het leuk vind n.n Volgend hoofdstuk is er :3
- Hoofdstuk 2:
Met haar ogen gesloten plofte ze op haar bed. Hoe lang ze daar precies was blijven liggen, wist ze niet, maar toen ze haar ogen open deed, was haar uitval uur al lang voorbij. Ze moest in slaap gevallen zijn. Ze draaide zich op haar buik en haalde haar tablet van onder haar kussen vandaan. Ze klikte het internet open en begon een beetje rond te surfen tot haar oog op een of ander artikel viel. Rustig klikte ze het open. Het ging over hetzelfde als dat ene groepje op de gang het had over gehad. Ze draaide zich weer op haar rug met haar tablet voor haar ogen en begon te lezen. Het was allemaal nog maar vrij vaag, ze kon er niet echt uit afleiden wat er ging gebeuren. Maar er was een plan en dat was al in gang gezet. Niet dat het gewone volk ook maar enige hoogte van het idee kreeg, maar men werd er rustig aan toch al op voorbereid. Het zou later duidelijk worden, dat werd er gezegd in ieder geval. Nou, ze was benieuwd wat die gekken die zogezegd de macht hadden, nu weer hadden verzonnen. Ze hoopte gewoon dat het geen compleet geschift idee was. Nog even bleef ze naar het artikel staren, waarna ze haar tablet weglegde. Het was 3 uur precies, haar moeder zou over een half uur thuis komen. Ze kwam weer recht en liep naar beneden. Voorzichtig tikte ze met haar vinger op het zwarte beeldscherm dat direct aanflitste. Ze opende haar eigen profiel en daarna tikte ze Dalavina open, het chatprogramma dat al haar vrienden gebruikten. Niemand van haar vrienden online, wat kon ze anders verwachten. Die zaten waarschijnlijk bijna allemaal bij elkaar in de klas en zaten nu braafjes les te volgen. Een beetje verloren keek ze naar de tafel waar de computer op stond en sloot toen haar profiel maar weer af. Ze draaide zich om en liep naar de deur. Dan zou ze het bos maar een bezoekje brengen. Terug naar school zou ze niet doen. Een keertje spijbelen kon toch geen kwaad? Voorzichtig legde ze haar hand op de deurknop en beet even zacht op haar lip, maar wat als iemand haar zag? Ze kon beter de achterdeur nemen. Als ze dan over het hek klom, zat ze immers direct in het bos. Het meisje knikte, dat was het beste. Haar schoenen tikten zacht op de houten vloer. Ze wierp nog vlug een blik op de kamer en opende toen de achterdeur. Een golf van frisse lucht overspoelde haar en voorzichtig zette ze een paar stappen buiten. De tuin lag er nogal overwoekerd bij. Hij was maar klein en ze deden er haast nooit iets in. Dat was misschien ook wel de reden dat haar ouders er geen aandacht aan besteedden. Samen met dat ze er niet echt tijd voor hadden dan. Ze zouden er tijd voor kunnen maken, maar niemand die er nog maar op lette, dus waarom zouden ze. Het kon haar helemaal niets schelen dat ze haar schooluniform nog aan had. Het was niet echt dat ze er ook maar iets om gaf als dat ding kapot ging. Rustig liep ze naar de ladder, klom er op en sprong toen lenig over de schutting heen. Kort keek ze om zich heen. Ze kon de grijze lucht door de bomen heen zien, maar ze zou zich er niet door laten afschrikken. De bomen droegen nieuwe, jonge, frisgroene blaadjes of waren versierd met vele prachtige, wit of roze bloemen. Een klein glimlachje verscheen op haar gezicht, terwijl ze haar lichaam weer in beweging zette. Ze snoof de boslucht goed op en bleef toen weer even staan. Ze had het gevoel gehad dat ze iets had gehoord, maar toen ze niks zag, schreef ze het af als een konijn of ander dier. Bladeren kraakten onder haar voeten, welke steeds sneller vooruit gingen. Steeds verder weg en steeds dieper het bos in tot ze niet meer kon. Licht hijgend plofte ze op de grond en ging tegen een boom zitten. Normaal gesproken kwam ze hier altijd met haar vrienden, maar nu moest ze hier alleen komen. Nu was er niemand anders behalve zij. Alles door die moeder van haar. Verslagen richtte ze haar blik op de kruinen van de bomen. Als je goed keek kon je de steeds donkerdere lucht erdoor zien. Ook was het gewoon te merken aan het donkerder worden, maar dat terzijde. Het zou gaan regenen en niet zo'n beetje ook. Echter bleef het meisje koppig zitten tot de eerste druppels vielen. Eerst nog maar zachtjes, maar al snel kwam het met bakken uit de hemel zetten. Kalmpjes stond ze op, geen zin om naar huis te gaan. Ze wist dat ze ziek zou worden als ze hier te lang bleef, maar misschien was dat nog niet eens zo'n slecht idee. Misschien was haar moeder al thuis. Ze had geen flauw idee hoe laat het was. Aan de zon had ze niks, die zat immers achter de wolken verborgen. Daarbij kon ze nooit echt goed inschatten hoe laat het was. Meestal zat ze er wel een uur of twee naast. Slenterend liep ze terug naar huis. Het water maakte haar kleren doorweekt en zorgde ervoor dat haar haren aan haar hoofd plakten. Ze kreeg het koud, maar kon zichzelf er niet toe krijgen sneller te gaan lopen. Ze zou het wel halen, misschien een kleine verkoudheid aan overhouden, maar dat was dan ook wel alles. Het was op zijn minst een half uur wandelen, als het niet meer was. Een half uur door de stromende regen, welke maar niet wou ophouden. Als klap op de vuurpijl kwam er ook nog eens donder en bliksem bij. Alleen kon het Lily allemaal niks meer schelen. Ze wist niet goed hoe ze het had vandaag, maar het was duidelijk dat ze niet in een goede stemming was. Even bleef ze staan, maar een verblindende bliksemflits dwong haar verder te lopen. Ze kon voelen hoe zelfs haar sokken tot in het kleinste puntje kletsnat waren. Het water sopte in haar schoenen en de regen liep als tranen over haar gezicht. Natuurlijk moest dit haar weer overkomen. Haar benen voelden ijskoud aan en het uniform kleefde tegen haar lichaam. Maar ze zei niets en mopperde niet. Niks ging er nu in haar gedachten om. Alsof ze er even niet was. Alsof haar hersens voor een heel kort tijdje niet werkten.
|
| | | Cees C: 1120 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // vr 21 jun 2013 - 21:01 | |
| En hier is hoofdstuk 3 n.n
- Hoofdstuk 3:
Het duurde een tijdje voor ze eindelijk de voordeur van haar huis bereikte. Op de oprit stond de rode auto van haar moeder en zuchtend bleef ze ernaar kijken. Pas na een tijdje kwam ze weer in beweging. Die twee minuten die ze langer in de regen stond, zouden immers het verschil niet maken. Het was haast pikkedonker en de regen viel nog harder uit de lucht dan eerst. Straten stonden blank en het beekje dat door het bos stroomde was uit zijn oevers getreden. Niet dat dat veel kwaad kon. Het was zo'n klein beekje dat je er nauwelijks last van zou hebben. Maar toch was het wel een meetpunt van hoe hard het wel niet regende. De bliksem verlichtten om de zoveel tijd de donkere straten van het dorpje en de donder sloeg op zijn trommels alsof zijn leven er vanaf hing. Zacht duwde ze op de bel, net bij de volgende donderslag. Zuchtend duwde ze nog een keer, er van uitgaand dat haar moeder het toch niet had gehoord. Al snel zwaaide de deur open en stond de vrouw voor haar. 'Kom binnen!' sprak ze vluchtig, 'Je wordt nog ziek zo! En waar is je tas?' Oh ja, volgens haar kwam zij natuurlijk van school. 'Thuis,' mompelde ze een beetje binnensmonds, 'We hadden het laatste uur uitval' Goed, dat was niet waar, maar niemand die dat ging zeggen. Haar moeder knikte en trok haar naar binnen. 'Trek nou maar vlug wat droge kleren aan en ga dan onder de douche!' Lily zuchtte, de logica van haar moeder. Zij draaide de volgorde liever om. Ze trok haar schoenen uit en zette ze aan de kant. Hopelijk waren ze morgen droog. Traag stommelde ze de trap op. Ze trok wat kleren uit de kast, maar liet haar oog al snel vallen op haar pyjama. Direct legde ze de kleren weer terug. Het was vijf uur, nu al direct een pyjama aandoen, kon geen kwaad. Ze greep hem van haar bed en liep in de richting van de badkamer. Daar bleef ze even voor de spiegel staan, starend naar haar eigen spiegelbeeld. Lag het aan haar? Had zij iets gedaan waardoor dit alles gebeurde? Voorzichtig trok ze haar kleren uit. Dat voelde ergens toch beter aan dan die plakkerige, natte brei om haar heen. Ze zette de douche aan en bleef nog even wachten, haar hand steeds onder het water houdend om te voelen wanneer hij warm was. Wanneer hij de juiste temperatuur bereikt had, stapte ze er onder. Ook deze keer stroomde het water weer langs haar lichaam. Maar dit keer was het warm en aangenaam. Pas nu besefte ze hoeveel ze haar vrienden echt miste. Ze waren uit elkaar gerukt door een brand. Misschien moest ze ze uitnodigen in het weekend. Maar zouden ze wel tijd hebben? Zouden ze wel willen? Of zouden ze al meer dan genoeg andere vrienden hebben gevonden en haar helemaal zijn vergeten? Tranen prikten achter haar ogen en ze ging zitten. Het kon haar niet schelen of ze zo schoon werd of niet. Een traan rolde langs haar wang. En al zag deze er net zo uit als de andere druppels die over haar gezicht liepen, toch had deze een betekenis. Hij liep er niet voor niks, hij liep er niet om haar schoon te maken. Of misschien wel. Misschien om haar schoon te maken van binnen, al het verdriet op te ruimen. Ze slikte, terwijl er nog meer tranen over haar wangen stroomden. Ze had het al heel de dag ingehouden. Haar brein had het verdriet genegeerd tot nu. Nu was het tot haar doorgedrongen. Ze had haar lippen tegen haar knieën aangedrukt, proberend zo weinig mogelijk lawaai te maken. Haar grote, blauwe ogen probeerde ze open te houden, want elke keer als ze knipperde, stroomde er weer een traan langs haar wang. Echter hield ze dit niet lang vol. Al snel belande haar voorhoofd op haar knieën en kneep ze haar ogen dicht, huilend. De tranen stroomden nu echt over haar wangen. Waarom net haar? Waarom moest haar moeder zo koppig doen? Ze had dit nooit gewild en toch was het gebeurd. Pas na een twintigtal minuten ging haar huilen over in snikken. Ze tilde haar hoofd weer op en keek naar de doorschijnende deur van de douche. Licht trillend stond ze recht. Maar had moeite haar tranen weer in te houden. Nog half snikkend ademde ze even diep in en uit. Haar hele lichaam schokte erdoor. Ze voelde hoe er een krop in haar keel was gekomen. Ook haar ogen voelden nog vochtig aan, alsof de tranen elk moment weer konden komen. Ze trilde. Ze trilde van het verdriet en het snikken. Ze voelde zich ellendig, zelfs de gedachte aan Lana, wie zich toch op z'n minst had voorgesteld, konden haar niet eens een klein beetje opvrolijken. Toen ze eindelijk was opgehouden met snikken, keek ze een beetje naar het water dat in het gootje verdween. Haar blik verplaatste zich naar de knop om het water uit te zetten. Langzaam ging haar hand in de richting van het ding om dan snel een eind te maken aan het water. Haar ogen gingen even naar de douchekop, waar nu helemaal geen water meer uitkwam. Daarna draaide ze zich om en duwde de deur open. Haar babyblauwe handdoek hing klaar. Ze rukte het ding van het rek en hield hem tegen haar aangedrukt. Het duurde even voordat ze zich er toe wist te brengen zich ook daadwerkelijk af te drogen. Haar blik ging naar de spiegel, waar ze al snel haar rode ogen van het huilen te zien kreeg. Snel keek ze weg en zuchtte. Snel trok ze haar pyjama aan en liep in de richting van haar kamer, waar ze op haar bed plofte. Echter kon ze niet lang blijven liggen. Het eten was klaar. Zuchtend stond ze weer op en wierp nog even een blik op de spiegel. Het rood in haar ogen was alweer aan het wegtrekken en traag stommelde ze de trap af. De geur van spaghetti dreef haar neus in. Normaal was ze er naar toe gelopen, maar vandaag liet het haar koud. Traag slofte ze de kamer binnen en plofte op haar stoel neer. De iets te lange pony verborg haar ogen, terwijl ze naar haar bord keek. Ze draaide een beetje met haar vork in de slierten en het duurde even voordat ze een hap nam. Haar ouders waren aan het praten over van alles en nog wat. Zij bleef stil, bang dat ze weer zou beginnen snikken als haar ouders over school en vrienden zouden beginnen. Echter bleef haar stilte niet onopgemerkt. 'Alles goed, Lily?' klonk haar moeders stem plots, 'Je bent zo stil.'
|
| | | Cees C: 1120 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // za 22 jun 2013 - 13:13 | |
| ~ Hoofdstuk 4 :3
- Hoofdstuk 4:
Geschrokken keek ze op en knikte wat. Haar vader haalde zijn schouders op en gebaarde dat ze haar beter met rust konden laten. Een beetje met tegenzin stak Lily nog een hap van haar eten in haar mond. Daarna at ze niet meer. Het enige wat ze deed was een beetje met haar vork draaien in het nog half volle bord. Ze merkte dat haar moeder een beetje bezorgde blik op haar wierp, maar ze bleef stil. Gelukkig maar. Plots hield Lily op met draaien en legde haar vork neer. Zonder nog een woord te zeggen stond ze op en slofte de trap op. Het haar hing nog steeds half voor haar ogen en het had dan ook niet veel gescheeld of ze was boven aan de trap onderuit gegaan. Ze liep haar kamer in en plofte op haar bed. Licht trillend pakte ze haar tablet en slikte even. Zou er nu iemand online zijn? Haar vinger kon het icoontje van het chatprogramma haast niet meer aanraken door het beven. Vier van de vijftig online. Ze keek er even naar, toen gingen haar ogen naar diegene die online waren. Haar tante, een vriendin van het lager waar ze haast nooit meer mee sprak, een jongen met wie ze eigenlijk helemaal geen band had en haar vader, omdat die dat chatprogramma altijd open had staan. Zacht beet ze op haar lip en legde haar tablet weer weg. Haar hoofd plofte in het kussen en een tijdje bleef ze naar het plafond staren. Dit was dus wat ze kreeg. Dit was waar haar leven naar toe ging. Een leven geheel alleen. Gewoon door die ene brand en haar stomme moeder. Haar vader kon het immers toch niet schelen waar ze naar school ging. Doodstil bleef ze liggen, tot ze besefte dat haar deur nog niet dicht was. Direct kwam ze overeind en liep er naar toe. Met een tikkeltje te veel kracht duwde ze hem dicht en draaide de sleutel om. Ze had even geen zin in bezoek van haar ouders. Nog een paar tellen bleef ze staan, maar daarna draaide ze zich om en viel met haar hoofd in haar kussen weer op haar bed. Zacht begon ze weer te snikken. Alles zat vandaag gewoon tegen. Nu ja, daar had ze het gevoel van. Maar als ze er over nadacht, was het niet eens zo veel. Het waren gewoon zo'n grote dingen, dingen die ze niet zo gemakkelijk kon loslaten. Al snel stroomden de tranen weer over haar wangen, voor zo ver ze over haar wangen konden stromen. De meeste maakten gewoon direct haar kussen nat. Nog half huilend viel ze in slaap. De volgende dag werd ze wakker door hard gebons op haar deur. Direct veerde ze recht. Haar blik ging naar haar klok. Half twaalf. Had ze zo lang geslapen? Weer dat gebons. Langzaam stond ze op en liep naar de deur, waar ze de sleutel omdraaide en ze een paar stappen achteruit zette. De deur zwaaide open en haar vader keek haar zuchtend aan. 'Zeg slaapkop, kom je nog uit je bed of hoe zit het?' Even keek ze de man aan, om dan snel te knikken en de deur weer dicht te doen. Snel zocht ze wat kleren bij elkaar en sprong er haast in. Daarna denderde ze de trap af en liep naar de keuken. Ze trok de kastjes open, greep een boterham en legde die op een bord. Een beetje gehaast zocht ze verder naar de chocoladepasta. Het duurde een tijdje, maar toen ze hem eindelijk had, zette ze hem naast haar bord. Ze zuchtte, liep nu wat rustiger naar de lade met bestek en pakte een mes. Het meisje ging zitten en begon traag een dikke laag op haar boterham te smeren. Al de ophef die ze gister had gemaakt, was ze al weer half vergeten. Rustig begon ze haar eten op te eten en keek met nog half slapende ogen om zich heen. Na het eten stond ze op en liep naar het raam waar de gordijnen nog steeds dicht waren. Ze trok ze open en keek met een glimlach op haar gezicht naar de stralende zon die scheen in de al even blauwe lucht. Dat was wel wat anders dan gisteren. Gisteren... Ze zuchtte even, daar kon ze beter niet aan denken. Ze liep door de achterdeur naar buiten en klom over het hek heen. Weer liep ze door het bos, net zoals gister. Alleen nu rustig en niet zo verdrietig. Plots struikelde ze over iets. Geschrokken keek ze naar achter. Een laag touw was evenwijdig aan de grond gespannen. Niet begrijpend keek ze ernaar. Wat moest dat hier? Een man met een felgeel vestje kwam naar haar toe. 'Kijk je wel een beetje uit? Het is niet de bedoeling dat je dat touw kapot maakt, begrepen?' zijn zware stem klonk dreigend en geschokt keek ze hem aan. 'Waarom is dat touw hier eigenlijk?' vroeg ze, vermoedend dat hij hier iets mee te maken had. De man bekeek haar even van top tot teen en sprak toen, 'Voor niets dat kleine kinderen moeten weten.' Ze was misschien niet groot, maar ze was niet klein meer! Ze was 15. Echter besloot ze haar mond te houden en licht geïrriteerd liep ze door. Wat deed die man hier met een touw dat niet kapot mocht, midden in een bos op een zaterdagmiddag? Ze besloot het maar te laten zoals het was. Waarschijnlijk niks belangrijks. Ze liep er een eindje vandaan en kwam al snel op een open plek. Enkel in het midden stond een boom. Vrolijk rende ze er naar toe en greep met haar handen de onderste tak vast. Met haar armen trok ze zichzelf op en keek even naar de volgende tak. Die was makkelijk te bereiken, niet al te hoog. Ze klom dus wat hoger, tot ze een prachtig uitzicht had. Het was een zeer hoge boom, hij torende zeker een meter of twee boven de andere bomen uit. Zij zat net op de tak vanaf waar ze over het bos kon uitkijken. Haar ogen gingen van links naar rechts. Ze kon haar school zien, maar ook de plek waar haar oude school hoorde te staan. Ze zuchtte en keek naar beneden. Het was minstens vijf meter tot de grond als het niet meer was. Ze leunde een beetje tegen de stam aan en keek nog wat rond. Bijna was ze uit de boom gedonderd, toen ze wat beter had gekeken. Aan de andere kant van de stad was een dikke, grijze muur opgetrokken. Wat had die daar te doen? Het leek wel alsof ze de stad begonnen af te schermen van de buitenwereld. Immers maakte hij een lichte ronding, alsof ze hem gingen doortrekken, helemaal rond de stad! Was misschien dat touw... Nee, dat kon niet! Ze gingen de stad toch niet afschermen van het bos? Dat was gewoon gek! Maar wat zouden ze er anders mee willen? Voorzichtig slikte ze, haar ogen nog steeds gericht op de grijze muur. Ze zou het straks aan haar ouders vragen. Ze moest gewoon weten wat dit te betekenen had.
|
| | | Cees C: 1120 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // zo 23 jun 2013 - 20:35 | |
| ~ En daar is hoofdstuk 5 :3
- Hoofdstuk 5:
Snel klom ze terug naar beneden en begon te rennen. Haar voeten gingen snel over de zachte bosgrond. Bladeren werden door haar voeten lichtjes opgewaaid en takken ritselden elke keer als ze voorbij kwam. Met een klein sprongetje liep ze over het touw heen en bleef doorrennen tot aan haar huis. Met een harde knal kwam ze tegen de deur terecht, waardoor ze haar evenwicht verloor en al snel op de grond zat. Met haar rechterhand ging ze over een licht rood wordende plek. Dat zou waarschijnlijk een bult worden, niks aan te doen. Ze zuchtte. Ondertussen had haar moeder de deur open gedaan en keek haar een beetje verbaasd aan. 'Wat zit jij daar op de grond te doen?' vroeg ze rustig. 'Eehm.. Niks' was haar antwoord, terwijl ze nog even over de pijnlijke plek wreef. Snel stond ze op en probeerde met haar ogen even naar haar voorhoofd te kijken, wat natuurlijk niet lukte. Ze veegde rustig het vuil van haar broek en keek haar moeder toen strak aan. 'Mam, weet jij toevallig wat die halve muur rond de stad daar staat te doen?' vroeg ze doelgericht en keek haar moeder recht in de ogen voor zover dat kon. Maar deze keek lichtelijk weg en ging uit de weg om haar door de deur te kunnen laten lopen, alsof ze de vraag niet eens gehoord had. 'Kom toch binnen,' klonk haar stem vriendelijk. Dat was het? Geen antwoord? Misschien had ze het echt niet gehoord. 'Ik vroeg wat' sprak ze kalmpjes, maar haar moeder antwoordde niet, ze keek niet eens op. Achterdochtig hield ze haar blik op haar moeder gericht, toen ze toch maar naar binnen liep. De vrouw sloot de voordeur en liep door de volgende deur naar de woonkamer, waar ze op de bank plofte en haar blik op haar richtte. 'Wil je nu antwoorden?' vroeg ze nog een keer rustig, maar wel met een glimp van wantrouwen in haar stem. Weer geen antwoord. Oost-Indisch doof, dat was haar moeder gewoon. Zo gewoon op de bank gaan zitten alsof er helemaal niks aan de hand was! 'Hallo?' Vroeg ze nog terwijl ze de kamer binnenliep, 'Wat doet die halve muur daar? Ga je nog antwoorden? Desnoods dat je het niet weet!' Ze was nog net niet aan het roepen, maar veel scheelde het niet. Echter bleef haar moeder koppig doen alsof ze de vraag niet hoorde, alsof die vraag nooit was uitgesproken. Vanbinnen begon de woede al snel te borrelen. Wat verborg ze toch? Ze wist er iets van, dat moest haast wel! Wat in hemelsnaam wou ze niet met haar delen? Dit was toch iets wat de hele stad aanging of niet soms? Er werd een gigantische muur rond de stad gebouwd en ze kon er niet over praten. Wat was er toch mee? Wat was er met haar? Waarom mocht zij er niks van weten? 'Heej!' riep ze nu haast kwaad naar haar moeder, 'Krijg ik nog antwoord of hoe zit dat?' Haar stem sloeg over en woest keek ze haar moeder aan, welke haar even aankeek. 'Je moet maandag niet je uniform aan naar school.' sprak ze en glimlachte even, 'De school heeft gebeld.' Ongemerkt was ze een paar passen achteruit gedeinsd, terwijl ze haar moeder ongelovig aankeek. Wat... Wat was dit? Waarom ontweek ze die vraag? Waarom zei ze niet waar het op sloeg? Waarom zei ze niet eens dat ze het niet wou zeggen? Nee, gewoon doen alsof ze de vraag nooit had gesteld. Gewoon doen alsof ze niet op haar aan het schreeuwen was. Gewoon verder gaan met het gesprek alsof er nooit iets gezegd was. Opzet bleef ze staan en wist alleen maar haar moeder ongelovig aan te kijken. Geen woord wist ze te zeggen. Te bewegen lukte ook al niet. Normaal zei haar moeder alles tegen haar. Normaal was haar moeder overbezorgd over alles. Waarom nu niet? Wat gebeurde er? Wat was er in godsnaam aan de hand? Wat ging er gebeuren? Haar gedachten gingen terug naar de man die ze in het bos was tegengekomen. 'Voor niets dat kleine kinderen moeten weten.' Het antwoord dat ze had gekregen. Hij ontwijkte de vraag ook, maar minder. Hij gaf tenminste een soort van antwoord. Het felgele vestje. Een bouwvakker? Hij moest er iets mee te maken hebben. Beiden ontwijkten ze een vraag en als die man een bouwvakker was, dan beiden over de muur. Ze wist het nu haast zeker. Ze gingen de stad van de buitenwereld afschermen, maar waarom? Verward en bang schudde ze haar hoofd. Nee, dat kon niet. Dat konden ze nooit doen. Zou het voor die vernieuwingen zijn? Maar waarom hadden ze daar een muur voor nodig? Dat hoefde toch helemaal niet? Was dat niet alleen maar slechter? Weer deinsde ze een paar passen achteruit. Dat mocht niet! Dat kon niet! Haar moeder keek haar even aan, 'Is er iets, Lily?' vroeg ze met een glimlachje dat haar helemaal niet beviel. Ze betrapte zich er zelf op dat er tranen in haar ogen begonnen te staan. Nog een paar seconden bleef ze verward en angstig staan, maar daarna rende ze weg. De kamer uit. Met een veel te grote kracht trok ze de deur open en liep naar buiten. Ze hoorde hoe de deur met een gigantische klap tegen de muur aankwam, maar het kon haar allemaal niet meer schelen. Wat was dit? Pas in het centrum van de stad begon ze een beetje rustiger aan te lopen. Haar adem schokte en ze plaatste haar handen op haar knieën om even wat uit te rusten. Na een tijdje keek ze op, misschien dat iemand uit de stad haar kon helpen. Op een drafje liep ze naar een oude vrouw toe, 'Mevrouw?' vroeg ze vriendelijk en glimlachte liefjes. De oude vrouw keek even op, 'Wat is er meisje?' vroeg ze met een krakerige stem. 'Ik heb een vraagje,' begon ze voorzichtig, 'Weet u toevallig waarom er een muur rond de stad wordt gebouwd?' De vrouw leek even te schrikken bij die vraag, wierp nog een blik op haar en zei toen luid, 'Vraag het iemand anders!' Zonder ook nog maar iets verder te zeggen, liep ze verder. Verbaasd keek ze het vrouwtje na. Het zou ook wel. Misschien dat het man in pak aan de overkant van de straat iets wou loslaten. Haar blik ging snel van de ene naar de andere kant van de straat en stak toen snel over. 'Meneer!' riep ze en zag dat hij omkeek, 'Mag ik u iets vragen?' De man bekeek haar even van top tot teen en knikte toen rustig, 'Natuurlijk, ga je gang, wat wil je weten?' vroeg hij. Even keek Lily naar haar tenen, maar daarna keek ze de man strak aan. 'Weet u toevallig waarom er een muur rond de stad gebouwd wordt.' En toen was het stil. De man keek haar nog even aan en sprak toen haastig, 'Eehm... Ik heb het nogal druk, sorry, ik moet snel door!' Hij ook al? Verward en niet begrijpend keek ze hem na. Waarom ontweek iedereen die vraag zo? Was zij trouwens de enige die er niets van wist?
|
| | | Cees C: 1120 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // ma 24 jun 2013 - 15:17 | |
| Volgend hoofdstuk xD
- Hoofdstuk 6:
Het duurde een hele tijd voordat ze haar lichaam weer in beweging zette. Allerlei vragen spookten door haar hoofd. De vreemdste ideeën over de muur martelden haar. Ze was iemand die graag wou weten wat er om haar heen gebeurde en dat was niet echt wat er nu gebeurde. Ze kon er maar geen vat op krijgen. Ze begreep het maar niet. Ze kon het maar niet loslaten. Er gebeurde iets. Er ging iets gebeuren. Iets waar niemand over wou spreken. Iets wat niemand waarschijnlijk zelfs wou, maar wat zich toch zou afspelen. Een muur, wat kon men met een muur doen? Iets afschermen. Maar waarom zou men zich van de buitenwereld willen afschermen? In de tijd waar ze leefden, was dat alles behalve handig. De handel zou moeten worden stopgezet. Mensen zouden niet meer op reis kunnen. Waar waren ze mee bezig? Wat dachten ze te doen? Geschrokken keek ze op toen er plots een jongen van ongeveer haar leeftijd tegen haar aanbotste. 'Sorry,' mompelde hij en liep rustig door. Even keek ze hem na. Misschien wist hij iets, of niet, maar dan was ze in ieder geval niet alleen. Snel rende ze achter hem aan. Bij hem aangekomen, twijfelde ze nog even, maar uiteindelijk raapte ze al haar moed bij elkaar en tikte hem voorzichtig op zijn schouder. 'Eehm, mag ik iets vragen?' vroeg ze zachtjes, toen hij zich had omgedraaid. De tiener zuchtte en knikte, 'Doe maar' bromde hij. Je kon aan zijn gezicht zien dat hij dat liever niet had gehad. Haar blik was nog een tijdje op de grond gericht, maar daarna keek ze weer op. Hij was iets groter dan zij, dus ze moest omhoog kijken. 'Weet jij toevallig waarom er een muur rond de stad wordt gebouwd?' Haar stem trilde licht. Niet begrijpend keek hij haar aan en grijnsde even. 'Waar heb jij het nou weer over?' sprak hij verbaasd, 'Sinds wanneer wordt er een muur rond de stad gebouwd? Je moet zeker aan het dromen zijn geweest!' Lachend draaide hij zich om om door te lopen. 'M.. Maar het is echt waar!' riep Lily nog uit. Hij draaide zich weer om en keek haar een beetje verveeld aan. 'We zitten niet in de middeleeuwen, meisje,' was zijn antwoord koeltjes. Dat was wel waar, ze kon het niet ontkennen. Beduusd keek ze naar haar voeten, maar waarom geloofde hij haar nou niet? Misschien was het ook wel een beetje onlogisch. Maar ze had het toch zelf gezien! 'Maar...' bracht ze nog uit. De tiener draaide zich voor een laatste keer om en sprak toen rustig, 'Laat me die geweldige muur van je dan eens zien.' Hij geloofde het nog steeds niet, dat was duidelijk te horen. Echter was er wel een glimpje hoop op Lily's gezicht te lezen. Ze was in ieder geval niet de enige die er niets van af had geweten en ze kreeg nu de kans hem te laten zien dat ze geen onzin sprak. Waar begon de muur ook al weer? Westzijde van de stad, dat was wel een kwartiertje lopen, nou ze ging nu niet terug spartelen. Snel greep ze hem bij zijn arm en trok hem door de straatjes mee. Ze had er goed de pas in gehouden tot zijn stem plots weer klonk. 'Wat is je naam eigenlijk en waar gaan we in godsnaam heen?' Ze keek achterom en vertraagde haar pas wat. 'Lily' zei ze, terwijl ze zijn arm losliet. Ze vertrouwde er nu wel op dat hij mee zou komen. 'En als ik het me goed kan herinneren, begint de muur tot nu toe aan de westkant. Maar wat mag jou naam dan wel niet zijn?' Een lichte glimlach verscheen op haar gezicht. 'Joel' Ze knikte, de kans dat ze het zou onthouden, was klein, maar ze zou het proberen. Een lange tijd was het stil. Ze liepen gewoon door de stad. Van drukke straten tot verlaten steegjes. Ze bekeek hem nog eens. Ergens kwam zijn gezicht en zijn bruine haar haar bekend voor. Maar het zat zo vaag in haar geheugen dat ze het niet echt meer ergens kon plaatsen. Waarschijnlijk had ze hem ooit al eens gezien in de stad, dat zou haar niks verbazen. Een zachte zucht verliet haar lichaam en ze richtte haar blik weer op de weg voor haar. De westkant leek ontzettend ver weg op dit moment. Soms wou ze een afstandsbediening om momenten door te spoelen, of juist te vertragen, om terug te spoelen in het verleden of naar de toekomst. De westkant was de rijkste kant van de stad, maar ook de kant met de minste tieners en kinderen. Vooral ouderen woonden daar of van die rijkelui zonder echt gezin. Alleen wonende mannen of vrouwen die dan zo'n heel domein voor zichzelf hadden. Haast altijd hadden ze eerst nog een oprijlaan van een kilometer en was de tuin bezaaid met fonteinen, meertjes, beekjes en standbeelden. Het huis zelf, als je dat al kon zien staan, was haast altijd wit. Soms waren de vensterbanken in een goudachtige kleur geverfd of donkerblauw. Haar blik ging van links naar rechts door de haast verlaten, brede straten van de wijk. 'Blij dat ik hier niet woon,' klonk het plots. Even keek ze haar metgezel aan en knikte toen instemmend. 'Zo leeg' vulde ze aan, normaal gezien was het nu niet ver meer. Gewoon deze wijk door. Niet veel verder kon ze hem zien staan, een grote grijze massa die boven de witten huizen uittorende. Ze stootte Joel aan. 'Zie je wel!' sprak ze en wees met haar vinger naar de betonblok. Met zijn mond half open keek hij naar het ding. Een lange tijd bewoog hij niet tot ze even met haar hand voor zijn ogen zwaaide. 'Wat doet dat daar!' riep hij uit en keek nog een keer naar. Lily haalde haar schouders op, maar voor ze echt antwoord kon geven, trok hij haar mee. 'Kom mee, dit gaan we even van dichterbij bekijken! Misschien zijn daar wel mensen die het ons kunnen uitleggen.' Ze wou zeggen dat ze het zelf al aan meerdere mensen had gevraagd, maar hield uiteindelijk toch maar haar mond. Hij zou er vanzelf wel achterkomen. Bij het ding aangekomen keek ze omhoog. Het was zeker zo'n 15 meter hoog. Waarom deden ze dit? Samen volgden ze hem tot aan het punt waar hij was begonnen. De muur ging er loodrecht naar beneden en er was geen bouwvakker te zien. 'Ze bouwen waarschijnlijk de andere kant op' zei ze. Joel knikte, 'Dan gaan we aan de andere kant kijken!' was het antwoord. Een beetje verbaasd keek ze hem aan. Was hij helemaal gek geworden? Ze waren vast al verder dan daarnet en ze had daarnet niet eens goed gekeken tot waar hij door ging. 'Weet je niet hoe ver dat kan zijn? Voor hetzelfde geld is dat 10 kilometer verderop!' protesteerde ze, maar hij haalde enkel zijn schouders op alsof dat 10 kilometer helemaal niks was. 'Nou en?' vroeg hij, 'Dan hebben we direct onze beweging voor vandaag wel gehad!'
|
| | | Cees C: 1120 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // ma 24 jun 2013 - 17:33 | |
| ~ Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 7:
Ze zag al snel in dat het weinig zin had om tegen hem in te gaan, hij bleek zo koppig als een ezel. Ze maakte wat gebaren met haar handen dat het haar al niet meer kon schelen en rustig gingen ze op weg. 'Hoe laat is het?' vroeg hij toen. Ze haalde haar schouders op, 'Geen flauw idee van.' Joel wierp nog even een blik op haar, maar keek toen weer voor zich, 'Fijn' bromde hij. Waarschijnlijk was het al lang middag geweest. Ze kon gewoon de leegte in haar maag voelen. Ze hoefde nog maar een lichte geur van eten op te vangen en ze zou flippen. Een grommend geluid ging door haar lichaam. Gelukkig had hij het niet gehoord, ergens zou ze zich dan wel schamen. Weer bekeek ze hem, ze wou nu toch echt eens weten waarvan ze hem herkende. Of toch vaag herkende. Het leek haar een beetje onlogisch dat ze hem gewoon een keer op straat had gezien. Die mensen herkende ze haast nooit! Al liepen ze vijf keer langs haar. Zou hij misschien bij haar in de klas zitten? Nee, dan zou ze hem wel herkend hebben. Eigenlijk wou ze niet meer naar school. Ze wou dat het weekend eeuwig bleef duren. Vroeger had ze er geen last mee gehad, maar nu wou ze niet meer. Ze had het niet al te makkelijk met vrienden bij elkaar sprokkelen. Op haar oude school was het makkelijker gegaan, omdat niemand elkaar toen kende. Maar hier kende iedereen elkaar. Het verbaasde haar eigenlijk ook een beetje hoe goed ze met Joel om kon. Haar gedachten gingen naar de dag van de brand. Zij en haar vrienden hadden in een groep bij elkaar gestaan, bang en niet goed wetend wat ze nu moesten doen. Het enige wat ze op dat moment konden doen was staan kijken naar het gebouw dat helemaal opging in de vlammen en zorgen dat ze de brandweer niet in de weg liepen. De vlammen hadden het gebouw lijken op te slokken. Het had niet lang geduurd. Het was begonnen met een klein vlammetje, maar zodra iedereen het gebouw uit was, had het gebouw al bijna helemaal in lichterlaaie gestaan. De brandweer was er niet op tijd bij geweest. Het was allemaal ook zo snel gegaan! Een leraar was door de brand omgekomen, hij was niet snel genoeg geweest. Meneer Delare was ook al zo oud geweest, het volgende jaar zou hij met pensioen zijn gegaan. Altijd had die oude man een lach op zijn gezicht en was hij goed gehumeurd geweest. Ze had van zijn lessen gehouden. Hij kon zo goed uitleggen en er was niemand die hem ooit gehaat had. Ze had stiekem wel een beetje om hem gerouwd, ook al gaf ze dat niet zo snel toe. 'Lily' klonk het plots, geschrokken keek ze op. Ze had in dromenland gezeten. 'Waar zat jij met je gedachten? Ik heb je wel vijf keer geroepen!' sprak hij lachend. Ze wist een klein glimlachje op haar gezicht te toveren en zuchtte toen. Ze voelde zijn ogen in haar nek prikken, maar zei niks. 'Alles goed?' vroeg hij. Ze knikte alleen maar, ze moest niet zo aan het verleden denken. Dat maakte haar alleen maar verdrietig, dat was zeker. 'Alles prima,' mompelde ze stil. Joel haalde zijn schouders op en richtte zijn blik weer op de weg voor hen. 'Als jij het zegt' Ze had niet zo moeten wegdromen. Ze moest er nu even bij blijven. Het verleden was gebeurd, het lag achter haar. Ze moest nu door met haar leven. Dat was het beste voor haar en het beste voor de mensen om haar heen. Waar waren ze trouwens? Ze keek even achterom en zag dat ze al een heel eind van het begin verwijderd waren. Joel had haar waarschijnlijk zien kijken en sprak rustig, 'Zo'n kilometer verder.' Voorzichtig keek ze hem aan en glimlachte even licht. Waarom liep ze eigenlijk met hem mee? Ze kende hem nog maar net en het was hij die naar de andere kant wou, niet zij. Ze had er werkelijk geen idee van, maar nu weglopen zou vrij onbeschoft zijn. Zwijgend bleven ze maar doorlopen, maar aan de muur kwam maar geen einde. Lily had werkelijk geen flauw idee hoe lang ze liepen, een uur, twee uur? Het westelijke gedeelte van de stad waren ze in ieder geval al lang voorbij. Ze kwamen steeds dichter bij het gedeelte waar zij woonde. 'Er komt ook geen eind aan dit ding!' begon Joel plots te klagen. 'Jij wou naar de andere kant,' merkte ze koeltjes op. Hij rolde even met zijn ogen, 'Ja' begon hij, 'Maar ik denk dat ik me toch maar ga bedenken. Ik had mijn moeder beloofd om over een paar uur weer terug te zijn.' Een lichte grijns sierde zijn gezicht, 'Dat is iets uitgelopen.' Hij moest even lachen en keek in haar richting. 'Ik denk dat ik moet gaan, zie je nog wel eens!' Ze glimlachte en knikte. Een paar seconden keek ze hem na, maar ging toen snel zelf op weg. Terug naar huis, haar maag schreeuwde om eten. Een ding wist ze nu in ieder geval zeker. Ze was niet de enige die er niks van af had geweten en dat was vrij prettig om te weten. Misschien dat zij met twee de enige waren, maar dat was beter dan alleen. Thuis aangekomen drukte ze op de bel. Eigenlijk kwam ze de laatste tijd wel vrij vreemd thuis, vandaag geheel uitgehongerd, vanochtend ontzettend gehaast en wantrouwend en gisteren geheel doorweekt. Ze grinnikte even bij die gedachte en keek haar moeder toen aan, wie voor de verandering de deur open deed. Niet zo vreemd, haar vader kwam altijd net voor etenstijd thuis. Rustig liep ze naar binnen en wierp een blik op de klok die in de keuken hing. Het was vijf uur en ze had sinds haar ontbijt niks gegeten. Logisch dat ze honger had. Het zou nog een uur duren voor haar vader thuis was en ze dus zouden eten. Misschien was het beter daar op te wachten. Behalve als het niet te eten was natuurlijk. Die uitdaging ging ze aan. Ze zou er niet aan dood gaan. Een middagje niet eten. Ergens was ze blij dat haar moeder niet altijd vroeg waar ze was geweest. Immers kon ze eigenlijk niet zo goed liegen en als ze de waarheid ging zeggen, zou haar moeder sowieso in de lach schieten. Gewoon om het feit dat ze ongeveer de hele middag met een geheel vreemde jongen had rondgehangen. Ze voelde zich lichtelijk stom, maar ze kon het toch niet meer terug draaien. Rustig draaide ze zich om en liep naar boven, waar ze op haar bed plofte en maar weer eens naar het plafond ging staren. Dit hield ze toch niet een heel uur vol, maar iets beters te doen wist ze niet. Ze had geen huiswerk, of tenminste toch niet gehoord en veel te doen hier was er niet. Eigenlijk zwierf ze veel liever alleen door de stad, maar wat moest ze daar doen? Toch besloot ze dat dat het beste was. Ze liep weer naar beneden en de deur door. 'Ik ben nog even weg!' riep ze naar haar moeder, welke haar nog even gedag wuifde, voordat ze de deur achter haar dichttrok. Zonder er ook bij na te denken, liep ze in de richting van de stad. Al snel was ze geheel in haar eigen gedachten verzonken en liep ze maar een beetje rond tot ze tegen iemand op botste. Snel deinsde ze een paar stappen achteruit en keek even naar de persoon waar ze was tegengelopen. Het was Joel weer, wat moest hij hier, hij zou toch naar huis gaan? 'Wat moet jij hier?' vroeg hij. Rustig keek ze hem aan. 'Ik woon hier nog geen 500 meter vandaan,' antwoordde ze kalm. 'Oh, dat verklaart.' Even rolde ze met haar ogen, 'Maar waarom ben jij hier, je zou toch naar huis gaan?' Joel haalde zijn schouders op. 'Toen ik mijn moeder vroeg of zij iets wist over die muur, bleef ze maar zwijgen. Toen ben ik maar weer weggegaan.' Ze wou nog knikken, maar schrok zich toen kapot, toen plots een man haar en Joel meetrok. 'Meekomen' siste hij en keek met zijn sluwe oogjes snel om zich heen.
|
| | | Cees C: 1120 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // ma 1 jul 2013 - 15:19 | |
| ~ Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 8:
De man trok hen mee naar een donker, niet erg gezellig uitziende kroeg en duwde hen op een bank in de hoek. Verstijfd bleef Lily zitten, niet eens durvend Joel aan te kijken. Haar blauwe ogen waren angstig op de man gericht die op de stoel tegenover hen ging zitten. Zijn blik ging snel van links naar rechts en bleef toen weer haken op de twee tieners. 'Kijk,' fluisterde hij, 'De meesten zullen het er niet mee eens zijn dat ik jullie dit vertel.' Hij stopte even toen de barman aan hun tafel kwam staan, duidelijk klaar om een bestelling op te nemen. 'Niet nu, Harry,' siste hij en keek even naar de man, 'Kom op, wegwezen jij.' Onverschillig haalde de barman zijn schouders op en liep weer weg. Lily keek even van de ene naar de andere, maar richtte haar ogen al snel weer op de man. Ze was bang en dat was waarschijnlijk te merken ook. Immers moest de man even kort en zachtjes lachen en sprak toen met een grijns, 'Wat zit je er bij, meisje. Ontspan toch een beetje.' Even slikte ze. Ze kon er niet aan doen. Ze was het niet gewend om plots een café binnengetrokken te worden door een wildvreemde man. Ze kon niet ontspannen. Niet op dit moment. 'Goed,' begon hij rustig, 'Ik wil het met jullie hebben over die muur. Immers staat hij er niet zomaar. Alle volwassenen weten het. Tenminste, normaal gezien. Ik wil jullie' De man kon zijn zin niet afmaken, want die barman stond er weer. Deze keek even van de man naar de twee tieners en richtte zich toen weer op de man. 'Jacob, ze gaan je toch niet geloven. Laat ze toch gaan, zie je niet hoe bang ze zijn?' De man trok zijn ogen tot spleetjes en keek hem aan, 'Hebben ze niet het recht op z'n minst de waarheid gehoord te hebben?' vroeg hij zacht sissend. Lily keek van de ene naar de andere, terwijl ze verder gingen met de discussie, welke steeds meer op een ruzie begon te lijken. Echter schrok ze zich kapot, toen Joel haar plots meetrok. 'Kom mee, we zijn hier weg,' fluisterde hij zacht, 'Ik weet niet of dit te vertrouwen is.' Hij had zijn ogen van haar afgedraaid en liet geen enkele emotie in de rest van zijn lichaam zien. Maar ergens had ze het gevoel dat ook hij angst had voor dit tweetal. Hij trok haar mee naar buiten, langs de twee mannen. Ze keken niet naar hen, ze hadden het veel te druk met het uitschelden van elkaar en hun eigen standpunt verdedigen. Aan de ene kant wou ze weten wat de man te vertellen had, maar aan de andere kant wou ze zo snel mogelijk van hem af zijn. Daarbij had de barman gezegd dat ze het toch niet zouden geloven, was het dan zo onlogisch? De realiteit was soms niet te geloven, dat was zeker waar. Maar wat zou hier achter zitten. 'Ik ga denk ik maar naar huis.' De stem van Joel liet haar opschrikken uit haar gedachtes. Hij had zijn blik op de grond gericht en zuchtte even zacht. 'Nog een fijne dag verder,' sprak hij, terwijl hij zijn blik voor een paar seconde op haar richtte. Het was niet lang, maar ze meende er een glimp van spijt in te zien. Niet goed wetend wat ze nu moest zeggen, keek ze hem na. Misschien zag ze hem wel nooit meer terug. Het zou haar in ieder geval verbazen. Ze woonde hier al sinds haar geboorte, maar kon zich niet herinneren dat ze ooit met hem gesproken had voor vandaag. Toch was er iets dat ze herkende, al wist ze niet goed wat en waarvan. Misschien moest ze er niet zo over nadenken en gewoon naar huis gaan. Immers zou het ook niet lang meer duren tot haar vader thuis was, toch? Sloom slenterde ze terug naar huis, ondertussen bedenkend wat ze misschien zouden eten. Maar ook dacht ze na over wat de man had gezegd, over de muur, de bouwvakker, het was dus inderdaad geen toeval. Het werd donkerder. Straatlantaarns flitsten aan en sterren verschenen aan de hemel. Ze was nog steeds niet thuis. Rustig keek ze op en liet haar blik over de plaats gaan. Ook handig, ze was haar huis gewoon straal voorbij gelopen. Zuchtend draaide ze zich weer om en begon terug te lopen tot plots een auto vlak naast haar stopte. Een beetje verbaasd keek ze naar de auto en herkende hem al snel. Het raampje ging open en de man die ze haar vader noemde, keek haar rustig aan. 'Hier zit je,' bromde hij, 'Stap snel in, we gaan eten!' Met een vage grijns op haar gezicht, opende ze de deur. Dat werd in ieder geval een stukje minder lopen. Ze ging naast haar vader zitten en sloot de deur weer. Haar ogen gingen naar de tijd. Bijna zeven uur. Was ze echt zo lang weggeweest? Voor haar gevoel had het nog niet eens een uur geduurd. Maar het verklaarde wel waarom het al zo donker was. Het bleef stil tussen hen twee en al snel drukte haar vader de radio dan ook maar aan. Net zoals altijd stond zijn favoriete zender op. Die met die muziek uit de jaren '60. Maar ze zou er deze keer niks op zeggen, ze had er geen zin in. Meestal won hij toch. De woorden van de man galmden nog steeds in haar hoofd, 'Immers staat hij er niet zomaar. Alle volwassenen weten het.' Haar moeder dus ook, haar vader dus ook. Ze had het wel geweten. Haar moeder had het voor haar verborgen gehouden, of geprobeerd. Hoe lang zou ze het al weten? Wat zou ze weten? Haar moeder kon niet verbergen dat ze iets wist wat zij wou weten. Dan ontweek ze de vraag altijd. Net zoals nu. Maar waarom zou ze het niet gewoon vertellen? Waarom wou geen enkele volwassene, behalve die man dan, ook maar iets kwijt over de muur? Welk groot geheim ging er schuil achter die muur? Waarschijnlijk verbood de regering hen er ook maar iets over te zeggen. Maar waarom werd het dan verteld? Moesten ze zich er op voorbereiden? Hadden de volwassenen er iets mee te maken? Ze zuchtte en staarde wat uit het raam. Ze waren bijna thuis, maar ze wist niet goed of ze daar blij mee was. Het geheim van die muur hield haar stevig in zijn greep en ze kon haar gedachten maar moeilijk op iets anders krijgen. De auto stopte. Ze bleef nog een paar tellen zitten, maar schoot toen toch in actie. Ze stapte uit en sloeg de deur dicht. Daarna liep ze rustig naar binnen. Het was een vrij lange dag geweest en ze was eigenlijk wel benieuwd wat het zondag zou worden. Haar moeder verwelkomde haar met een grote glimlach op haar gezicht. Misschien wel om de ruzie van deze middag te verbergen. Echter kon ze niks anders dan zelf ook even naar haar te glimlachen. Ooit zou ze er achter komen. Dat stond vast. Ze zou proberen het te weten te komen, al had ze zo'n vermoeden dat het deels om haar ging en dat ze het dus zou te zien krijgen ook.
|
| | | marijn 924 Actief ''I can guarantee I will do evil things.''
| |
| | | | Hanna (ZONDER 'H' OP HET EINDE!) 2917 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // za 6 jul 2013 - 19:53 | |
| je schrijft echt mooi! c: |
| | | ♡ [ D A N I I ] 1391
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // za 6 jul 2013 - 20:41 | |
| Echt leuk Cees! n.n Kijk uit naar het volgende hoofdstuk ^^ |
| | | Hannanas! (aka "Hanna zonder 'h' op het einde) 181 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // za 6 jul 2013 - 20:49 | |
| @ Marijn, Thank you en leuk, hoe heet jij daar? c:
@ Hanna & Danii, Thanks guys n.n |
| | | Cees C: 1120 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // za 6 jul 2013 - 21:53 | |
| ~ En hier is hoofdstuk 9 n.n Ghege, jullie reacties geven me zin om verder te schrijven, thanks guys c:
- Hoofdstuk 9:
Het was doodstil aan tafel. Niemand zei een woord. Het enige wat ze nu durfde te doen was zwijgend dooreten. Waarschijnlijk had haar moeder haar vader verteld over deze middag. Dan zouden ze het nu beiden weten. Ze zouden beiden weten dat zij de muur had gezien. Ze zouden beiden weten dat zij hevig op zoek was naar het doel van die muur. Ze vermoedde dat ze bang waren dat als ze haar een vraag zouden stellen, zij direct haar vraag zou stellen. Ze waren waarschijnlijk bang iets te verklappen en zij moest maar gokken waarom. Niemand kon het toch horen? Niemand hoefde het toch te weten dat zij iets hadden gezegd? Zij zou niks doorvertellen. Misschien aan Joel, maar de kans dat ze hem tegenkwam was ontzettend klein. De stilte begon kil aan te voelen, maar ze durfde hem niet te doorbreken. Echter was haar bord al snel leeg. Haar mes en vork lagen netjes naast elkaar op het bord en een beetje gespannen keek ze om zich heen. Ze had nog nooit een maaltijd gehad waar er niet gesproken werd. Soms waren er wel eens stiltes gevallen, maar nooit het hele avondmaal. Haar blik ging van haar vader naar haar moeder en weer terug. Beiden zeiden niks en aten rustig door. Toen moeder de borden afruimden, werd er niet gesproken. Zelfs vader ging zonder nog een woord te zeggen zijn lievelingsprogramma kijken. Heel voorzichtig stond Lily op, waarschijnlijk voor het eerst in haar leven, tilde ze de stoel op, terwijl ze hem aanschoof, om te voorkomen dat hij lawaai maakte. Het tikken van de klok en de televisie waren de enige dingen die te horen waren. Zacht beet ze op haar lip en keek naar haar ouders. Gingen ze nu echt de rest van de dag zwijgen? Ze hoopte dat ze morgen wat spraakzamer waren, anders werd het nog leuk. Stil sloop ze de kamer uit, de trap op. Pas in haar kamer durfde ze weer gewoon te lopen. Zuchtend plofte ze op haar bed. Het plafond zag even wit als eerst en er was niks aan verandert, maar toch bleef ze ernaar kijken alsof het uiterst interessant was. Ze schopte nog wel even haar schoenen uit toen ze realiseerde dat ze die nog aanhad, maar bleef voor de rest kijken naar het wit boven haar hoofd. Ze was doodop. Ze had het eerst niet gevoeld, maar nu ze zo op haar bed lag, vielen haar ogen bijna dicht. Haar benen voelden aan alsof ze een marathon had gelopen en ze hield het dan ook niet zo lang meer uit. Al snel was ze in een diepe slaap verzonken en leek de werkelijkheid zo ver weg. Het was zo veel vrediger slapend... Het licht zorgde ervoor dat ze wakker werd en nog slaapdronken opende ze even een oog. Het was nog niet zo laat, nog vrij vroeg zelfs. De gordijnen stonden echter wijd open. Normaal zouden de lichtstralen worden tegengehouden, maar nu konden ze gewoon door het raam haar kamer in schijnen. Ze had haar gewone kleren nog aan, wat er op wees dat ze duidelijk per ongeluk in slaap was gevallen. Traag opende ze haar andere oog ook. Het licht verlichtte de kamer al meer dan genoeg, een lamp had ze niet meer nodig. Acht uur, dat was wel wat anders dan gisteren. Ze wreef even de vermoeidheid uit haar ogen en ging recht zitten. De spiegel recht tegenover haar bed, liet het beeld van een niet echt uitgeslapen meid zien, wat ook geheel klopte. Ze keek er even naar, haar haar zat geheel in de war en moest eigenlijk dringend geborsteld worden. Het was zondag en ze had dus nog maar een dag weekend. Ze zou het niet te bond maken. Gewoon een rustig dagje deze keer. Lily stond op en liep naar haar bureau waar haar borstel lag. Ze pakte het zwarte ding op en begon hem door haar haar te halen. Rustige, lange halen maakten haar bruine haar glad, voor zover dat kon met die golvende lokken. Ze legde de borstel daarna weer weg en wende zich tot de deur. Omkleden hoefde niet, immers had ze al kleren aan. Ze was te lui iets anders aan te trekken. Voor de deur stond een bord met daarop vier boterhammen. Licht verbaasd bleef ze er een tijdje naar kijken. Dat was ook voor het eerst. Ze tilde het bord op en liep naar de deur. De hand die ze nog vrij had, reikte ze uit naar de deurknop. Ze opende de deur, of althans, dat probeerde ze. Echter zat hij muurvast, gesloten van de buitenkant. Ze zat gevangen, gevangen in haar eigen kamer. Pas nu viel het haar op dat er een briefje op de grond vlak voor de deur lag. Het was een kort briefje, haar ouders hadden gewoon snel wat gekribbeld. 'Sorry meid, we houden je binnen vandaag. Het is voor je eigen bestwil. Groetjes Mam en Pap' Fijn, zij zat hier dus nog een paar uur. Wat moest ze nu gaan doen? Ze had een tablet, eten een bed, wat papier en potloden. Met andere woorden ze kon op het internet, als haar vader dat niet afgesloten had, ze kon eten, tekenen en slapen. Of ze moest de boeken die ze al lang gelezen had nog een keer willen lezen, maar daar had ze al helemaal geen zin in. Voor de rest was er jammer genoeg niet veel te doen. Ze besloot eerst wat te gaan eten, dat leek haar het beste. Ze zette het bord op haar bureau en plofte op de stoel die er bij stond. Zuchtend rolde ze naar de tafel toe en pakte de eerste boterham van de stapel. Het was haast zeker dat ze die boterhammen niet allemaal op kreeg, maar dat was normaal gezien ook niet de bedoeling. Ze at immers nooit zo veel, meestal had ze aan twee of drie boterhammen per dag wel voldoende. Haar moeder wou gewoon zeker zijn dat ze genoeg had. Dat wist ze wel. Zo was haar moeder nou eenmaal. Volgens haar kon je beter te veel meenemen dan te weinig. Al snel had ze hem op, maar behoefte aan een tweede had ze niet. Ze had nog een hele dag waar ze ze kon opeten. Misschien straks nog wat. Lily schoof het bord aan de kant en keek naar het witte papier. Haar vingers zochten een potlood, terwijl haar ogen op het blad bleven gericht. Dit eenmaal gevonden begon ze te schetsen. Al snel kwam de muur in beeld. De muur die haar bezig hield, de muur die haar maar niet wou loslaten. De muur samen met twee mensen, lopend langs dit reusachtige monster. Maar toen ze besefte wat ze tekende, schoof ze ook de tekening aan de kant. Ze mocht er niet aan denken. Ze zat hier gevangen als een vogel in zijn kooi. Als ze nu aan de muur ging zitten denken, wou ze enkel liever weg. Haar blik ging naar het raam. Zuchtend stond ze op en keek toen naar buiten. Hoe lang zou deze dag duren? Hoeveel tijd zou de acht uur lijken te duren? Zouden ze korter zijn, langer? Met een verlangende en verdrietige blik staarde ze uit het raam. Wat was het aan die muur dat zij niet mocht weten?
|
| | | Hanna (ZONDER 'H' OP HET EINDE!) 2917 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // zo 7 jul 2013 - 12:24 | |
| |
| | | Hannanas! (aka "Hanna zonder 'h' op het einde) 181 Actief
| |
| Onderwerp: Re: // Story // Survival // zo 7 jul 2013 - 20:11 | |
| @ Hanna, Thanks again c:
~ Hoofdstuk 10 n.n
- Hoofdstuk 10:
Hij werd nog niet erg snel gebouwd. Vanuit haar kamer was hij nog niet te zien, wat wou zeggen dat hij nog niet over de drie kwart was. Plots kwam er iets in haar op, kon ze via het raam naar buiten? Voorzichtig opende ze hem. Een koele bries woei naar binnen en een kleine glimlach verscheen op haar gezicht. Het zou weer gaan regenen vandaag, maar dat weerhield haar er niet van naar buiten te gaan. Ze stak haar hoofd door het raam en keek rustig naar beneden. Het was te hoog om te springen. Nu ja, ze durfde het niet te springen, dat was het niet waard. Haar blik ging van links naar rechts. Nee, behalve springen was er geen andere optie. Dat was het niet waard, toch? Twijfelend beet ze op haar lip, maar sloot het raam toen toch maar. Haar blik ging naar haar tablet. Met beide handen nam ze het vast en keek er een paar tellen naar. Toen ontgrendelde ze hem en keek naar haar internetbereik. Niks, helemaal niks. Haar vader had dus inderdaad het internet afgesloten. In spelletjes spelen had ze geen zin, dus zat er niks anders op dan hem weer wegleggen. Haar ogen vestigden zich weer op het raam. Zou ze misschien toch...? Ze schudde haar hoofd, het mocht niet, het kon niet. Straks brak ze nog een been of iets anders en dan lag ze daar tot haar moeder thuis kwam en dan moest ze het uitleggen. Radeloos sprong ze op haar bed met haar hoofd in haar kussen. Zo bleef ze een lange tijd liggen. Een uur, twee uur, drie uur misschien wel? Maar toen hield ze het niet meer uit. Ze moest hier gewoon weg. Snel liep ze nog even naar het bord met eten, propte een boterham in haar mond en liep toen terug naar het raam. Weer opende ze het. Haar hart ging met veel slagen per minuut toen ze de hoogte weer zag. Ze slikte. Het bloed gierde door haar aderen, eigenlijk durfde ze niet. Het was gewoon even doorzetten, even op haar tanden bijten. Gewoon even uit het raam springen en het was allemaal over. Het zou maar een paar seconden duren, niet eens misschien. Echter waren de minuten ervoor vreselijk. Twijfelend bleef ze immers staan, waarna ze een blik op de klok wierp. Ze kon het nog beter even uithouden. Misschien kwamen haar ouders wel eerder thuis. Speciaal voor haar. Ze zou wachten tot half drie en dan zou ze vertrekken. Dan was ze weg. Ze stelde het uit. Ze durfde het niet nu, dus ze stelde het gewoon uit. Weer sloot ze het raam en plofte weer op haar bed. De tijd tikte als een slak voorbij en om de minuut richtte ze haar blauwe kijkers op de wijzers die maar niet vooruit leken te gaan. Ondertussen had ze nog een boterham opgegeten en nog wat op een blad gekribbeld tot ook dit weer op een muur begon te lijken. Twee uur, nog een half uur zou ze afwachten. Echter wist ze niks meer te doen. Haar blik ging naar de deur. Wat had dit toch te betekenen? Aan de ene kant wou ze hier weg, maar de sprong schrikte haar af. Met haar ogen gesloten ademde ze licht gespannen diep in, om vervolgens de lucht weer uit te blazen. Ze opende haar ogen weer en liep weer naar het raam. Ze zou niet langer meer wachten. Dat half uurtje zou het verschil niet maken. Voor de derde keer opende ze raam. Derde keer, goed keer zeiden ze toch? Haar handen trilden terwijl ze deze uitreikte naar de rand. Nog een keer ademde ze diep in en uit. Het kwam wel goed. Ze draaide haar rug naar het raam en ging er in zitten. Een paar tellen bleef ze zitten, maar daarna haalde ze langzaam en voorzichtig een been over de rand. Ook haar andere been haalde ze er over. Ze slikte en keek naar beneden. Het was zeker zo'n drie meter hoogte en de grond zag er nou niet erg zacht uit. Zacht beet ze op haar lip. Waarom had ze dit ook al weer in haar hoofd gehaald? Snel schudde ze met haar hoofd. Ze moest nu niet denken, gewoon doen. Ze zou aftellen en gewoon springen. Als er iets gebeurde, dan had ze gewoon haar verdiende loon gekregen voor het weglopen. Nee, zo mocht ze niet denken. Het was juist wat ze deed. Haar ouders hoorden haar niet op te sluiten. Ze probeerde rustig te ademen, maar dat ging nogal lastig als ze elk moment naar beneden kon vallen als ze niet oplette. Erg veilig zat ze immers niet. Haar handen hadden ieder een kant van het raam vast en nog snel wierp ze een blik op de klok. Nog een paar seconden en het zou kwart over twee zijn. Dan zou ze springen. Precies dan. Nog vijf, vier, drie, twee, een, nu! De wijzer tikte naar kwart over twee precies en direct draaide Lily haar hoofd naar de buitenwereld. Zonder nog verder na te denken duwde ze zichzelf van het raam af. Nog geen seconde later voelde ze de grond onder haar voeten, gevolgd door een lichte pijnschok. Niks ernstig gelukkig. Nog even keek ze omhoog naar haar kamer. Het raam stond wijd open en de gordijnen wapperden door de wind, maar ze kon het nu moeilijk dicht doen. Haar ouders zouden weten hoe ze ontsnapt was en ze zou het niet nog eens kunnen doen, maar voor nu was het goed. Ze kon toch niet terug! De achterdeur zat waarschijnlijk potdicht en de voordeur zou te lang duren, daarbij had ze de sleutel van haar kamer niet meer. Snel rende ze naar het hek en klom er over. Misschien dat ze een half uur weg was en dan nog snel in de woonkamer ging zitten voor haar moeder thuis kwam, maar misschien ook niet. Haar ouders zouden haar zoeken als ze niet voor vier uur thuis was, dat was zeker. Maar op dit moment kon het haar niet schelen. De bladeren knisperden onder haar voeten, terwijl ze steeds verder het bos inliep. Ze wou eens weten hoe ver ze nu waren. Haar ogen waren op de grond gericht om over het touw heen te stappen. Echter kwam er geen touw. Het was vervangen door een lage rij stenen. Waren ze al hier? Of was dit nog maar voorbereiding? Even slikte ze voorzichtig. Maar toen ze een van de bouwvakkers zag, begon ze te rennen. Haar voeten gingen zo snel als ze konden over de zachte bosgrond. Hij mocht haar niet zien, niet hier, niet nu. Het duurde niet lang voordat ze de boom bereikte en ze rekte haar armen boven haar hoofd uit. Haar handen grepen de tak, nadat ze door haar benen de lucht in was gelanceerd. Snel klauterde ze er op en klom verder omhoog, tot de tak waar ze vorige keer ook had gezeten. Deze keer ging ze wel niet zitten, maar bleef ze staan. Haar ene hand zocht steun bij de stam van de boom, terwijl ze de andere horizontaal boven haar ogen hield. Ze tuurde over het bos naar de stad. Veel verder waren ze nog niet. Waarschijnlijk door het weekend, als de schoolweek weer begon, zou het sneller vooruit gaan. Even liet ze haar schouders wat hangen en zette licht teleurgesteld haar blik op het oneindige. En waarom? Dat wist ze zelf niet. Note: Ik kan de hoofdstukken niet meer in de beginpost zetten, omdat het bericht te lang word, so... xD |
| | | | Onderwerp: Re: // Story // Survival // | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |