Ze lag in de den, lekker te slapen. Terwijl de zon naar binnen scheen. Haar poten trappelde, en haar snorharen trilde.
''De vogels vlogen weg, maar Sparrowpelt kreeg ze wel. Ze sprong naar een vogel toe, en sloeg er tegen aan. De vogel kwam tegen een boom aan. Sparrowpelt vloog erop af, en doodde hem. Ze legde hem op een steen, en ging verder jagen. Ze sprong achter een kraai, en pakte hem in de lucht. Ze lande op haar poten, en doodde de kraai. En legde hem neer bij de andere vogel. Ze wou weer verder gaan, tot opeens twee andere katten te voorschijn kwamen. Bluewave en Kittyheart. Sparrowpelt begroette ze met een blije mauw. En rende op ze af. De twee katten lachte en gingen op zij. Sparrowpelt rende even door, en draaide zich toen om. Ze viel Kittyheart aan. En al vlug rolde ze samen over de grond. Sparrowpelt lachte.''
Sparrowpelt hoorde opeens een andere kat. En schrok wakker. Ze lag net zo lekker te dromen. Maar nu was ze wakker. Sparrowpelt stond maar op, en rekte zich uit. Toen ging ze maar kijken wie er was.