Net terug van de jacht kwam ze het camp binnen, volgeladen met prooi. Het was een mooie dag met een zacht briesje, erg warm voor de tijd van het jaar, en een perfecte dag om te jagen. Ze had een konijn en 2 muisjes gevangen, ze had moeite om het allemaal te kunnen dragen. En ze was nog lang niet moe, nee, straks kon ze nog wat gaan jagen! In gedachten verzonken liep ze verder naar het midden van het camp, waar de prooistapel was. Ergens halverwege botste ze per ongeluk tegen een andere kat op. Ze liet haar prooi abrupt vallen. "Sorry", zei ze snel. Ze bekeek de kat waar ze tegengelopen was wat beter, en zag dat het nog een apprentice was. Ze groef in haar geheugen voor de naam, maar ze kon er niet meer opkomen. Ze deed een poging om haar prooi weer op te rapen, maar wist niet hoe ze de muisjes én het konijn ook alweer in haar bek gekregen had.