Zacht gekraak ontstond toen de poes nog naar de laatste prooidieren zocht voor het leafbare werd. Waarschijnlijk vond ze amper wat, maar ze was geen slechte jager dus waarschijnlijk werden het vissen. De jonge poes struinde wat door de struiken, maar er was geen enkele geur van prooien. Het kreupelhout onder haar poten kraakte van de kou, de dorre bladeren die uit de bomen vielen kraakte even hard mee. De poes zuchtte en ze gunde alles een zwaar geïrriteerde blik. Ze had Vandaag haar dag niet.
[HAWKSCREAM]