Een dikke laag met bladeren bedekte de bosbodem. Leaf-fall was aangebroken, dat wilde zeggen dat de tijd van kou en honger niet ver meer weg was. Ook nu werd het vangen van degelijke prooi al moeilijk, want doordat de bladeren droog waren, kraakten ze zachtjes als je erover heen liep. Zo kon je prooi je al op een afstand horen en dat was bijna altijd nadelig. Een zacht, niet echt warm zonnetje scheen op de lange vacht van de WindClan warrior. Een zachte, bekende geur kwam de neus van de kater binnen. Snel liep Blithesoul tot hij verder de geur was genaderd. Nu werd het duidelijk dat het een geur was van een WindClan poes, gekend onder de naam Leafstorm. Nog even trippelde hij door en miauwde vervolgens: 'Leafstorm....?' om er zeker van te zijn dat het de witte poes was dat hij had geroken.