Foxykit was al vroeg wakker, iedereen sliep nog in de nursery, inclusief haar moeder. Ze had geen zin om te wachten tot de andere kittens wakker werden, maar ze was wel zo beleefd om ze niet zelf te wekken. Stilletjes sloop ze de nursery uit, de openplek op. Er waren slechts een paar warriors wakker. Foxykit rekte zich poot voor poot uit en schudde haar vuurrode pelsje. Ze zag dat de prooistapel uit niet meer bestond dan enkele graatmagere muisjes, een merel en een waterrat. Misschien moet ik al vast naar buiten gaan? Om wat prooi voor de Clan te vangen! Dacht ze enthousiast. Ze liep onopvallend naar de doorntunnel. Toen geen enkele warrior aandacht aan haar bestede, sloop ze het kamp uit en liep ze vrolijk buiten het veilige kamp. Nu konden haar avonturen pas echt beginnen! Dacht ze vrolijk. Ze liep nog wat verder tot ze een bekende geur in haar neusje kreeg. 'Muis!' Riep ze zachtjes. Ze liet zich in sluiphouding zakken zoals ze de apprentices al vaak heeft zien oefenen voor hun den. Voorzichtig sloop ze er poot voor poot dichterbij. Toen ze nog slechts een konijnenlengte van het muisje was verwijderd sprong ze op haar prooi. Ze beet hem snel dood, zoals ze haar mama vaak heeft zien doen wanneer ze er met zen tweetjes eens alleen op uit gingen. Triomfantelijk hield ze het muisje in haar bekje. Het was belange na nog niet haar eerste, ze glipte er wel vaker uit om iets te vangen. Ze kon gewoon niet wachten tot ze als apprentice niet meer stiekem hoefde te doen om het kamp uit te mogen. Dan moest ze zelfs vaak het kamp uit! Om te trainen en te jagen. Foxykit droomde bijna elke nacht van de dag dat ze tot apprentice word benoemd.