Een kleine zonnenstraal die door de den glipte deed haar bleekgroene ogen open doen. De nette poes ging staan, en keek even vies naar haar vacht 'Helemaal vol met mos!' Riep ze walgend terwijl ze het vol afgrijzen van haar vacht likte. Ze rekte zich uit, en liep naar buiten. Ze probeerde niet moe te lijken, en hief haar staart sierlijk op in de lucht en liep naar de prooistapel waar ze een muisje vandaan nam, en ging zitten. Wat was het vreselijk om geen kater om je heen te hebben die alles voor je deed. Ze moest maar snel op zoek gaan. Ze at de muis rustig op, en keek om zich heen. Veel katten waren al op. Ze herkende ze nog niet allemaal, want zo lang was ze hier nog niet. Spitfire gaapte even, en bleef verveeld zitten. Wat zou ze vandaag doen? Er was bijna niks. Misschien kon ze nog een kater verleiden, of even gaan wandelen. Als het wandelpad nou maar niet blubberig was.