Daan 1331 Actief
| |
| Onderwerp: {Story}WarriorCats; Be a hero zo 16 jun 2013 - 0:02 | |
| Ik was ooit al een beetje bezig met het verhaal, Be a hero, en nu komt het eindelijk uit! De warriors zijn een groot aantal jaren verder en er is een nieuwe generatie! Het word waarschijnlijk een reeks, en het eerste boek gaat dus heten, Be a hero! Elk hoofdstuk wisselen we van Clan, ThunderClan & ShadowClan (De andere clans worden niet echt bespeeld) spelen wel belangrijke rollen, maar ook de Elite zal ergens in het verhaal aan bot komen, meer verklap ik niet! De eerste hoofdstukken zal je kennis maken met de katten uit het verhaal. - Rangen&Katten:
ThunderClan Leader; Cinnamonstar - Een slanke witte poes
Deputy; Smokenose - Een grote, gespierde kater met een grijze vacht
Medicine Cat; Blossomwing - Een wat kleinere, maar mooie, witte poes Apprentice; Tigerpaw
Warriors; Northernwind - Een langharige silver tabby kater Apprentice; Gingerpaw
Pigeonwing - Een wat kleinere rode poes, erg slank
Stonebreak - Een zwart/witte kater, fors gebouwd
Lionleap - Een forse tabby kater Apprentice; Cedarpaw
Apprentices; Gingerpaw - Een knappe rood/witte kattin
Cedarpaw - Een stevig gebouwde zwarte kater
Tigerpaw - Een smalle rode kater
Queens; Tawnyspots - Een knappe lapjespoes bijzonder bruine ogen.
Kittens; Brightkit - Een langharige lapjespoes
Ashkit - Een aszwarte kater
Sweetkit - Een sneeuwwitte poes
Elders; Crookedclaw - Een bruine tabby kater met een wat scheve achterpoten. De oudste kat van ThunderClan.
ShadowClan Leader; Owlstar - Een grote nachtzwarte kater
Deputy;
Nightpelt - Een magere grijze kater Snakefang - Een snelle, valse rode kater Apprentice; Mothpaw
Medicine Cat; Swallowfeather - Een beeldschone, bruine tabby poes Apprentice; Fastpaw
Warriors; Shadowfall - Een grote tabby kater met veel littekens Apprentice; Falconpaw
Blacktail - Een langharige zwarte kater met een enorme staart
Plumefur - Een kortharige zwart/wit gevlekte kattin
Hawkfrost - Een grote grijze kater, erg fors en gespierd
Apprentices; Mothpaw - Een knappe langharige zilvergrijze poes
Falconpaw - Een donkerbruine, grote tabby kater
Fastpaw - Een smalle seal point kater met een hap uit een van zijn oren
Queens; Shimmerlight - Een knappe witte poes, met bijzonder mooie blauwe ogen
Kittens; Deathkit - Een wat grotere, tabby kater
Berrykit - Een grijs poesje
Seedkit - Een tabby poesje met een slank uiterlijk
Frozenkit - Een kleine witte kater
- Prologue:
Het werd al een beetje schemerig. Cinnamonstar, de leider van ThunderClan, was op naar een grote Clanvergadering bij de Vierboom. Ze werd gevolgd door Lionleap, Pigeonwing en Cedarpaw. Hun Clan had een groot tekort aan krijgers. Dat kwam door de ziekte die meer als de helft van de Clan had uitgeroeid. Gelukkig hadden ze wel een Queen onder hen, Tawnyspots. Deze poes was super belangrijk voor het lot van de Clan, en ze hoopten allemaal dat haar nest gezond zou zijn, en blijven. Ze kwamen aan bij de Vierboom, waar de andere Clans met geroezemoes wachtten. Ze liep naar voren en begroette de vier andere Clanleiders. De blik van de leider van ShadowClan, Owlstar, stond haar niet aan. Iets erin was vals, stiekem en vastberaden. En op dat moment gebeurde het, een storm barstte los. Apprentices zochten schuil bij de warriors en de leiders keken geschrokken om hen heen toen een oorverdovend gekraak opsteeg boven het gehuil van de wind. Een boom die vlak bij de vierboom stond viel om, en katten stoven uit elkaar. Een felle flits, veel vuur en vlammen. Er was bliksem ingeslagen in de vierboom..
________________________________________________________________________________ - Hoofdstuk 1:
ThunderClan Een witte poes met felblauwe ogen kwam de leiders den uit. Het was Cinnamonstar, leider van de ThunderClan. Haar ogen stonden opgewekt, want sinds dat er een ziekte had geheerst in het kamp was de Clan nog nooit zo goed op weg geweest om er weer bovenop te komen. Haar ogen gleden over het kamp, en viel op haar trouwe deputy Smokenose. Ze zag hoe hij naar de prooistapel liep en naar twee andere warriors toeliep, Lionleap en Pigeonwing. Ze besloot ook bij hen te gaan zitten. De witte poes liep met vluchtige passen naar de prooistapel en viste er een eekhoorn tussenuit. Ze trippelde naar de drie andere katten en zette zich neer naast de grijze kater, Smokenose. Ze bekeek haar deputy nog even goed. Hij was groot, gespierd, een grijze vacht en twee ambere ogen die zelfverzekerdheid uitstraalden. Ooit zou hij een goede leider worden. Cinnamonstar had van de negen levens er nog zes over. De eerste was ze verloren tijdens een aanval van een vos, erg dom om daaraan een leven te verliezen, maar dat was toen ze nog maar pas leider was geworden. Het tweede leven was ze verloren aan een gevecht met BloodClan, die op hun territorium kwamen. En het derde had ze verloren tijdens de ziekte die in het kamp heerste. Haar blauwe ogen kruisten de ambere van Lionleap, een grote tabby kater die erg fors was gebouwd. Ze was ervan verzekerd dat Lionleap een van de betrouwbaarste warriors was uit ThunderClan, en daarom mocht ze deze kater graag. En dan had je nog Pigeonwing, een slanke, rode poes die wat klein gebouwd was. Maar, soms werd deze rode poes onderschat. Ze kon namelijk jagen als de beste, en ze was een van de weinige die in schaarse tijden met prooi terugkwam, zelfs de twee katers konden hier niet tegenop. "Waar zijn Northernwind en Stonebreak?" Vroeg Lionleap toen aan hen. "Ik heb ze de hele morgen nog niet gezien." Alle ogen werden op Cinnamonstar gericht, die het eerst niet doorhad omdat ze was verzonken in haar gedachten. Maar toen ze alle ogen op zich voelde prikken schrok ze op. "Ze zijn op patrouille langs het Thunderpath." Sprak ze en haar ogen kruisten die van Pigeonwing. De kleine rode poes had werkelijk mooie, ambere ogen die een karakter uitspraken. Ze had al een tijdje door dat de poes zich anders gedroeg, vooral tegen Northernwind. Northernwind was een langharige silver tabby kater, met lichtblauwe ogen en altijd wel een kalme blik. Zelf werd ze ook altijd rustig als ze met hem een patrouille deed. Cinnamonstar nam een hap van haar eekhoorn, en de rest van het groepje volgde haar voorbeeld toen. "Lionleap, hoe gaat het eigenlijk met je apprentice, Cedarpaw?" Vroeg ze om een gesprek op gang te zetten. Ze dacht eventjes aan de zwarte apprentice van de forse kater. "Hij leert snel, en kan vechten als de beste." Sprak Lionleap en glimlachte trots. Cedarpaw was zijn eerste apprentice, dus voor hem was het bijzonder om meteen al z'n goede apprentice te krijgen. Cedarpaw had altijd zijn mondje we bij zich, maar hij had groot respect voor de warriors. Ze hadden een enorm tekort aan warriors, en dat deed haar niet goed. Het voelde de laatste tijd alsof ShadowClan iets van plan was. WindClan en RiverClan leefden in vrede samen, en bemoeide zich er niet mee. Stonebreak, een zwartwite kater met ambere ogen. Stonebreak was niet de sociaalste van de Clan, maar was wel een goede mentor. Hij was de mentor van Gingerpaw, een rode poes met een vriendelijk karakter, soms zelfs wat bazig. Gingerpaw was samen met haar mentor en Northernwind op patrouille, en Cedarpaw was op jacht in de buurt van het kamp. "Ik ben benieuwd hoeveel kittens Tawnyspots zal geven." Sprak Smokenose, en ze dacht even na. "Het aantal maakt mij niet echt uit, zo lang ze maar gezond zijn." Zei ze zelf, waarop Lionleap even knikte. Toen pas hoorde ze de stem van Blossomwing, hun Medicine Cat. "Smokenose, Cinnamonstar!" Riep ze en de twee stonden meteen op. Lionleap en Pigeonwing keken geboeid toe. "De kittens van Tawnyspots komen." Meteen was het kamp in volle beweging. Smokenose en Cinnamonstar liepen naar de nursery, waar ze buiten bleven wachten. Het enige wat ze zagen was de lapjespoes, Tawnyspots, en hun Medicine Cat. Tigerpaw, de lichtrode Medicine Cat apprentice, snelde heen en weer met allerlei kruiden. Geboeid keken de twee katten naar het schouwspel. Na een tijdje hoorde ze steeds minder geluid uit de nursery komen. Blossomwing stak haar hoofd naar buiten. "Een kat per keer op kraambezoek." Sprak ze en Smokenose stond op. "Ik kom wel een andere keer dan." Zei hij en knikte naar Cinnamonstar, waarna hij hen de rug toe keerde en terugliep naar het groepje wachtende katten om hen het nieuws te vertellen. De witte kattin ging achter de medicine cat de nursery in en zag Tawnyspots liggen, samen met drie kleine bolletjes haar. "Hallo, Cinnamonstar." Sprak de nieuwe queen en Cinnamonstar zette zich neer naast haar nest. "Wat zijn hun namen?" Vroeg ze en de poes ging met haar neus naar de eerste kitten. "Brightkit, Ashkit en Sweetkit." Sprak de queen en raakte een voor een haar jongen aan. "Ze zijn prachtig, Tawnyspots." Zei ze en stond op, om de queen en haar jongen even alleen te laten. Hierna liep ze de nursery uit om Lionleap, Smokenose en Pigeonwing te vertellen over de nieuwe jongen.
- Hoofdstuk 2:
ShadowClan Een grote, zwarte kater stapte de leider den uit. Het was Owlstar, de kersverse leider van ShadowClan. Een maan of twee geleden had hun huidige leider zijn laatste leven verloren omdat hij was aangevallen door een das. Owlstar was toen deputy geweest, en had een maan geleden de reis naar de maansteen gemaakt met twee warriors. Zijn ogen gleden over het kamp heen, uitgestorven en stil. Hij keek vanaf hier de warrior den in en zag hoe katten regelmatig ademhaalden, ze sliepen. Maar, dat was wel logisch. Want het was vroeg in de morgen. Het enige wat je hoorde waren de ritselende blaadjes en de vogeltjes die tsjirpten. Hij kwam in beweging en liep richting de prooistapel, waar hij een grote bosmuis uitviste. Vandaag moest hij maar weer eens wat katten richting het Thunderpath sturen, want die ThunderClanners konden vreselijk brutaal zijn. Hij gromde eventjes zacht en nam een paar happen van zijn muis. Er kwam beweging uit de warrior den. Zijn ogen werden erheen getrokken en de mooie witte poes, genaamd Shimmerlight, rekte zich uit en kwam zijn kant op. De poes pakte iets van de prooistapel en kwam toen bij hem zitten. "Goedenmorgen, Shimmerlight." Sprak hij en nam nog een kleine hap van zijn muis, die sneller op leek te zijn dan hij had verwacht. Er kwam meer beweging, dit keer was het Shadowfall. De grote kater vol met littekens liep hen met een knik voorbij, richting de apprentice den. Dat was waar ook, gisteren had hij twee kittens benoemd tot apprentice, en vandaag was hun eerste trainingsdag. Hij hoorde gestommel uit de den waar de apprentices sliepen en niet veel later kwam Shadowfall met zijn apprentice Falconpaw naar buiten. De apprentice, Falconpaw, was best groot voor zijn leeftijd. Toen de twee voorbij kwamen knikte hij eventjes naar hen. Het tweetal liep naar de prooistapel, en aten beide snel wat. Hierna vertrokken ze uit het kamp. Niet veel later zag hij hoe Snakefang en Mothpaw vertrokken. Hij trok zijn wenkbrouw op, dat die twee wakker waren was hem even ontgaan. Hij wendde zich weer tot Shimmerlight. "Binnenkort is er weer een grote clanvergadering," Begon hij kalm en keek haar aan. "Het word mijn eerste weet je, en ik weet niet goed welke katten ik mee moet nemen. Ik ben al de hele nacht aan het denken, want het is overmorgen al." Hij keek de knappe poes aan, hopend op enige tip van haar. Hij zag hoe de poes nadacht. "Neem een van de apprentices, zijn mentor en nog twee andere warriors heen. Dat moet genoeg zijn." Hij knikte en bedankte haar voor het advies. "Vanavond houd ik de ceremonie, denk ik." Sprak hij op kalme toon en stond op, gooide de restjes van de muis de bosjes in en keek naar Shimmerlight. "Jij neemt zo samen met Nightpelt de Thunderpath patrouille." Hij knikte haar toe en verdween in zijn den, nog nadenkend over wie hij mee zou nemen naar de grote Clanvergadering.
- Hoofdstuk 3:
ThunderClan Cinnamonstar zat samen met Smokenose voor de leiders den. Ze overlegden over de grote clanvergadering die morgenavond plaats zou vinden bij de vierboom. De witte kattin wist niet goed welke katten ze mee moest nemen, en daarom nam ze samen met haar deputy de opties door. Smokenose zou deze keer in het kamp blijven, want Blossomwing had slecht weer voorspeld. Na een tijdje sprong ze op de grote steen vlak bij haar Den. ''Willen alle katten die oud genoeg zijn om hun eigen prooi te vangen zich verzamelen bij De Grote Steen voor een clanvergadering!'' Haar stem bulderde door het kamp, en binnen een paar minuten stond de menigte katten voor de Grote Steen te wachtten. ''Zoals jullie weten vertrekken we morgen naar de vierboom, tenminste, ik en een aantal van jullie.'' Ze knikte de katten even toe. ''Ik heb samen met Smokenose besproken wie ik mee zal nemen, aangezien hij hier blijft om het kamp in de gaten te houden. Zeker nu we een aantal jongen onder ons hebben.'' Sprak ze met een knikte richting de nursery. Ze slikte eventjes en keek weer rond. ''Lionleap, samen met zijn apprentice Cedarpaw.'' Sprak ze, en keek de twee katten even aan. ''Jullie zullen mij vergezellen, samen met Pigeonwing.'' Ze knikte eventjes naar het drietal. ''Ga vroeg slapen, en houd je morgen rustig. Zorg dat je voor de avond langsgaat bij Blossomwing om de reiskruiden op te halen.'' Ze maakte toen aanstalten om de Grote Steen te verlaten. ''Hierbij is de vergadering gesloten.'' Sprak ze en sprong van de Grote Steen af, waarna ze verdween in haar den om eventuele klagers te voorkomen.
Cedarpaw keek trots naar zijn mede apprentice, Gingerpaw. Hij mocht mee naar de vergadering bij de vierboom, en zij lekker niet! Pesterig keek hij haar aan, wat hem een geïrriteerde blik opleverde. Hij draaide zich weg van haar en zocht zijn mentor op. ''Lionleap..'' Begon hij, maar de kater snoerde hem de mond, en ging verder met zijn gesprek, die hij aan het voeren was met Pigeonwing. Hij rolde met zijn ogen en trippelde richting de apprentice den. De schemer begon in te vallen, en Cinnamonstar had tenslotte gezegd dat ze vroeg moesten gaan slapen. Hij rolde zich op in zijn nest en ademde eventjes diep in en uit. Het liefste zou hij nu rond stuiteren en samen met zijn mentor het bos in gaan, maar hij moest zijn energie sparen voor morgen. Misschien zou hij wel apprentices van andere Clans ontmoeten. De gedachten maakten hem blij, en hij voelde zich nu ook wel stoer tegenover Gingerpaw. Alle verhalen die hij kon vertellen.. Hij voelde hoe zijn oogleden begonnen te zakken. Hij zag een rode gestalte binnenkomen, vast Gingerpaw, en toen viel hij in een diepe slaap.
- Hoofdstuk 4:
ShadowClan Owlstar stond samen met Nightpelt op de boomstam die midden in het kamp lag. Het was al aan het schemeren, dus het werd tijd om alles bekend te maken. "Willen alle katten die oud genoeg zijn om hun klauwen uit te slaan in hun prooi zich verzamelen voor een clanvergadering!" Bulderde zijn stem door het hele kamp heen. Katten keken op en kwamen naar hem toe gelopen. Hij voelde hoe alle ogen hem nieuwsgierig aankeken. ''Zoals jullie weten hebben we morgenavond een Clanvergadering.'' Hij keek eventjes naar Nightpelt die knikte. "Nightpelt zal hier blijven, want onze Medicine Cat ruikt slecht weer." Zijn blik gleed over zijn Clan. "Snakefang, Mothpaw, Shimmerlight en Blacktail, jullie vertrekken morgen in de namiddag samen met mij richting de vierboom. Vergeet je reiskruiden voor die tijd niet op te halen." Hij knikte de katten toe en keek even naar Nightpelt. ''Bij deze is de vergadering gesloten!'' Hij sprong van de boomstam en verdween in de leidersden.
Het was in de namiddag, en Owlstar wachtte samen met Swallowfeather en Nightpelt bij de ingang van het kamp. Nightpelt en Swallowfeather zouden over het kamp waken. Het waaide aardig, en dat deed hem wel rillingen geven. In dit nootweer moest hij het donderpad oversteken. Een zucht rolde over zijn lippen. De gestaltes van Snakefang, Shimmerlight en Mothpaw doken voor hem op. Hij knikte hen toe en keek rond, waar bleef Blacktail? Op het moment dat hij dacht zonder hem te vertrekken kwam de kater aanhollen. ''Owlstar, het spijd me maa..'' Verder kwam hij niet, omdat de kater hem wegwuifde met zijn staart. Hij had geen zin in gezeur. Hij knikte naar Nightpelt en verliet het kamp. De andere volgden hem en binnen de kortste tijd drong de geur van het Thunderpath hun neuzen binnen. Het waaide steeds harder en zoals Swallowfeather had voorspeld, er kwam een vreselijke lucht aanzetten. ''Laten we maar voortmaken.'' Sprak hij en de anderen knikten. Het bos ruilde zich om voor het Thunderpath, en er raasde een paar monsters voor hun neuzen. ''Oke, eerst gaan Mothpaw en Snakefang.'' Besloot hij en de twee katten stonden klaar om een sprint te nemen. Hij zag hoe de angst in de ogen van de apprentice was te lezen. ''Nu!'' Riep hij en de twee katten staken over, net op tijd, want er denderde al weer een monster voorbij. Hij zag hun gestaltes aan de andere kant en ging samen met de twee andere warriors klaar staan. ''Nu!'' Riep hij weer en ze staken over, dit keer kwam er geen monster. Hij knikte goedkeurend naar de apprentice, die dit voor het eerst deed. ''Nu volgen we het Thunerpath, we zijn er bijna!'' Sprak hij en stapte verder. Hij rekte zijn nek uit en keek weer voor zich, de wind begon steeds meer op te steken en takken vielen van de bomen af. Het gaf hem geen fijn gevoel, waarom wist hij niet goed. Misschien zou zijn plan zo wel in de soep lopen, maar hij hoopte van niet natuurlijk! De zwarte kater stopte toen de geur van verschillende Clans zijn neusgaten binnendrong. Hij stapte toen uit de schaduwen en zag dat WindClan al een tijdje stond te wachten, en RiverClan ook aankwam. Hij wenkte zijn Clan met zijn staart en liep toen naar de andere leiders toe. ''Goedenavond, Lilystar en Pebblestar.'' Knikte hij de poes van WindClan en de kater van RiverClan toe. Zijn glimlach was vals, en Lilystar keek hem wantrouwend aan.
- Hoofdstuk 5:
ThunderClan Cinnamonstar wachtte bij de uitgang van het kamp. Cedarpaw en Pigeonwing waren net al aangekomen, nu alleen Lionleap nog. Ze wachtte geduldig af, en toen kwam de forse kater naar hen toe. ''We kunnen!'' Zei ze en glimlachte naar Cedarpaw, die wat onrustig heen en weer bewoog. ''We nemen de weg dwars door het territorium, dan hoeven we maar een klein stukje langs het Thunderpath en zijn we er.'' Lionleap knikte bevestigend en ze vertrokken. Pigeonwing liep schuin achter haar, samen met Cedarpaw. Naast haar stapte Lionleap mee. De kater was gelijk met haar warrior geworden, maar ze had als deputy toch iemand anders aangewezen, Smokenose. Waarom wist ze niet precies, maar StarClan had hem aangewezen. Smokenose was jonger, maar niet veel, gewoon een paar manen. Cinnamonstar's witte gestalte leek steeds sneller te gaan, ze moesten opschieten, dan was alles sneller voorbij en konden ze nog voor het echte nootweer op de terugweg zijn. De wind gierde door de bomen heen en takken begaven het. Cedarpaw's haren stonden recht overeind. ''Rustig maar, Cedarpaw.'' Sprak Pigeonwing en Lionleap knikte instemmend. Cedarpaw leek door deze woorden wat meer gerustgesteld. Lionleap begon een gesprek met haar. ''Wat denk je, zal er binnenkort nog een queen bijkomen? We hebben echt meer warriors nodig.'' Cinnamonstar haalde haar schouders op. Ze had werkelijk geen idee wat StarClan hen zou gaan brengen. ''Laten we eerst maar zorgen voor de veiligheid van Tawnyspots jongen.'' Sprak ze en Lionleap knikte. ''Ashkit, Sweetkit en Brightkit.'' Sprak Lionleap hun namen nog eens uit. ''Ze passen perfect bij hen.'' Cinnamonstar knikte eventjes dat ze het met hem eens was. Toen pas drong de geur van ShadowClan hun neuzen binnen. Ze liepen in de buurt van het Thunderpath, hier was ShadowClan dus ook al geweest. Ze stapte stevig door, en toen drongen ook de geuren van RiverClan en WindClan hun neuzen binnen. Ze waren de laatste, maar kwamen ook wel het verste. Cinnamonstar ging vooraan lopen, gevolgd door de anderen. Ze stopte toen ze bij de vierboom kwamen, en ze liep naar voren. Daar wachtte Lilystar, Owlstar en Pebblestar op haar. ''Goedenavond.'' Sprak ze hen toe en ze kreeg een vriendelijk woord terug van Lilystar, leidster van WindClan. Pebblestar bromde iets en Owlstar knikte alleen maar. Hun band met WindClan was altijd beter geweest dan hun band met ShadowClan en RiverClan. ''Katten van de vier Clans!'' Begon Pebblestar de vergadering. ''Wij zijn vandaag bijeen gekomen om de grote nieuwtjes met elkaar te delen. RiverClan begint deze keer.'' Hij nam een hap adem en vervolgde zijn verhaal. ''Bladkaal komt eraan, en het weer word steeds ruiger en kouder. Prooi is er niet zo veel meer, maar onze Clan maakt het goed. We hebben een overvloed aan jongen die de volgende generatie van onze Clan gaan leiden.'' De leider van RiverClan deed een stap naar achteren, en Lilystar kwam naar voren. ''Wij van WindClan hebben een nieuwe medicinecat, Seedwind, meegenomen, ze zal het erg goed doen in onze Clan.'' Sprak ze en gejuich klonk op voor de nieuwe medicine cat, die blozend naar haar poten keek. Toen trad Cinnamonstar naar voren. ''Zoals jullie vast wel weten heeft pas een ziekte meer dan de helft van onze Clan uitgeroeid. We hebben een tekort aan warriors die ons eten kunnen bezorgen voor bladkaal. Maar, we hebben er weer een sprankje hoop bij. Want onze queen Tawnyspots heeft ons drie gezonde jongen gegeven. Ashkit, Brightkit en Sweetkit.'' Een paar oud queens van andere Clans lieten een goedkeurend gemurmel horen. Cinnamonstar wist wel zeker dat ze Tawnyspots kende, en nu over haar kittens praatte. Ze trad weer naar achteren en toen kwam Owlstar naar voren. Hij had een bepaalde grijns op zijn gezicht, ze wist niet of deze kwaadaardig was, of juist angstig. Het begon nu te regenen, steeds harder en harder. Cinnamonstar keek naar de hemel, en zocht toen de ogen van Lionleap in de menigte. Op een of andere manier voelde ze zich goed in zijn bijzijn. Ze zag dat hij naar Owlstar keek. ''Wij, van ShadowClan, maken het goed. We hebben alleen een tekort aan jongen omdat drie manen geleden BloodClan een inval deed bij ons. Ze hebben een aantal kittens gedood en sommige zelfs meegenomen. Ik ben de nieuwe leider geworden, omdat Finchstar zijn reis naar StarClan maakte.'' Hij knikte de Clans toe en trad nu ook naar achteren. En op dat moment gebeurde er iets verschrikkelijks. Een hels geroffel werd duidelijke en alle katten keken geschrokken rond. Zelf Owlstar leek van zijn stuk gebracht. Cinnamonstar zag hoe een gele flits hen allen verblindde, en niet veel later zag ze hoe er vlammen in de vierboom stonden. Katten raakten in paniek en apprentices begonnen te jammeren. Ze sprong weg van het stukje waar de leiders waren en dat was maar goed ook, want met een knetterent geluid viel er een brandende tak op de plek waar de ThunderClan leidster nog geen twee seconden geleden had gestaan. Ze vocht zich een weg tussen alle katten door, en zag hoe Lionleap samen met Cedarpaw en Pigeonwing stond te wachten, een paar honderd meter verderop. Ze wachtten op haar. In haar ooghoek zag ze hoe de WindClan zich uit de voeten maakte, ze waren niet de enige die vluchtte. RiverClan en ShadowClan hadden minder geluk, want sommige leden waren verdwenen onder brandende takken. Iets in Cinnamonstar schreeuwde dat ze hen moest helpen, maar de stem van Pigeonwing deed haar weer ontwaken. Ze rende op hen af met samen vluchtten ze het bos in. Hun vachten zaten vol met zwarte vlekken as, maar het enige waar ze aan dachten is om zo snel mogelijk naar het kamp te gaan. Grote wolken vol met as dreven de hemel te gemoet. De regen kon het vuur niet blussen. De vier katten renden, met op de achtergrond de vierboom waarbij de vlammen metershoog boven de rest van het bos te zien waren.
- Hoofdstuk 6:
ShadowClan Owlstar had zich laten verrassen door het plotselinge omslaan van het weer. Hij had geluisterd hoe het ging in de WindClan en RiverClan, erg goed daar dus. ThunderClan had minder geluk, door de ziekte die er had geheerst. Een spottend lachje kwam vrij uit zijn mond, het kon hen allemaal niet veel schelen. Zijn zwarte gedaante stond recht overeind toen de bliksem insloeg op de vierboom. Hij zag hoe Cinnamonstar wegsprong, en nog geen twee seconden later er een brandende tak op haar plaats viel. Hij heek op toen er een tak op zijn rug kwam, en bezweek onder het gewicht. Hij zag in zijn ooghoek hoe het groepje ThunderClanners wegvluchtte, de lafaards. Die Clan was het niet waard om al die jachtgronden te hebben. Hij probeerde onder de tak vandaan te komen, zonder veel succes. Opeens werd de druk op zijn rug minder, en hij floepte onder de tak uit. Hij zag het nu pas, dat Shimmerlight hem had gered. Hij knikte naar haar en ze sprintte samen naar de kant van het ShadowClan territorium, waar de andere op hen wachtte. Hij draaide zich nog een keer om en zag hoe de RiverClan een poes onder een brandende tak vandaan hield, en ook zei vluchtte nu weg. Hij keek naar de vierboom, die nu wat minder brandde dan eerst. Hij werd uit gedachten gehaald omdat Shimmerlight hem aanspoorde verder te lopen, terug naar het kamp. Ze renden het Thunderpath over en waren weer op eigen territorium, alhoewel je de vlammen vanaf hier nog hoog zag oplaaien tegen de hemel.
Owlstar kwam uitgeput het kamp binnen. Mothpaw viel neer en een zucht rolde over haar lippen, de apprentice was doodop. Hij moest toegeven dat hij het zelf ook was. Druppels bloed rolden over zijn rug, die had de grote tak in hem gemaakt. Shimmerlight zag er ook niet goed uit, ze had iets bij haar oog zitten wat leek op een snee. Hij sprong op de boomstronk en zag nog steeds grote wolken as in de lucht hangen, gelukkig stond de wind de andere kant op. "Willen alle katten die oud genoeg zijn om hun eigen prooi te kunnen doden zich verzamelen voor een snelle clanvergadering." Bulderde hij en Nightpelt kwam op hen afgelopen, gevolgd door een aantal andere katten. Hij zag hoe hun medicine cat de zorg nam over de uitgeputte apprentice, die amper meer op haar poten kon staan. "De clanvergadering is uitgelopen tot een grote ramp, want tegen het einde sloeg de bliksem in de vierboom in." Zijn gezicht vertrok een beetje omdat zijn rug nu aardig pijn begon te doen. "Het enige wat we verder hebben gehoord is dat RiverClan en WindClan het goed maken, maar met ThunderClan gaat het heel slecht." Wat gemurmel tussen de katten was te horen. ''Ik vind dat ThunderClan het niet verdient om een plek te hebben in het woud, waarom zou het niet beter de drie Clans van het woud zijn? We zouden allemaal meer jachtgebied kunnen hebben.'' Er klonk een instemmend gemurmel, alleen Nightpelt reageerde niet. Was zijn deputy het niet met zijn stelling eens? Zijn ogen flitsten even naar de kater, maar die was verdwenen. Zijn blik viel op een aantal katten, waaronder Shadowfall. Hij wist dat die kater maar al te graag mee zou doen als er een gevecht kwam, maar van Nightpelt wist hij het nog niet zo zeker. Een grijns sierde zijn lippen, toen het grootste deel van de Clan een aantal strijdkreten liet horen, hij bulderde het van het lachen, en een paar anderen lachten mee. Binnenkort zou ShadowClan weer over het woud heersen, en hoe. Het enige wat Owlstar was ontgaan waren hoe Shimmerlight en Nightpelt toekeken, verontwaardigd.
- Hoofdstuk 7:
ThunderClan Het was de ochtend na de grote clanvergadering. Er dreven nog steeds grote wolken vol as over hen territorium heen, maar het meeste was vannacht al gekomen. Een rode kattin opende haar ogen, het was Gingerpaw. Haar blik viel op Cedarpaw, die gisteravond was teruggekeerd na de rampvergadering, zoals de elders het noemden. Het nest van Tigerpaw was leeg, die was vast al met Blossomwing kruiden gaan zoeken voor dag en dauw. Die twee waren een goed duo, dat wist elke kat van ThunderClan al. Ze hoorde wat gestommel in het kamp en stond zachtjes op, om Cedarpaw niet wakker te maken. De kattin trappelde tussen de nesten door, er waren er maar een paar van bewoond. Het hele kamp lag nog te slapen, zelfs de leiders den bevatte een slapende Cinnamonstar. Ze keek rond en zag hoe een klein, zwart jong bij de prooistapel zat en speelde met de staart van een eekhoorn. Het was Ashkit, een van de jongen van Tawnyspots. Gingerpaw besloot de kleine kitten eens even te vertellen dat dat niet mocht, en dus stapte ze op de zwarte kitten af, die een beetje in elkaar dook. ''Zeg,'' Begon ze met een nep boze stem, de kitten dook in elkaar en keek haar met grote ogen aan. ''Wat je nu doet, mag niet van StarClan, we mogen niet spelen met ons eten!'' Dat laatste kwam er iets harder uit dan bedoeld, en de kitten nam de benen. Gingerpaw's ogen werden naar de warrior den getrokken, waar haar mentor Northernwind zich uitrekte. Ze pakte de eekhoorn en begon deze snel op te eten, hopelijk gingen ze trainen. Gingerpaw wierp de botjes weg en zag dat Northernwind ondertussen al een muisje had opgepeuzeld. Ook zag ze dat hij niet alleen was, hij was vergezeld met Smokenose, hun deputy. Ze besloot om op hen af te stappen. ''Northernwind?'' Begon ze en keek toen naar de twee katers. ''Gaat we vandaag trainen? Of..'' Ze keek eventjes naar Smokenose. Haar mentor lachte toen en ze keek hem wat verward aan. ''We hebben een speciale training voor je, Gingerpaw. We gaan namelijk kijken hoe de vierboom er vanaf is gekomen. En onderweg zal je opdrachten moeten vervullen.'' Nu nam haar deputy, Smokenose, het woord. ''Je weet vast wel dat over minder dan twee manen jij en Cedarpaw de grote test krijgen om warrior te worden, en nu moet je dus goed oefenen.'' Knikte Smokenose haar toe. Gingerpaw knikte begrijpend en keek toen nieuwsgierig naar Northernwind. ''Krijg ik ook reiskruiden?'' De twee katers lachten. ''Nee, dit zal je op eigen houtje moeten doen.'' Sprak haar mentor en deze stond op "Laten we dan maar eens vertrekken." Sprak Smokenose en ze stonden op, waarna ze richting de uitgang van het kamp liepen. Gingerpaw wierp nog een laatste blik op het kamp, en trippelde toen achter de katten aan.
Ondertussen was Cinnamonstar wakker geworden, en had toegekeken hoe haar deputy samen met Northernwind en Gingerpaw was vertrokken. Smokenose deed het goed, zeer goed zelfs, als leider. Ze wist dat de kater te vertrouwen was, en dat was maar goed ook. De witte kattin was opgestaan en het lege kamp in gelopen, waarna ze een muis van de prooistapel viste. Lionleap was niet snel daarna bij haar komen zitten, met een klein vogeltje. Ze hadden een gesprek aangeknoopt, en dat liep erg goed. Het verbaasde Cinnamonstar dat ze de laatste tijd zo veel optrok met Lionleap. Maar ja, dat was ook niet gek omdat hij fors en altijd zo kalm leek te zijn, net zoals zijzelf. De tabby kater had haar gevraagd of ze meeging met jagen. Het kamp kon wel even zonder hen, toch? De andere katten konden het verdedigen vast nog wel aan. De witte kattin volgde de tabby kater en zo liepen ze richting de Zonnerotsen. Hier konden ze mooi uitkijken over de wilde rivier die heen en weer klotsten. Lionleap zette zich neer op de grootste rots, die was mooi plat zodat je er op kon liggen. Cinnamonstar dacht er niet bij na een binnen een paar seconden lag ze naast de grote tabby kater, en duwde haar kop in zijn warme vacht.
- Hoofdstuk 8:
ShadowClan De tijd was snel gegaan sinds de inslag op de vierboom, en bladkaal zat eraan te komen. Owlstar kwam zijn den uit en zwiepte wat geïrriteerd met zijn staart heen en weer, toen hij 'het' koppel van de Clan weer zag. Nightpelt en Shimmerlight, ze waren sinds vorige maan een stel. Ergens borrelde er bij de kater jaloezie omhoog, want Nightpelt had best geweten dat hij Shimmerlight wilde. Iets in hem zei dat Nightpelt niet te vertrouwens was, hij had ook te veel gezien van zijn daden. De kater wantrouwde hem, en nam nu ook nog eens de mooiste poes van heel ShadowClan in. Een lichte grom verliet zijn keel en hij draaide zich om, waarna hij op de grote boomstronk sprong, zo kon hij de Clan goed toespreken. ''Laat alle katten die hun eigen prooi kunnen vangen zich verzamelen voor een vergadering!'' Bulderde hij en zag in zijn ooghoek Nightpelt en Shimmerlight aankomen, samen. De poes had een maan geleden aangekondigd dat ze kittens van Nightpelt verwachtte. Owlstar was jaloers geweest, want hij had de vader moeten zijn van die kittens. ''Zoals jullie weten hebben we er een nieuwe queen bij, Shimmerlight.'' Hij knikte de poes toe, wat een trotse Nightpelt opleverde. Owlstar voelde hoe die woedde weer omhoog kwam. ''Ook weten jullie vast wel dat bladkaal er weer aankomt, dus, zorg dat jullie nesten goed zijn gevuld en er in elke den een grote stapel mos licht, want het zal erg koud worden, voorspeld Swallowfeather.'' Hij hield eventjes stilte omdat de katten wat overlegden met elkaar. Zijn blik viel weer op zijn deputy, die hem eventjes aankeek, en toen verdween. Zag hij het nu goed? Keerde die lafaard hem de rug toe? Hij gromde eventjes, maar wendde zich toen weer tot de Clan. ''Dat wilde ik even mededelen.'' Sprak hij wat humeuriger dan anders en hij sprong naar beneden. Hij zag nog hoe Shimmerlight door Swallowfeather naar de nursery werd geleid, zodat ze een nest kon kiezen. Owlstar wist nu al dat hij die kittens nooit echt zou kunnen accepteren, waarom wist hij niet. Maar wat moest hij nu? Iets in hem zei dat hij korte metten moest maken met Nightpelt, en dat dit het ideale moment was. De zwarte kater volgde de bekende geur, het kamp uit. De grijze kater was in de buurt van het Thunderpath gekomen, als hij hem wat opjoeg zou het wel moeten lukken. Hij zag in de verte de gestalte al. Trouwens, wat zou dat zijn, Nightstar. Hij walgde nu al van die naam. Nee, hij wilde iemand die het meer met hem eens was, die over het woud wilde heersen. En dat was wel het laatste wat Nightpelt wilde. Die wilde juist vrede tussen de vier Clans, maar wat had de naam ShadowClan dan nog voor zin? Ze konden hun naam dan net zo goed veranderen naar SweetClan. Hij snoof minachtend en zette de achtervolging in. Nightpelt rook hem niet, want de wind stond niet gunstig voor hem. Het enige wat hij hoorde was iets wat achter hem aan kwam. De grijze kater ging richting het Thunderpath, hopend dat dat het vreemde ding zou afschrikken. Wat Nightpelt niet wist was dat het hem regelrecht naar zijn eigen ondergang zou brengen.
Owlstar rook de vieze geur van het Thunderpath, en zag hoe Nightpelt vlak voor het pad stond, onzeker draaiend met zijn oren. De leider kwam de struiken uit en begroette zijn deputy met een knikje, die zich toen meteen ontspande. Owlstar liep met grote passen op hem af. ''Ik moest je nog iets vragen.'' De kater maakte een gebaar naar hem dat hij kon vragen wat hij wilde. ''Heb je enig idee wanneer de kittens van Shimmerlight ter wereld komen?'' Vroeg hij en keek de kater aan. ''Dat zal niet lang meer duren, maximaal een moon, misschien twee.'' Owlstar knikte, en deed net alsof hij nadacht. Maar eigenlijk telde hij in zijn hoofd af. Vijf, vier, drie, twee, één! Hij besprong de grijze kater, en al krijsend, rolden ze dichter naar het Thunderpath toe. In de verte zag Owlstar een monster aankomen. Met een enorme kracht trapte hij de grijze deputy van zich af, die nu midden op het Thunderpath lag en versuft probeerde op te staan. Alles ging ineens zo snel, het monster reed recht op de kat in, die naar de berm slingerde en een stukje naar beneden rolde, dood. Owlstar keek tevreden naar het resultaat, hij zou doen alsof hij niets had gezien of gehoord. Hij schoof zijn lichaam onder het dode van de oude deputy en begon diens lichaam richting het kamp te slepen. Hij had zijn hele smoes al klaar, dat zou een makkie worden. Hij rook meet ShadowClan en zag de vorm van het kamp al in zicht komen. Owlstar sleepte de deputy de laatste paar meters, en liet diens lichaam toen midden in het kamp van zich afgeleiden. Opeens werd er geschreeuwd, geroepen en het werd een drukste van belang. Shimmerlight keek vanaf een afstandje toe, ze geloofde niet dat haar partner dood was. Hij zag dat de poes in shock was, en dat ze werd getroost door Swallowfeather en Mothpaw. Hij snoof wat minachtend naar haar, watje. Hij sprong op de boomstronk en begon met de tweede toespraak die dag. ''Beste medeclanners. Jullie hebben het goed, Nightpelt is dood.'' Sprak hij, het was doodstil. ''Ik vermoed dat hij is aangereden door een monster, want hij lag naast het Thunderpath.'' Het was doodstil, behalve het lichte snikken van Shimmerlight. ''Zoals jullie ook wel weten, moet ik nu een nieuwe deputy kiezen, en voor mij was het al snel bedacht wie dat ging worden.'' Hij zocht de ogen van Snakefang op. ''Snakefang, kom naar voren.'' Sprak hij en met opgeheven kop kwam de rode kater door de menigte naar voren. ''Snakefang, ik geef jouw bij deze de titel deputy!'' Er klonk een luid gejuich en Snakefang keerde met een enorm trotse glimlach weer terug. ''En bij deze is de ceremonie gesloten!'' Sprak hij en sprong van de boomstronk af. Met een knikje maakte hij Blacktail en Shadowfall duidelijk het lichaam van Nightpelt mee te nemen, de Clan hoefde niet om z'n mislukkeling te rouwen. Het was hem opgemerkt dat de drie poezen waren verdwenen. Hij liep richting de nursery en rook de geur van bloed, de kittens kwamen. Hij liep weg en gaf Snakefang een teken om hem op de hoogte te stellen als ze er allemaal waren. De kersverse deputy nam plaats voor de nursery en Owlstar verdween in zijn den.
Shimmerlight had het moeilijk. De witte poes was net haar partner verloren, en nu kwamen hun kittens al. Binnen de kortste tijd lagen er vier jongen naast haar. Twee tabby's, een poesje en een katertje, een wit katertje en een grijs poesje. Ze zag de vragende blik van Swallowfeather, nu moest ze hen nog namen geven ook. De witte poes raakte de neus aan van haar oudste zoon, een van de tabby's. ''Jouw naam zal Deathkit worden.'' Ze wendde zich tot het grijze poesje. ''Berrykit, dat word jouw naam.'' Ze wendde zich tot het tabby poesje. ''Seedkit.'' Sprak ze zorgvuldig uit. En toen kwam ze tot het laatste jong, het witte katertje. ''Frozenkit.'' Sprak ze de laatste naam uit en bekeek haar nest eens goed, ze waren perfect.
Laatst aangepast door Bravesoul op ma 17 jun 2013 - 19:56; in totaal 7 keer bewerkt |
|