Rustig liep er een kater door het gras. Hij was het kamp uitgegaan om te gaan jagen ofzo. Eerlijk gezegd wist hij nog niet wat hij moest doen. Hij wou het kamp gewoon uit. De bruine kater draaide zijn kop van links naar rechts op zoek naar iets leuks te doen. Hij opende zijn kaken in de hoop om misschien een andere kat te ruiken of tenminste een prooi. En zijn wens kwam uit, de geur van een Rverclankat kwam zijn geurklieren binnenstromen. Direct liep de kater in de richting van de geur.
~Dovepaw~