Dream-topic.

Ik was in de boerderij van mijn neef, alleen dan cooler, met coole trapjes en kamertjes (hier had ik van de week ook al over gedroomd). En ik was de dochter van Poseidon en hij de zoon van Zeus. Maar in de droom hadden we zeg maar geen coole krachten. Mijn slaapkamer was vanuit de woonkamer het trapje op, en dan door de tweede deur links.
Er waren twaalf goden, en soms kwamen ze bijeen. Mijn neef en ik mochten daar niet bij zijn. Ik moet er nog even bij zeggen dat de goden precies zo'n ring hadden als in Lord of the Rings, hoewel ik niet precies meer weet wat die deed, was het heel belangrijk voor hun.
Er was dus een keer een hele belangrijke bijeenkomst (op een open plek met een schommel (?)), en mijn neef en ik gingen ze achterna. Op een gegeven moment ben ik op die schommel gaan zitten en met Poseidon gaan praten (en nog iemand anders). En toen pakte ik zijn ring uit zijn zak (scheisse ik rol de zak van een belangrijke god, hoewel ik dat toen niet dacht) en ik pakte ook nog de ring van iemand anders (blijkbaar had iedereen zo'n ding). Mijn neef en ik kwamen elkaar tegen in het kleine sluipweggetje van ons die wegliep van de open plek. Ik deed de ringen om en we gingen op onze knieënmaken dat we weg kwamen, want de goden mochten ons niet zien. We kwamen een man en een vrouw tegen die gewoon aan het lopen waren, en ik zei: We komen al 10 minuten geen slakken tegen! (dat was zodat die mensen niet alarm gingen slaan ofzo) We kropen verder en we kwamen bij de boerderij uit. Er was een langwerpig zwembad met daarnaast de boerderij, en er zat ongeveer 0,5 meter pad tussen die twee. Ik sprong in het water en zwom naar het huis. Ik moet even vertellen dat er langs het hele zwembad de boerderij geen ramen had, alleen een kleine aan het einde. Daar kon mijn tante ons zien, als ze in de eetkamer zat, die er recht voor was. Maar ze zat er niet, en hoewel ik kletsnat was, rende ik door de eetkamer en woonkamer naar mijn kamer. Maar de deur was een gang en ik kwam allemaal kamers tegen die ik nog nooit had gezien. En mijn tante kwam er achter dat ik de ringen had. Er volgde een achtervolging en ik rende door het hele huis. Toen kwam ik in de kamer van mijn neef. Ik stond er versteld van hoe groot hij was. De vloer was van een rood tapijt, en zijn kamer ging ook nog links een hoekje om. Daar stond waarschijnlijk zijn bed. Voor me stonden 4 stoelen. Ik rende er langs en ik zag een spankoort. Ik trok het weg en ik was in de keuken (ouderwetse keuken). Handig als we moeten eten, dacht ik. Maar ik vroeg me ook af hoe het kon dat er hier geen trap naar beneden was, nergens in het huis, eigenlijk, en dat je wel een trapje op moest om naar zijn kamer te gaan. Alles leek vlag. Ik rende verder, naar de woonkamer en zo weer naar mijn kamer. Er was een gang, maar mijn tante zei dat ik voor straf naar mijn kamer moest. Hij was aan het einde van de gang. Ik ging naar mijn kamer en mijn oom kwam binnen. Hij leegde uit dat de goden echte ringen hadden, maar ook neppe. Volgens mij had ik de echte.
Later ging ik mijn neef zoeken, en ik kwam in een kleine kamer vol met vellen papier waar onzin op stond (osijowifojsoifjwofejjeo) en met witte machientjes. Ik zag mijn neef typen, en mijn tante zei: Waarom is je dyslexie zo erg?
Ik moet nog wel even zeggen dat ik dus vaker één ring van de goden had gestolen, en dat ik toen een badhanddoek bij had om me af te drogen als ik naar binnen ging door het raampje, zodat ze niet konden weten dat ik er al was.