Voorzichtig betrad hij de elders den met een schrale eekhoorn in zijn bek die eigenlijk bedoelt was voor één van de oudsten. Nieuwsgierig gleed hij met z'n amberkleurige blik over de hoopjes vacht en spotte hij uiteindelijk een poes die er op het eerste zicht best vriendelijk uitzag. Rustig baande hij zich een weg naar d'r toe, en liet hij het prooidier vlak voor haar neus vallen. "Goedemorgen." sprak hij vriendelijk, terwijl hij zichzelf ook even installeerde voor de poes en zich liet zakken totdat hij in een zithouding terecht kwam.