De grote lapjeskat sloop door de vlaktes. Hij hoorde zachte ritselingen tussen het gras. Twilightmoon sperde zijn grote oren terwijl de felle zon zijn donzige vacht verlichtte. Hij was op jacht om zich even op andere dingen te kunnen concentreren, de drukte van in het kamp werd hem even te veel. Een sterke geur drong zijn open neusgaten binnen. Het was de sterke geur van een Windclankat. Hij besloot de geur even te negeren en ontspande zich. Een zacht briesje liet zijn haren wapperen terwijl hij zich aan de rivier vestigde en een klein slokje water nam. Daarna koos hij een geschikte plaats met genoeg gras uit om even languit op te gaan liggen. De gespierde kater rekte zich uit, poot na poot. Zijn staart volgde het voorpoot en strekte even. Hij geeuwde rustig met zijn mond ver open gesperd. Plotseling werd de Windclan geur sterker. Twilightmoon kon al ruiken wie het was; het was Leafstorm, de slanke, witte poes en moeder van vier kittens. Hij rekte zich geleidelijk uit en duwde zich recht via zijn voorpoten. De warrior gaf een licht knikje naar de kat om haar respectvol te begroeten. Hij hoopte dat ze in een goede bui was, hij hield niet van slechtgehumeurde katten en hij was waarschijnlijk niet de enige. Hij hijgde voor een kort moment door de warme zon en richtte zich daarna met zijn volledige aandacht op Leafstorm, wachtend op een reactie.