Tigerpelt zat inneengedoken tussen de lange, vergeelde grashalmen. een paar meter voor hem, zat een mollig, bruin konijn dat geen idee van Tigerpelts bestaan had. het konijn bevond zich ongeveer een staartlengte van hem verwijderd, toen hij vooruit schoot en zijn tanden in de nek van het beestje plante. "Zouden konijnen ook denken zoals wij?", vroeg hij zichzelf in stilte af voordat hij het konijn bij zijn nekvel pakte en meesleepte naar de boom waar hij altijd zijn prooi verstopte. Toen hij aarde over zijn prooi had gesleept, keek hij rond, om te zien of er iemand in de buurd was. Een beetje verder zag hij Swiftfur zitten, hij kende haar niet zo goed. De bruin-witte kater wandelde naar haar toe. "Goede jacht gehad?", vroeg hij toen hij bij haar was.