Daan 131
| |
| Onderwerp: [+Glacialvoice] Raindrops ma 16 sep 2013 - 7:04 | |
| Newleaf was aangebroken. De bloesems begonnen weer te bloeien en alle bomen kregen langzamerhand weer die kleine, kleurige knoppen waar binnenkort prachtige groene blaadjes uit zouden komen. De kater snoof die geur goed in, ja, hij hield van Newleaf. Leaffal en Leafbare waren altijd zo koud, zo nat en modderig. Nee, gaf hem maar de twee frisse seizoenen. Natuurlijk, hier was er dan ook wel eens regen, maar er lagen nu geen vieze blaadjes op de grond die zich mengden met aarde en vervolgens een vieze drab werden. Zijn lange vacht werd dan altijd zo vies, en Coppersong was iemand die daar nog al veel aan dacht. Hij stond in een keer voor het dal van de Vierboom. Dat had hij snel gedaan, sneller dan verwacht. Hij trippelde naar beneden en ging onder een boom met rozige bloesems zitten. Rust. Daar verlangde hij nu naar. Zo meteen zou hij het Thunderpath weer over moeten, maar ach, dat viel wel mee. |
|
Dιεuw 136 Actief
| |
| Onderwerp: Re: [+Glacialvoice] Raindrops ma 16 sep 2013 - 18:21 | |
| De ochtendzon scheen op de natte, voornamelijk van de dauw, grond en liet het glimmen. De knoppen gingen langzaam open en vormde zich tot prachtige bloemen, het sneeuw was al enkele dagen terug langzaam weggesmolten door het warmer wordende weer. De omgeving werd weer gevuld door sterk, gifgroen gras, rustig kleurende boomblaadjes en later het seizoen prachtig gekleurde bloemen. De vogels zongen hun liedjes, zochten naar een partner en legde eieren. Bij katten ging dat heel anders, die hadden, meestal, eerst een partner gezocht en als de tij rijp was, dat kregen ze pas kittens. De zonnestralen schenen door het dichte bladerdak van een boom, die in the middle of noware ineens stond. Een grote schaduw viel over het hoge gras, waar meestal de adders en andere hagedisjes zich verscholen. Waar ze als kitten zijnde het liefst meespeelde, niet wetend dat die beestjes tanden hadden. Nou, na die dag, toen ze het kamp was uitgeslopen omdat de hagedisjes 'op' waren en ze nieuwe moest hebben, wist ze dat ze nooit meer ging spelen met die dieren. Een glimlach verscheen op haar gezicht. De tandafdrukken ontstonden weer in haar poezelige pootje toen ze aan die zonnige middag dacht. Ze had, tussen het hoge gras, een groot kruipend diertje gevonden, met vier poten en een reusachtige kop. Ze vond het wel interessant, ze had immers alleen nog vriendjes gemaakt met kleine diertjes. De jonge, onwetende kitten sprong op het groene, sissende beest en gooide het speels in de lucht. Wist zij veel dat dit niet de manier was van met andere dieren omgaan. Ze hoorde luid gesis en een bonk toen het dier zich in de lucht verzette en op de grond knalde. Het dier liep met wijd open gesperde mond op haar af en de kitten schrok zich dood van angst. En voor ze het wist, hing er een reptiel, bijna de helft van haar grootte aan haar kleine, poezelige pootje. De jonge poes schudde haar kop en staarde met een scherpe blik naar voren. Toen ze met een bloedend pootje het kamp binnenkwam, zei haar moeder dat het dier haar al straf had gegeven, maar toch mocht ze de nursey niet uit. Ze herinnerde zich hoe haar moeder kort daarop stierf door Groenhoest, die ze had opgevangen van één van haar silbings. Ze was al zwak, maar ze verwachtte niet dat ze nog een ziekte erbij kreeg. Ze stierf de avond daarna. Haar broertje stierf daarna weer, doordat ze geen queen konden vinden die ze wilde opvangen. Na veel getwijfel nam toch een queen de laatste twee kittens op die nog leefde. Haar broertje had het in de verhuizing opgegeven en sloot zijn oogjes. De poes schudde even haar kop toen ze merkte dat ze bijna bij de Fourtree aangekomen was. Ze zag de vier reusachtige bomen al staan, en een glimlach versierde haar gezicht. Ze was hier weleens vaken, ze vond het gewoon heerlijk om zich even tussen de wortels te nestelen en even haar ogen kon sluiten zonder dat ze gestoord werd. Maar de geur van een andere kat liet haar toch even omkijken. Misschien was het beter dat ze zich omdraaide. De poes schudde haar kop en wandelde met sterke passen vooruit. Ze kon zich verweren, maar ze liet het nooit zien in de clan. Dan gingen ze haar juist nog meer verafschuwen. Haar blik stond strak en ze staarde tussen de bomen door. De sterke geur van de SkyClan hing tussen de bomen. Ze sprong met een krachtige sprong naast een van de bomen en keek rond. Daar, daar lag de kat. Ze kon niet ruiken of ze een kater of een poes was, de geur van SkyClan en newleaf overmande haar reukvermogen. De verse geuren van de nieuwe planten deden de lucht goed. Haar gifgroene ogen staarde naar de kater, terwijl ze rustig een paar stappen zijn richting indeed. Ze murmelde nog een paar woorden en voelde een zachte windstoot in haar gezicht. De zon scheen tussen de hoge bomen door en ze keek de kater aan, waarna ze, in een afstand van ongeveer 2 meter ging zitten. Ze drukte haar nagels in het gras en keek de kater kalm aan. Ze wist zichzelf goed te controleren, vooral omdat de kater volkomen onbekend voor haar was. Ze onderzocht de kater even goed, ze wist immers al aan de geur dat het een kater was. Als ze verder weg stond, had ze het waarschijnlijk niet geraden. Ze duwde haar neus in de lucht en keek of er meer katten aankwamen, maar nee. Het was nog rustig. "Hallo," mompelde ze toen kalm en ze keek de kater aan.
|
|