Rustig bewoog de calico apprentice zich voort. Ze had nu al zovele verhalen te horen gekregen over hoe dom en stom poesiepoezen waren, dus nu had ze haar zinnen gezet op er eentje tegen te komen. Zo erg konden die toch ook weer niet zijn, toch? Ze hield halt toen ze bij de Tallpines arriveerde, en proefde even van de lucht. Enkele diverse geuren reikten haar neusgaten, waarvan ze enkele herkende als hondengeur en tweebeengeur. Er was ook nog een geur die sterk leek op die van de tweebeners, echter wist ze er geen naam bij te plaatsen...