Crooked heart {LIONROAR}

_{Levenloos lag ze vermoeid neer in de Nursery. Haar witte vachtje net gewassen. Ze had zonet nog even gespeeld met d'r broertje, maar alsnog voelde ze zich niet helemaal goed. Een misselijk gevoel borrelde in haar omhoog toen ze naar haar pleegmoeder keek. Wat had ze nu aan háár? Ze wou haar eigen moeder terug, Spottedleaf zoals ze haar ook noemden. Waarom moest zij per se gestorven zijn? Al had ze nog niet zoveel gehoord over StarClan, die Clan had in ieder geval geen goede indruk op haar gemaakt. Net toen het poesje weer opstond om nog even buiten te gaan zitten, botste ze per ongeluk tegen een wit gestalte aan met enkele rode aftekeningen. "Auwch!" Slaakte ze al gilletje toen ze achterover viel.}

Het werd hem langzaam aan een beetje teveel. Al het verdriet dat hij opgehoopt had, hij moest het ergens kwijt. Een vriend of vriendin vinden ging voor hem moeilijk, dus alles wat hij kon doen was zwijgen en doen alsof het goed met hem ging. Zachtjes slaakte hij een zucht. Hij ging een kijkje nemen bij de kits van Spottedleaf, misschien dat hij nog even wat met ze kon praten. Hij stapte, zonder er veel erg in te hebben, richting de Nursery. Net voordat hij de ingang in wilde stappen, botste een witte kit tegen hem op en viel voor hem achterover. Het was Whitekit, een van Spottedleaf's kits. "Ah, Whitekit." Miauwde hij vriendelijk naar de witte kitten. "Jou zocht ik net." Miauwde hij vervolgens, terwijl hij de poes vriendelijk aankeek. Kittens vertrouwde hij meestal wel, ze waren anders dan volwassen katten, waarom hij daar zo over dacht wist hij niet. Misschien dat hij zelf als kitten ook onschuldig was, onwetend van al het gevaar.

_{Ze wreef even met haar voorpootje over haar snoet, en keek de grote kater die ze per ongeluk was aangelopen met grote ogen aan. "Ah, Whitekit." Miauwde de krijger vriendelijk. "Jou zocht ik net." Ze vroeg zich af wat de kater mogelijk van haar zou willen. Ze zette haar pootje terug op de grond en keek de kater nieuwsgierig aan. "Ben jij Lionroar?" Vroeg ze nieuwsgierig, haar oogjes groot van verbazing. Ze had al veel over deze kater gehoord. Feitelijk had ze wel al iets over iedere kat in de Clan gehoord. En in tegenstelling tot haar broertje, wou zij iedereen leren kennen. Terwijl ze haar kopje schuin hield vouwde ze haar staartje rond haar lichaam.}

"Ben jij Lionroar?" Rustig knikte hij. "Ja, dat ben ik. Jij heet Whitekit, toch?" De kater keek de kitten een beetje vragend aan. Hij had zich een beetje van de twee kits van Spottedleaf afgezonderd, bang om nog meer aan haar herinnerd te worden. Maar nu wilde hij ze echt leren kennen. Misschien zou hij dan wel over haar dood heen komen.

_{Haar kristalblauwe oogjes keken de kater onderzoekend aan. Hij zag er wel een aardig iemand uit dus misschien was hij bevriend geweest met haar moeder, Spottedleaf. Ze hield zichzelf voor om de katten niet teleur te stellen en een even grootse warrior te worden als haar moeder! Echter had ze hier en daar wel problemen op het sociale gebied. "Ja, dat ben ik. Jij heet Whitekit, toch?" Ze schrok eventjes op en probeerde de blauwe blik van Lionroar te ontmoeten. "Dat is mijn naam, ja." Piepte ze. Whitekit probeerde zich groot te maken en rechtte haar borstkas ietwat. Echter had ze niet door dat ze stond te trillen van de koude, al zou ze dat nooit toegeven. "Kende jij mijn moeder goed?" De woorden kwamen er nogal stuntelig uit door het zachte stemmetje en door het feit dat ze het articuleren nog moest oefenen. Lionroar zou dat toch wel begrijpen, toch? Hij zou haar geen waardeloze kit vinden, of wel dan?!}

"Kende jij mijn moeder goed?" Ook al kwamen de woorden en stuntelig uit, hij kon het niet laten om even te slikken. Of hij haar moeder goed kende? Natuurlijk kende hij haar moeder goed! "Ja, ik kende haar goed, ze was een goede vriendin van mij." Zei hij, proberend zijn stem sterk te houden, maar soms faalde zijn stem een beetje en hoorde je het een beetje kraken. Ja, er zat nog veel emotie in hem als het ging om Spottedleaf.