Een klein, groen blaadje viel van een boom af op de grond, en een Apprentice, wit als de sneeuw, besprong het kleine ding. Triomfantelijk keek ze op, en haar grote ogen, keken nieuwschierig rond. Nog wat prooi te vinden hier? Nu het Greenleaf was zat het bos vol met prooi, ook bij de ShadowClan. Ze draaide haar oor en zag een kikker vrolijk in het rond springen. Ze zakte vrijwel direct in de jachthouding, en ze sloop stilletjes vooruit. Shrewleap had haar veel geleerd, dat was zeker. Net toen ze wou springen, hoorde ze een stem. 'Hey jij!' D kikker keek verschrikt op en sprong in het veilige moeras. Woedend rukte Frostypaw haar kop om naar de stem, en daar stond een zwarte kater. 'Kijk nou wat je hebt gedaan, frog-Brain! Nu is mijn prooi weg!' snauwde ze woedend, en krulde haar lip op om haar vlijmscherpe tanden te laten zien. De kater keek niet boeiend, en zei: 'Waarom jagen als het niet eens hoeft? Dit bos hangt vol met lekkere bessen!' Frosty trok met een vreemde blik een wenkbrauw op, niet geïnteresseerd of gelovend. 'Het zal allemaal wel' miauwde ze droogjes. 'Kijk dan naast je!' Ze draaide haar kop naar een struik, waar scharlakenrode bessen aan hingen. 'Neem er een! Ze zijn heerlijk!' zei de kater. Ze sloop eropaf, en nam er voorzichtig eentje. En nog een. En nog een. Na de derde voelde ze zich ineens misselijk. 'W-Wat voor bessen zijn dit?' vroeg ze beroerd. De kater lachte hard. 'Jij dommeling! Dat zijn DOODSBESSEN! Daar ga je snel van dood! Zeg maar gedag!' Hij ging zitten, om te kijken hoe ze stierf. 'Jij...' begon ze, maar ze zakte door haar poten. Schuim droop uit haar mond, en de kater lachte aan een stuk door.
Korte postjes bij mij :3