ѕσ .. ωє нανє тσ нυηт тσgєтнєя? // я α c c σ σ η ρ α ω

Witte pootjes trappelden over de harde aarde. Het geluid wat ze maakten was niet meer dan een zacht geplof, maar de kleur was niet bepaald camouflerend. Van bosje naar bosje schoten ze, steeds dekking zoekend tussen de groene bladeren. Blossompaw was het zo gewend. Ze wist hoe ze met haar witte vacht om moest gaan, zodat ze niet te veel op zou vallen wanneer ze moest jagen. Zo ook vandaag. Samen met een andere apprentice, Raccoonpaw, was ze er op uit gestuurd om wat te jagen. Goed kende ze de kater niet, maar ze vond hem op zich wel aardig. Vlug keek ze achterom en zag de kater een paar vossenlengtes achter haar. "Schiet op!" siste ze, geconcentreerd maar niet boos. Samen zouden ze meer vangen en Blossompaw had al een eekhoorn in het zicht. Als de een er omheen liep en de ander hem recht in de poten van de ander joeg, dan zouden ze hem zo hebben. Maarja, dan moest die Raccoonpaw natuurlijk wel goed meehelpen.