Een lichtbruine met wit gevulde kater liep met zachte pasjes door het woud. Pumapaw snoof de geur van Newleaf in en spinde daar zacht bij. Vannacht droomde hij dat hij een lekker mals muisje in het oog had. Dat hij nog niet zo goed was in jagen was duidelijk, want het lekkere muisje kwam jammer genoeg niet in zijn pootjes terecht. Hij keek het woud door en zag twee braamstruikjes. Een daarvan ritselde en Pumapaw keek met gespitste oren aandachtig naar het struikje in het midden van hem. Hij zag toen plots een piep klein stukje staart. Waarschijnlijk van een muis. Pumapaw zakte een beetje en zijn buik raakte de koude grond aan. Toen werd het muisje zichtbaar. Pumapaw twijfelde niet en liep er meteen op af. Wel zachtjes natuurlijk, want hij wou niet dat het beestje weer schrok net als n zijn droom. Pumapaw vond zijn kans al snel en zakte in met zijn achterpoten. Zette toen af en sprong de lucht in. Verbaast keek hij op en zag dat het muisje slap in zijn klauwen hing. "Het is me gelukt!" schreeuwde Pumapaw van blijdschap. Hij nam de muis in zijn bek mee naar een open plekje en plofte daar neer. Hij keek naar de lucht en de zon die mooi de zonsondergang verlichte.